- Via microfinancieringsfondsen kun je participeren in het verstrekken van leningen aan kleine en middelgrote bedrijven in ontwikkelingslanden.
- Voor kleinere ondernemers in landen met een gebrekkig banksysteem kan dat een manier zijn om groeikapitaal op te halen.
- Business Insider neemt het Impact Financial Inclusion Fund van Actiam onder de loep.
- Lees ook: Dit is het verschil tussen vastgoed in de metaverse en onroerend goed in de ‘echte’ wereld
1,7 miljard wereldburgers hebben geen toegang tot financiële diensten, zoals een betaal- of spaarrekening of een lening van de bank, zo blijkt uit cijfers van de Wereldbank. Dat komt neer op ongeveer 31 procent van alle volwassenen.
Gebrek aan geld om een bankrekening te kunnen openen is de meest genoemde oorzaak. Maar er kunnen meer redenen zijn. Het bankkantoor is bijvoorbeeld te ver weg of de kosten voor een rekening zijn simpelweg te hoog.
Een goede manier om aan armoede te ontsnappen is een eigen bedrijf te beginnen. Maar een lening krijgen is voor veel ondernemers in ontwikkelingslanden moeilijk. Ze zijn vaak aangewezen op malafide partijen die woekerrentes vragen.
Wie deze ongelijkheid wil aanpakken kan geld doneren aan een goed doel. Maar je kunt er ook voor kiezen om je euro’s naar een beleggingsfonds te sluizen dat investeert in banken die leningen verstrekken aan gezinnen en ondernemers in ontwikkelingslanden en opkomende markten.
Dit levert een dubbel voordeel op: je helpt anderen een beter bestaan op te bouwen en behaalt hier zelf ook een rendement op.
Er bestaan in Nederland diverse microfinancieringsfondsen. De nieuwste loot aan de stam is het Impact Financial Inclusion Fund van vermogensbeheerder Actiam (ISIN-code: NL0015000GU4). Dit fonds was oorspronkelijk bedoeld voor institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen en verzekeraars. Maar sinds enkele maanden is het ook toegankelijk voor particuliere beleggers.
We nemen dit fonds nader onder de loep:
Wat houdt dit beleggingsfonds in?
Het Impact Financial Inclusion Fund belegt via het Actiam Financial Inclusion Fund in kredieten aan financiële instellingen in ontwikkelingslanden en opkomende markten. De ontvangende bedrijven betalen hier periodiek rente over. Aan het eind van de looptijd moeten ze de hoofdsom terug betalen.
De financiële instellingen lenen op hun beurt weer geld uit aan kleine en middelgrote bedrijven (zoals winkeliers en naaiateliers) en huishoudens. Dit moet de economische groei en werkgelegenheid in het land aanjagen.
Inmiddels hebben via het fonds ruim 7 miljoen mensen aan een lening gekregen. Dit zijn voornamelijk vrouwen op het platteland.
Het fonds heeft een notering aan de Amsterdamse beurs en is dagelijks verhandelbaar.
Waarin belegt het Impact Financial Inclusion Fund?
Er staan op het moment 103 leningen uit bij financiële instellingen, verdeeld over 27 landen.
Het meeste geld (39 procent van het belegd vermogen) staat uit in Azië/Pacific, gevolgd door Latijns- en Noord-Amerika (35,6 procent) en Europa (20,4 procent). De aanwezigheid in Afrika is relatief klein: hierin zit slechts 2,3 procent van het totale fondsvermogen.
De landen waar de meeste leningen zijn verstrekt zijn India, Peru, Ecuador en Albanië. De leningen die aan financiële instellingen worden verstrekt bedragen gemiddeld 1,3 miljoen euro per lening. De ondernemers die microkredieten krijgen, ontvangen gemiddeld leningen van zo'n 3.300 euro.
Wat is het rendement?
Het Impact Financial Inclusion Fund streeft een rendement na van 3 procent per jaar, na aftrek van kosten. Vorig jaar zat het fonds daar ruim boven, met een rendement van 5,8 procent.
Aangezien het om een vastrentend fonds gaat, kun je dit het beste vergelijken met obligatiefondsen. Het rendement ligt dan een stuk hoger dan op staatsobligaties in Nederland, maar er zit dan ook een ander risico aan.
Positief uit beleggingsoogpunt is dat de rendementen van microkredieten nauwelijks samenhangen met de ontwikkelingen op de aandelen- en obligatiemarkten. Dit kan zo’n fonds interessant maken als aanvulling op je reguliere beleggingsportefeuille.
Naast financieel rendement, draag je ook je steentje bij aan een betere wereld. Denk bijvoorbeeld aan het terugdringen van armoede en honger en het bevorderen van economische groei en werkgelegenheid. Omdat het leeuwendeel van leningen aan vrouwen wordt verstrekt, lever je ook een bijdrage aan het verminderen van genderongelijkheid.
Wat zijn de risico's?
Het fonds staat niet te boek als erg risicovol. Volgens de Essentiële Beleggingsinformatie is namelijk ingedeeld op plaats 2 op de risicometer met een schaal van 1 (vrijwel risicoloos) tot en met 7 (zeer groot risico). Ter vergelijking: een aandelenfonds scoort doorgaans een 5 of 6.
Maar dat betekent niet dat je met deze belegging geen geld kunt verliezen. Het belangrijkste risico is dat de financiële instelling de rente en hoofdsom niet meer kan terug betalen. De verstrekte leningen worden gekwalificeerd als lager dan investment grade en zijn dus risicovoller dan de meest degelijke bedrijfsobligaties.
Je belegt namelijk veelal in landen die politiek en economisch minder stabiel zijn dan Nederland. In de coronacrisis komt daar nog bij dat coronavaccins in veel ontwikkelingslanden (nog) niet breed zijn uitgerold, waardoor er een verhoogd risico is op nieuwe golven van het virus, met alle mogelijke economische gevolgen van dien.
Om het zogeheten kredietriciso te verminderen, wordt het ingelegde geld gespreid over verschillende financiële instellingen en landen. Zo mag maximaal 5 procent van het fondsvermogen uitstaan bij één financiële instelling en mag maximaal 12,5 procent worden belegd in één land. Ook zorgt de beheerder ervoor dat niet meer dan de helft van het geïnvesteerde bedrag in één regio terecht komt.
Kenmerkend voor obligaties is dat je ook een renterisico loopt. Als de rente gaat stijgen, daalt de koers van de obligatie. Nieuw uitgegeven obligaties zijn dan immers aantrekkelijker voor beleggers, omdat die een hogere couponrente hebben. Dit risico is niet denkbeeldig, nu de Federal Reserve in maart de rente wil gaan verhogen.
Door de beleggingen te spreiden over verschillende looptijden en vooral te kiezen voor leningen met een korte looptijd, probeert het fonds het renterisico wel te verkleinen.
Een ander aandachtspunt is dat het vooral onderhandse leningen zijn, waardoor het bijna onmogelijk is om de leningen tussentijds te verhandelen.
Tot slot loop je nog een valutarisico, ondanks het feit dat het fonds in euro’s noteert. Er worden namelijk niet alleen leningen verstrekt in euro’s, maar ook in dollars en lokale valuta, zoals de Indiase rupi of de Albanese lek. Als de waarde van de dollar of een andere munt stijgt of daalt, heeft dat invloed op je rendement. Dit kan positief uitpakken, maar ook negatief.
Een groot deel van het valutarisico wordt afgedekt, maar dit geldt niet voor het volledige bedrag. Om dit risico beheersbaar te maken mag het totaal aan niet afgedekte posities in lokale valuta maximaal 50 procent van het fondsvermogen bedragen.
Wat kost het?
Het Actiam Impact Financial Inclusion Fund brengt elk jaar 1,4 procent in rekening voor bijvoorbeeld het beheer, de administratie, het risicobeheer en de noteringskosten. Dit is een stuk hoger dan van een actief beheerd aandelenfonds (gemiddeld zo’n 1 procent) of een ETF (vaak minder dan 0,5 procent).
Maar vergeleken met sommige andere microfinancieringsfondsen is de beheervergoeding niet extreem hoog.
Wat zijn de alternatieven?
Je kunt in Nederland kiezen uit een handvol beleggingsfondsen dat zich bezighoudt met microfinanciering. Het fonds van Actiam onderscheidt zich van de andere fondsen doordat het uitsluitend in leningen belegt. De andere fondsen hebben ook aandelenbelangen.
Het oudste fonds is het Oikocredit Nederland Fonds, dat is ontstaan uit de Wereldraad van Kerken. Anders dan het fonds van Actiam belegt Oikocredit niet in Europa. De exposure in Afrika is een stuk groter dan bij Actiam: 22 procent van het fondsvermogen is hierin belegd. Een ander verschil is dat Oikocredit kleinere bedragen uitleent dan Actiam.
De beheerkosten van Oikocredit zijn een stuk lager dan bij Actiam: 0,4 procent per jaar. Daarnaast ben je nog 0,35 procent aan- en verkoopkosten verschuldigd. Het fonds van Oikocredit is niet dagelijks verhandelbaar, maar slechts eenmaal per maand. Heb je het geld snel nodig, dan is dat een belemmering.
Je rendement bij Oikocredit bestaat uitsluitend uit dividend, dat een keer per jaar wordt uitgekeerd. Je maakt dus geen koerswinst, maar kunt hierop ook geen verlies lijden. Het rendement over de afgelopen jaren is niet heel hoog: gemiddeld 0,37 procent per jaar over de afgelopen drie jaar en 1,82 procent over de afgelopen tien jaar.
Een ander alternatief is het ASN Microkredietfonds, dat sinds 1996 bestaat. Dit fonds bestaat net als het fonds van Oikocredit uit een mix van leningen en aandelen, al zijn de leningen wel in de meerderheid.
Dit fonds is een stuk duurder dan dat van Actiam en Oikocredit: je betaalt 2,3 procent aan beheerkosten per jaar. Vorig jaar behaalde het fonds een rendement van 1,15 procent. Het gemiddelde jaarlijkse rendement over de afgelopen vijf jaar bedraagt 1,23 procent.
Dat is lager dan het rendement van het Triodos Fair Share Fund, met een gemiddeld jaarlijks rendement van 2,14 procent in de afgelopen vijf jaar. De fondskosten die Triodos in rekening brengt zijn vergelijkbaar met die van ASN: 2,3 procent per jaar.
ASN en Triodos zorgen er net als Actiam voor dat ze het fondsvermogen spreiden over verschillende financiële instellingen en landen. Ook beleggen ze net als Actiam deels in Europa.
Beleggen in microkredieten: voors en tegens
Uit het oogpunt van spreiding kan het interessant zijn om in een microfinancieringsfonds te beleggen, vanwege de lage correlatie met de aandelen- en obligatiemarkt.
Het rendement is doorgaans lager dan bij een aandelenfonds, maar hoger dan op bijvoorbeeld Nederlands staatspapier of een spaarrekening.
Daar staat wel tegenover dat je meer risico’s loopt. Je belegt immers in economisch en politiek minder stabiele landen, waardoor er een grotere kans is dat de leningen niet (volledig) worden terugbetaald.
De fondskosten zijn hoger dan bij een regulier beleggingsfonds of een ETF. Maar je betaalt wel minder dan bij de fondsen van Actiam en Triodos. Het fonds van Oikocredit is nóg goedkoper, maar het rendement is daar wel lager en je kunt daar niet dagelijks uitstappen.
Misschien wel het belangrijkste pluspunt van deze belegging is dat je bijdraagt aan een betere wereld. Steeds meer beleggers willen naast een financieel rendement ook impact maken met hun beleggingen. Dit kan met een microfinancieringsfonds; een thema dat koningin Maxima met succes onder de aandacht heeft gebracht.
Lees meer over ETF's en andere beleggingsproducten:
- ETF’s op de S&P 500: maakt het uit welke je kiest? Het antwoord is: ja
- Nieuwe waterstof-ETF van VanEck: dit moet je weten over de kansen, kosten en risico’s
- Beleggen in Europese dividendaristocraten: dit zijn de kansen, kosten en risico’s van de SPDR S&P Euro Dividend Aristocrats ETF
- Beleggen in fabrikanten van zonnepanelen: dit zijn de kansen en risico’s van de Solar Energy UCITS ETF