• Elke levensfase vraagt om een andere beleggingsstrategie.
  • Als je jong bent kun je je meer risico permitteren, met kans op een hoger rendement.
  • Word je ouder, dan is het zaak de anders om te gaan met risico’s.

Wie vermogen wil opbouwen voor bijvoorbeeld de aankoop van een huis, de studie voor de kinderen, een goed pensioen of een verre reis, komt niet ver met sparen.

De trouwe spaarder die een jaar lang 10.000 euro op zijn rekening laat staan, krijgt bij het huidige gemiddelde rentetarief van 0,07 procent 7 euro bijgeschreven.

Trek daar nog de inflatie en eventuele vermogensbelasting in box 3 van af en het is duidelijk dat je spaardoelen op deze manier moeilijk bereikt kunnen worden.

Beleggen levert historisch gezien een aanzienlijk hoger rendement op: gemiddeld 7 procent per jaar, of circa 5 procent als we daar inflatie en belasting van aftrekken. Maar daar staan ook hogere risico’s tegenover, want je kunt je inleg (deels) kwijt raken.

Beleggen is maatwerk

Het is daarom zaak om een goede balans te vinden tussen het potentiële rendement en de risico’s als je vermogen wil opbouwen. De uitkomst van deze afweging pakt voor iedereen anders uit. Bij beleggen geldt nu eenmaal niet: one size fits all.

Heb je bijvoorbeeld een groot vermogen, dan kun je je vaak grotere risico’s veroorloven dan wanneer je maar een klein bedrag tot je beschikking hebt. En beleg je voor een noodzakelijk doel, zoals je oude dag, dan moet je meer op safe spelen dan wanneer het geld is bedoeld voor de aanschaf van een zeilboot.

Ook je leeftijd speelt een rol: hoe meer tijd je hebt om je gelddoelen te verwezenlijken, hoe meer risico’s je je kunt permitteren. In dit artikel gaan we daar dieper op in: wat is de beste beleggingsstrategie, afhankelijk van je leeftijd?

Bepaal eerst je doel en de tijd om dat te halen

De eerste stap bij het opstellen van je plan is je doel vaststellen. Beleg je voor leuke extra’s, zoals een mooie reis naar Mexico of Japan? Of gaat het om een must have, zoals je pensioen, de aankoop van een woning of de studie van de kinderen?

De tweede stap is uitrekenen hoeveel tijd je nog hebt om die doelen te halen.

Op basis hiervan kun je je beleggingsmix vaststellen: de verdeling van je vermogen over aandelen, obligaties, spaargeld of andere beleggingen, zoals vastgoed, goud of een crowdfundingproject. De keuze van deze mix bepaalt ongeveer het grootste deel van je rendement op de langere termijn, zo blijkt uit onderzoek. Dus het is belangrijk hier goed over na te denken.

Een handige vuistregel om het ideale percentage aandelen te bepalen voor 'must have'-doelen is je leeftijd aftrekken van het getal 100. Ben je bijvoorbeeld 20 jaar, dan kun je 80 procent van je belegbare vermogen in aandelen stoppen. De rest vul je aan met veiliger beleggingen, zoals (staats)obligaties. Ben je 45 jaar, dan moet het percentage aandelen omlaag zijn gebracht naar ongeveer 55 procent.

We gaan hieronder nader in op de verschillende levensfasen.

Twintigers: offensief beginnen

Als je net je eerste baan hebt na je afstuderen, verdien je vaak nog niet zoveel. Maar je hebt meestal ook weinig financiële verplichtingen, zoals kinderen of een hoge hypotheek. Hierdoor is er vaak wel ruimte om elke maand een bedrag opzij te leggen waarmee je kunt beleggen.

In deze levensfase heb je één groot voordeel: tijd. Hoe jonger je begint, hoe langer je vermogen kan aangroeien. Je kunt namelijk profiteren van het rente-op-rente-effect, omdat je eventuele beleggingswinsten kunt herbeleggen.

Hierdoor hoef je ook minder grote bedragen in te leggen om aan het eind van de rit het gewenste eindkapitaal re realiseren dan wanneer je pas laat begint.

Lees ook: Zoveel moet je per maand opzij zetten en beleggen om samen met de AOW op een pensioen van €1.500, €2.000 of €3.000 uit te komen

Bovendien zijn de kansen op een hoog eindrendement het grootst als je al als twintiger al de aandelenmarkt betreedt, omdat je wat offensiever kunt beleggen.

70 tot 80 procent in aandelen beleggen lijkt riskant. Maar als er een beurscrash komt, dan heb je wel voldoende tijd om eventuele verliezen weer weg te werken. Want tot nu toe zijn de beurzen elke klap weer te boven gekomen, van de Tweede Wereldoorlog tot de bubbel met ICT-aandelen uit 2000 en de kredietcrisis uit 2007/2008.

Om je een idee te geven: als je op je twintigste 10.000 euro inlegt en daar gemiddeld 7 procent rendement per jaar over behaalt, is je beleggingspot na veertig jaar maar liefst 150.000 euro waard. Begin je pas tien jaar later, dan is dat 76.000 euro en nog tien jaar later nog maar 40.000 euro.

Dertigers: beetje risico van tafel

Rond je dertigste begint het spitsuur van je leven. Veel dertigers krijgen kinderen en kopen een huis.

Hoeveel tijd je in deze levensfase hebt om je spaardoelen te halen, hangt af van je doel. Beleg je voor je pensioen of de studie van de kinderen, dan heb je nog tientallen jaren voor de boeg en kun je het je wel permitteren om 60 tot 70 procent van je vermogen in aandelen te steken.

Maar beleg je voor de aankoop van een huis of om al rond je vijftigste met pensioen te gaan, dan is het verstandig om alvast wat risico’s van tafel te halen en een groter percentage te reserveren voor bijvoorbeeld obligaties of termijndeposito’s.

Neem bij het bepalen van je beleggingsmix je totale vermogen in ogenschouw. Als je een huis koopt, bouw je ook via die route vermogen op. Na dertig jaar is de hypotheek afgelost en heb je geen woonlasten meer.

Veertigers: meer obligaties of spaardeposito’s

Ben je nog niet begonnen met beleggen als aanvulling op je pensioen of voor andere doelen voor de langere termijn, dan begint de tijd te dringen. Reken uit hoeveel geld je later nodig hebt en hoeveel je dan maandelijks moet inleggen.

Volgens de hierboven genoemde vuistregel zou nu nog 50 tot 60 procent van je vermogen in aandelen mogen zitten.

Dreig je je spaardoelen niet te halen, dan heb je twee knoppen om aan te draaien: agressiever beleggen of je inleg verhogen. Aangezien offensief beleggen hogere risico’s met zich meebrengt die je je misschien niet kunt permitteren, zit er niets anders op dan flink op de kosten te besparen.

Vijftigers: risico’s verder terugbrengen

Heb je Abraham of Sara gezien, dan is dat een goed moment om te kijken of je met je beleggingen op koers ligt.

Is dit het geval, dan kun je de blootstelling aan aandelen nog wat verder terugdraaien, naar 40 tot 50 procent.

Ook als je op korte termijn geld nodig hebt om je kinderen financieel te ondersteunen bij hun studie is het verstandig om alvast wat geld van tafel te halen. Je voorkomt zo dat vlak voor de einddatum het eindkapitaal (grotendeels) in rook opgaat door een beurscrash.

Dit betekent niet dat je geld op een spaarrekening hoeft te verpieteren. Je kunt ook overwegen om een deel van je vermogen in spaardeposito’s te beleggen. Deze leveren een iets hogere rente op dan spaargeld.

Wel staat je geld langere tijd vast. Dit probleem kun je ondervangen door je spaargeld uit te smeren over deposito's met verschillende looptijden, variërend van een tot vijf jaar. Elk jaar komt dan een deel vrij, zodat je wat financiële ruimte hebt.

Ook obligaties vormen een mooi instrument om je spaargeld veilig te stellen. Staatsobligaties zijn vrij safe, maar de couponrente is wel erg laag. Je kunt ook obligaties van degelijke bedrijven overwegen: die zijn iets risicovoller, maar bieden wel meer rente.

Probeer ook wat meer outside the box te denken. Wat te denken van extra aflossingen op de hypotheek of een investering in zonnepanelen of woningisolatie? Dit levert mooie rendementen op, omdat je vaste lasten dalen.

Lees meer: Geen dak, maar wil je toch zonnepanelen? Dit zijn 5 betaalbare alternatieven

Zestigers: inzetten op vermogensbehoud

Tot nu toe was je vooral bezig om je vermogen aan te laten groeien. Als je de zestig bent gepasseerd, verschuift je doel: het is nu vooral zaak om je vermogen te behouden.

Tijd wordt je vijand. Gaat de beurs nu onderuit, dan is het de vraag of je de klap nog te boven komt.

Dit betekent dat je je strategie moet aanpassen. Beleg in deze fase hooguit 30 tot 40 procent in aandelen en steek de rest in veilige beleggingen of spaargeld.

Wel hebben veel zestigers wat meer financiële armslag, omdat hun hypotheek meestal (grotendeels) is afgelost.

Gepensioneerd: aangroeien én onttrekken

Gepensioneerden moeten balanceren op een dun koord. Aan de ene kant hebben ze hun vermogen nodig om van rond te kunnen komen. Aan de andere kant moeten ze wel voldoende rendement behalen om te voorkomen dat de spaarpot wegsmelt vanwege de inflatie.

In deze levensfase is het verstandig om je vermogen op te delen in twee potjes: een deel waaruit je geld onttrekt en een deel dat je verder laat aangroeien.

Het eerste potje zet je veilig weg (obligaties, spaarrekening, termijndeposito’s).

Met het andere deel kun je verder beleggen, om in de toekomst nog inkomen uit te halen. Obligaties, aandelen met een hoog dividendrendement en vastgoed leveren vaak vrij stabiele inkomsten op.

Je kunt eventueel nog een derde spaarpotje overwegen om na te laten aan je kinderen. Dit deel kan wat offensiever worden belegd, aangezien je kinderen meer tijd hebben om eventuele beleggingsverliezen weg te werken.

Spreiden, spreiden, spreiden

Tot slot nog wat tips die voor elke levensfase gelden. Mik nooit op één of slechts een handvol aandelen. Het is mogelijk om van één goed gekozen aandeel heel rijk te worden. Wie bijvoorbeeld in juni 2010 voor 10.000 euro aandelen Tesla had gekocht, had nu 395.000 euro tot zijn beschikking gehad: voldoende om een huis cash mee af te rekenen.

Alleen beschikt niemand over een glazen bol en staan tegenover fondsen als Tesla, ASML en Facebook staan ook tientallen beurskneuzen. Om te voorkomen dat je op het verkeerde paard wedt, is het verstandig om veel spreiding in je beleggingen aan te brengen.

Kies dus voor een mooie mix van verschillende beleggingscategorieën. En breng ook binnen elke beleggingscategorie spreiding aan. Beleg je bijvoorbeeld in aandelen, kies dan aandelen uit verschillende regio's en sectoren. En investeer je in obligaties, beperk je dan niet tot staatspapier, maar kies ook bedrijfsobligaties en leningen uit verschillende landen, met verschillende looptijden.

Let op de kosten

De eenvoudigste manier om spreiding aan te brengen is via een actief beheerd beleggingsfonds of een ETF.

Houd hierbij wel de kosten in de gaten. Een half procentje meer of minder maakt niet uit, zou je zeggen. Maar als je over 10.000 euro 7 procent rendement per jaar behaalt heb je na 30 jaar 76.123 euro, terwijl je bij een jaarlijkse rendement van 6,5 procent uitkomt op 66.144 euro. Dat scheelt toch bijna 10.000 euro.

Zorg er ook voor dat je altijd voldoende buffers hebt om tegenslagen, zoals vervanging van een kapotte auto, op te kunnen vangen. Want je wilt natuurlijk wel voorkomen dat je aandelen met verlies moet verkopen.

Liever maandelijks dan in één keer

Tot slot is het verstandiger om elke maand een vast bedrag in te leggen dan een groot bedrag in een keer. Zo demp je het risico dat je precies op het verkeerde moment instapt.

[activecampaign form=24]

Lees meer over sparen en beleggen per levensfase: