Vergrijzing, robotisering, cybersecurity, energietransitie en genderdiversiteit… Het aantal thematische beleggingsfondsen schiet als paddenstoelen uit de grond.

Naast kansen zijn er ook risico’s verbonden aan dit soort themafondsen, die vaak de vorm aannemen van beursgenoteerde beleggingsfondsen, of ETF’s.

Is het verstandig om te beleggen in themafondsen? Of is het vooral een slimme marketingtruc? Business Insider benoemt de kansen en risico’s.

Forse toename aantal fondsen en belegd vermogen

Met een themafonds kun je beleggen in actuele trends of maatschappelijke ontwikkelingen die de wereld een beetje beter maken. Dit kunnen economische, technologische of sociale trends zijn.

Het aantal themafondsen neemt hand over hand toe. Fondsonderzoeker Morningstar telde dit voorjaar maar liefst 1.349 themafondsen. In 2019 waren dat er nog maar 167.

Ze voorzien duidelijk in een behoefte. Want in de afgelopen drie jaar is het belegd vermogen in dit soort fondsen meer dan verdrievoudigd van omgerekend ruim 142 miljard euro naar bijna 490 miljard euro.

Themafondsen zijn geen sectorfondsen

Je moet themafondsen niet verwarren met sectorfondsen, zoals technologie- of zorgfondsen. Doorgaans strekken deze fondsen zich uit over verschillende sectoren.

Neem bijvoorbeeld het BlackRock Sustainable Energy Fund, dat zich richt op hernieuwbare energie. In het rijtje van de tien aandelen met de hoogste weging staan onder andere de Zuid-Koreaanse elektronicareus Samsung, het Italiaanse nutsbedrijf Enel, de Duitse chipfabrikant Infineon en de Deense windturbinefabrikant Vestas.

Een ander voorbeeld is de iShares Ageing Population UCITS ETF, die belegt in bedrijven die specifiek producten of diensten leveren voor de vergrijzende bevolking. Hier vinden we in de top 10 onder andere de Zweedse broker Avanza Bank, de Amerikaanse exploitant van begraafplaatsen Service Corporation International en de Amerikaanse farmaceut Blueprint Medicines.

En wat te denken van de Lyxor Global Gender Equality UCITS ETF? Hierin is een wirwar van sectoren vertegenwoordigd, waaronder autofabrikant Ford, levensmiddelenbedrijf Unilever, de Franse bank Société Générale, postbedrijf Royal Mail, reclame- en adviesbedrijf Publicis en schoenenfabrikant Deckers Outdoor.

Gok of je voorspelling uitkomt

Omdat themafondsen inspelen op actuele trends, vallen er soms hoge rendementen mee te behalen. Maar je loopt ook behoorlijke risico’s, omdat je niet in een brede markt belegt, maar afhankelijk bent van één specifieke trend.

Zo spelen diverse themafondsen in op nieuwe technologieën, met veel potentie. Alleen valt vooraf niet te voorspellen of die technologie ook echt gaat doorbreken.

Kies je bijvoorbeeld voor een themafonds dat is gericht op elektrisch rijden, dan kun je profiteren van een forse toename van het aantal stekkerauto’s. Maar stel nu dat automobilisten uiteindelijk overstappen op waterstof, dan heb je een probleem.

En beleg je in een fonds dat is gespecialiseerd in bedrijven die een belangrijk deel van hun omzet uit de markt voor zonne-energie halen, zoals fabrikanten van zonnepanelen, omvormers en energie-opslagsystemen en elektriciteitsbedrijven, dan moet je hopen dat zonne-energie ook de toekomst wordt en dat geen andere technologie uiteindelijk leidend gaat worden.

Lees ook: Beleggen in fabrikanten van zonnepanelen: dit zijn de kansen en risico’s van de Solar Energy UCITS ETF

Je kunt de risico’s in zo’n geval wat verkleinen door te kiezen voor een beleggingsfonds met een bredere scope, zoals hernieuwbare energie.

... en of de gekozen bedrijven de eindstreep halen

Mocht een technologie toch doorbreken, dan moet je ook maar afwachten welke bedrijven dan over tien jaar nog bestaan en wie marktleider wordt. Zo zijn tijdens de internethype begin 2000 veel bedrijven gesneuveld. Wie herinnert zich bijvoorbeeld nog Baan, World Online en Newconomy?

Een derde obstakel is dat de soms de hooggespannen verwachtingen al in de koersen van de betreffende bedrijven zijn verwerkt, waardoor ze relatief hoog gewaard zijn en dus kwetsbaarder zijn voor koersverliezen.

Veel themafondsen worden gesloten

Waar je ook op beducht moet zijn is dat veel themafondsen nog maar kort bestaan en zich nog niet hebben bewezen. Ook zijn het vaak kleine fondsen.

De vijf grootste thema-ETF’s zijn goed voor maar liefst 73 procent van het totaal beheerde vermogen in thematische ETF’s. Onder de andere fondsen vinden we veel dwergen, die vaak minder dan 50 miljoen euro beheren.

Dat maakt deze fondsen kwetsbaar voor opheffing. Volgens Morningstar is 35 procent van alle thema-ETF’s die ooit in Europa zijn gelanceerd al gesloten. Van alle thematische indexfondsen die voor 2012 zijn gelanceerd is zelfs al 80 procent ter ziele. Ter vergelijking: van alle aandelen-ETF’s is in diezelfde periode minder dan de helft geliquideerd.

Rendement van themafondsen

Een andere hobbel zijn de kosten. Het zijn – met name in Europa - vaak actief beheerde fondsen die opereren in een niche. Daaraan hangt een prijskaartje. Bij sommige themafondsen moet je wel 2 procent per jaar betalen. Het is de vraag of je dat goed maakt met een hoog rendement.

Volgens Morningstar wist in coronajaar 2020 tot en met maart 2021 twee derde van de themafondsen wereldwijde aandelenfondsen te verslaan: een goede score. Maar gemeten over de afgelopen vijf jaar ziet het plaatje er een stuk minder rooskleurig uit. Het succespercentage daalt dan naar 43 procent: een minderheid dus. En over de afgelopen vijftien jaar heeft slechts 22 procent van de themafondsen het beter gedaan dan de brede aandelenmarkt.

Dit betekent niet dat themafondsen geen interessante belegging kunnen zijn. Want er zijn ook fondsen die fantastisch presteren. Maar omdat de verschillen groot zijn, is het wel belangrijk om kritisch te zijn in je keuze.

Grote kostenverschillen

Een belangrijk aspect om op te letten zijn uiteraard de kosten, aangezien deze ten koste gaan van je rendement. De zogeheten total expense ratio (TER), een optelsom van kosten die een fonds inhoudt voor geleverde diensten, loopt uiteen van 0,20 procent tot bijna 2 procent per jaar.

Voor een actief beheerd fonds, waarbij de fondsbeheerder zelf op zoek gaat naar interessante aandelen, moet doorgaans meer worden neergeteld dan voor een ETF, waarbij een index wordt gevolgd.

Gemiddeld moet je volgens Morningstar voor een gemiddeld actief themafonds rekenen op bijna 1 procent aan kosten per jaar en voor een passief thematische ETF op 0,6 procent. Dat is meer dan een wereldwijde indextracker, waar je gemiddeld 0,2 procent per jaar voor moet neertellen.

Een kostenverschil van 0,4 procentpunt maakt niet zoveel uit, zou je zeggen. Maar gemeten over een langere periode, tikt het behoorlijk aan. Bij een inleg van 10.000 euro is het verschil na tien jaar opgelopen tot ongeveer 400 euro.

Houd de spreiding in de gaten

Ook de spreiding is van belang. Een fonds dat inspeelt op gezond leven heeft een bredere focus dan een fonds dat is gespecialiseerd in medische cannabis.

Spreiding zie je ook terug in het aantal aandelen waarin het fonds belegt. Er zijn beleggingsfondsen met slechts twintig verschillende aandelen in portefeuille, maar ook fondsen met meer dan honderd namen.

Kijk ook naar de samenstelling van het fonds. Zitten er veel grote, makkelijk te verhandelen aandelen in of relatief veel smallcaps waarin weinig handel is? Volgt het fonds de hele index of maakt de beheerder een selectie van de belangrijkste en best verhandelbare aandelen (sampling genaamd)?

Lees ook: Zo selecteer je aandelen, als je mikt op een goede spreiding

Verder geldt net als bij andere beleggingsfondsen dat je moet weten of ontvangen dividenden worden herbelegd of uitgekeerd. De eerste optie levert doorgaans een hoger rendement op.

Kijk ook het fonds noteert in euro’s of dollars en of eventuele valutarisico’s worden afgedekt.

Tot slot is het verstandig om je blootstelling aan themafondsen beperkt te houden. Je kunt er hoge rendementen mee behalen, maar er kleven, zoals je kunt zien, ook hogere risico’s aan.

Lees meer over beleggen in ETF's en beleggingsfondsen: