Door een wijziging in de manier waarop de werkloosheidsuitkering wordt berekend ontvangen flex- en seizoenswerkers sinds 1 juli flink minder WW.

Minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken heeft de rekenmethode in stilte aangepast, ontdekte de Volkskrant naar aanleiding van een publicatie in het Staatsblad. Daarin maakt de Nederlandse regering onder meer nieuwe wetten en andere koninklijke besluiten bekend.

Om een werkloosheidsuitkering te kunnen krijgen, moet je in de afgelopen 36 weken ( = nagenoeg 9 maanden), minimaal 26 weken (= een half jaar) gewerkt hebben. Voldoe je hier niet aan, dan krijg je niks.

Voldoe je wel aan deze eis, dan krijg je minimaal drie maanden een uitkering. De eerste twee maanden is deze uitkering 75 procent van je zogenoemde dagloon, de derde maand (en eventuele volgende maanden) bedraagt de uitkering 70 procent van je dagloon.

Bepaling dagloon

Om het dagloon te bepalen werd tot 1 juli het totaal verdiende loon dat in het jaar voorafgaand aan de werkloosheid is verdiend gedeeld door het aantal gewerkte dagen. Dat betekent dat voor iemand die een volledig jaar werkte het jaarloon werd gedeeld door het aantal werkdagen in een jaar, namelijk 261 dagen. Bij iemand die een halfjaar een inkomen had, werd het verdiende loon gedeeld door de helft daarvan: 130,5 dagen.

Asscher heeft nu bepaald dat het totaal verdiende loon altijd gedeeld wordt door 261 dagen. Dat betekent dat flex- en seizoenswerkers die geen volledig jaar hebben gewerkt tot 50 procent van hun WW-uitkering kunnen verliezen.

Rekenvoorbeelden

De minister wil met de wijziging uitsluiten dat iemand die kort heeft gewerkt een hogere uitkering ontvangt dan iemand die lang heeft gewerkt. Asscher licht dit in een brief aan vakbond CNV (pdf) toe met enkele rekenvoorbeelden.

Stel dat Henk bij dezelfde werkgever in het eerste halfjaar een dagloon van 80 euro had verdiend en in het tweede halfjaar 90 euro, dan was zijn dagloon voor de bepaling van de WW-uitkering uitgekomen op 85 euro. Ingrid, die maar zes maanden heeft gewerkt en daarbij 90 euro per dag ontving, zou uitkomen op een dagloon van 90 euro.

Dat is meer dan Henk, ondanks dat ze maar de helft van het aantal dagen heeft gewerkt, in totaal minder heeft verdiend en dat er voor haar minder premie is betaald. "Dit is niet alleen onbillijk, maar ook in strijd met het equivalentsbeginsel dat (mede) ten grondslag ligt aan de WW", aldus Asscher.

Debat Tweede Kamer

Tweede Kamerleden zijn verbolgen over de wijziging in de WW, waarover niet met de Kamer is overlegd. Dat hoeft officieel ook niet; een publicatie in het Staatsblad volstaat. De SP heeft inmiddels een debat aangevraagd over de kwestie.

Asscher heeft aangegeven opnieuw naar de negatieve gevolgen te kijken. "Ik heb ook reacties gehad en ik vind dat we daar goed naar moeten kijken", aldus de minister.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl