In de Verenigde Staten kijken sommige beleggers weer naar obligaties die bescherming bieden tegen hogere inflatie. Europa heeft voorlopig nog last van deflatie.
Beleggen in obligatieleningen betekent doorgaans dat je een schuldbewijs koopt met een vaste jaarlijkse rente. Aan het eind van de looptijd lost de uitgever van de obligatielening, als het goed is, de hoofdsom af.
De vaste jaarlijkse rente verandert in principe niet als prijzen van goederen en diensten gedurende de looptijd stijgen. Anders gezegd de koopkracht van de rentebetalingen op de obligatie neemt af.
Sommige overheden geven echter obligaties uit die een bescherming bieden tegen inflatie. Dat gebeurt in de Verenigde Staten, maar ook in Frankrijk, Duitsland, Spanje en Italië.
Inflatie-bescherming
Bij inflatie-obligaties wordt de jaarlijkse couponrente vermeerderd met de stijging (of daling) van de consumentenprijsindex. De rente-uitkering blijft op die manier waardevast.
Eind vorige week was er een kleine opleving van inflatie-gedekte staatsleningen in de Verenigde Staten, omdat beleggers de indruk kregen dat de Amerikaanse centrale bank het rustig aan doet met het verhogen van de rente, terwijl de Amerikaanse inflatie begint op te lopen.
In de eurozone is de situatie heel anders. ECB-president Mario Draghi wil de geldkraan juist verder open zetten, omdat de inflatie te laag is. In februari daalde het gemiddelde prijspeil in de eurozone zelfs met 0,2 procent.
Geen ideaal klimaat voor inflatie-obligaties, zou je denken. Negatieve inflatie gaat immers van de couponrente af.
Franse obligaties
Toch blijkt er wel belangstelling te zijn voor inflatie-obligaties. Afgelopen week plaatste de Franse staat voor 1,8 miljard euro een nieuwe aan de inflatie gekoppelde vijfjarige lening. De inschrijving was bijna twee keer zo hoog.
Beleggers kregen een jaarlijkse vaste couponrente van 0,1 procent aangeboden. De uitgifteprijs lag 4,8 procent boven de aflossingswaarde van het schuldpapier.
Alles bij elkaar een curieuze mix: beleggers kochten de obligaties voor een prijs die bijna 5 procent hoger was dan wat ze aan het eind van de looptijd terugkrijgen. Bovendien moet de couponrente moet nog verrekend worden met de negatieve inflatie in de eurozone. Die kan in de praktijk dus negatief zijn.
Per saldo gingen beleggers die inschreven op de Franse inflatie-obligaties afgelopen week akkoord met een jaarlijks negatief rendement van 0,85 procent gedurende vijf jaar.
Stimulering ECB
Waarom wordt er bij een negatief rendement toch geld gestoken in inflatie-obligaties? De verklaring ligt deels bij het feit dat partijen zoals pensioenfondsen aan regels gebonden zijn en gedeeltelijk in veilig overheidspapier moeten beleggen, ook al levert dat weinig tot niets op.
Maar er zit ook een speculatief aspect aan inflatie-obligaties. De inflatie in de eurozone is momenteel negatief, maar als bijvoorbeeld het stimuleringsbeleid van de ECB succesvol is, of de olieprijs de komende jaren weer stijgt, kan het tij keren. Op dat moment dat de inflatie stijgt, wordt de rente-uitkering van de obligaties immers verhoogd.
Beleggers die nu inflatie-gedekte obligaties kopen, moeten dus hopen dat de inflatie over wat langere periode zo sterk toeneemt dat ze het negatieve startrendement goed maken.
Economen van de Europese Centrale Bank zien nog altijd opwaarts potentieel voor de inflatie in de eurozone. Voor 2016 ligt de verwachting op een gemiddelde inflatie van 0,1 procent, maar in 2017 zou de inflatie 1,3 procent moeten zijn en in 2018 1,6 procent.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl