- De aandacht voor duurzame energie neemt een hoge vlucht door de gestegen energieprijzen.
- Beleggen in projecten voor duurzame energie kan op verschillende manieren: via losse aandelen, een beleggingsfonds (of ETF), een groenfonds of crowdfunding.
- Business Insider behandelt de plussen en minnen van de verschillende mogelijkheden.
- Lees ook: Value-tip: kansen voor het aandeel van een slimme Amerikaanse discountketen die je misschien nog niet kent
De afgelopen weken hebben we aan den lijve ondervonden welke risico’s er kleven aan de afhankelijkheid van fossiele energie. Door de oorlog in Oekraïne zijn de olie– en gasprijzen geëxplodeerd en dat zien we terug in onze energierekening.
De dreiging dat Rusland de gaskraan naar Europa dichtdraait, doet ons bovendien beseffen hoe kwetsbaar onze energievoorziening is. Dit versterkt de roep om op grote schaal te investeren in duurzame energie, zoals zonne- en windenergie.
Daarnaast is Nederland sowieso gebonden aan het wereldwijde Klimaatakkoord dat eind 2015 door 195 landen in Parijs is ondertekend, om de klimaatopwarming zoveel mogelijk tegen te gaan. Als uitvloeisel hiervan heeft Nederland zich tot doel gesteld om de CO2-uitstoot in 2030 met 49 procent te hebben verminderd ten opzichte van 1990. In 2050 moet de uitstoot van broeikasgassen met 95 procent zijn gedaald.
Dat duurzame energie een grote vlucht gaat nemen, is wel duidelijk. Je kunt hier zelf je steentje aan bij dragen, door je woning van het gas af te halen. Welke stappen je hiervoor moet zetten, kun je lezen in dit artikel.
Maar je kunt ook als belegger profiteren van de energietransitie. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden, die we hieronder kort nalopen.
1. Losse aandelen
Zie je potentie in duurzame energie, dan kun je aandelen kopen van fabrikanten van zonnepanelen, omvormers voor zonne-energie, windmolens en waterstof of toeleveranciers aan deze bedrijven, zoals producenten van lithium (een belangrijke grondstof voor batterijen) of chipfabrikanten.
Dit vraagt wel de nodige expertise. Het is voor een leek lastig om te beoordelen hoe financieel gezond een bedrijf is, hoe de marktpositie is en wat de risico’s zijn.
Bovendien ben je dan afhankelijk van de gang van zaken bij één bedrijf. Gaat dat aandeel onderuit, dan heb je een probleem. Kies je daarentegen voor een beleggingsfonds met enkele tientallen verschillende aandelen, dan kan het koersverlies van één aandeel vaak worden gecompenseerd door winsten elders in de portefeuille.
Bij de keuze voor individuele aandelen die zich bezig houden met duurzame energie, kun je meer grip krijgen door te kijken hoe beleggingsfondsen zijn samengesteld die zich hierin specialiseren. Dan krijg je meteen een beeld van aandelen die zijn opgenomen in portefeuilles van professionele fondsbeheerders.
2. Een beleggingsfonds of ETF
Wil je de risico’s eenvoudig spreiden, dan kun je ook direct kiezen voor een beleggingsfonds dat zich richt op duurzame energie (clean energy). Dit kan een actief beheerd fonds zijn, waarbij de beheerder de markt afspeurt naar interessante aandelen.
Maar je kunt ook een indexfonds (ETF) nemen, een beursgenoteerd beleggingsfonds dat belegt in alle aandelen uit een index van bedrijven die actief zijn in duurzame energie. Omdat in het laatste geval geen researchteam nodig is om aandelen te selecteren, ben je met ETF’s vaak een stuk goedkoper uit.
Je moet ook onderscheid maken tussen fondsen die zich specialiseren in één energiesoort (zoals zonne-energie of waterstof) en fondsen die beleggen in een mix van verschillende energievormen.
Daarnaast zijn er beleggingsfondsen die het nóg breder trekken en ook aandelen in hun assortiment opnemen van bedrijven die gebruik maken van schone energie in hun productieproces.
Hoe breder de focus wordt, hoe meer spreiding je in je beleggingen aanbrengt. Als bijvoorbeeld het fonds van jouw keuze naast fabrikanten van zonnepanelen ook nutsfondsen in de portefeuille opneemt, demp je de risico’s. Nutsbedrijven staan bekend als defensiever, omdat ze voorzien in een basisbehoefte waar ook bij economische tegenwind vraag naar is.
Ook het aantal aandelen waarin het fonds is bepalend voor de spreiding. Dit verschilt per fonds, dus let daar goed op.
Verder zijn natuurlijk de kosten van belang, omdat deze een stukje van je rendement afsnoepen. Een half procentpunt verschil maakt niet veel uit, zou je zeggen, maar over een langere periode tikt dat behoorlijk aan.
Wees je ook bewust van de risico’s. Sommige technologieën staan nog in de kinderschoenen. Denk bijvoorbeeld aan waterstof, dat behalve in de chemische industrie nog niet op grote schaal wordt toegepast. Het is onzeker welke rol waterstof uiteindelijk gaat spelen in de energietransitie en welke bedrijven in dat geval de beste kaarten hebben.
Lees ook: Waterstof als brandstof voor elektrische auto’s: de perfecte oplossing, of compleet kansloos?
Bij andere, wat meer ontwikkelde technologieën, zoals zonne-energie, is juist sprake van een ware vechtmarkt. Hierdoor staan de prijzen, en daarmee de winstmarges, onder druk en zullen er bedrijven zijn die de strijd niet overleven.
Bovendien zijn veel fabrikanten van zonnepanelen en omvormers van Chinese komaf, wat het risico op inmenging van de Chinese overheid met zich meebrengt.
Verder kampen veel ondernemingen met problemen in de toeleveringsketen en hoge grondstoffenprijzen.
Kies je voor een aandelenfonds dat zich toelegt op duurzame energie, wees dan voorbereid op een grillig koersverloop, waarbij hoge pieken en diepe dalen elkaar kunnen afwisselen.
3. Groenfonds
Met een groenfonds investeer je in door de Nederlandse overheid erkende projecten voor milieubescherming, zoals de aanleg van zonne- en windparken. Dit kunnen aandelen zijn, maar ook leningen.
Een groot pluspunt van deze belegging is dat je op twee fronten extra belastingvoordeel geniet:
- Je krijgt een aparte vrijstelling voor de vermogensbelasting van 61.215 euro (of het dubbele voor fiscaal partners), bovenop de reguliere vrijstelling van 50.650 euro (of 101.300 voor partners). Je hoeft alleen belasting te betalen als de waarde van deze beleggingen boven dit bedrag uitkomt.
- Daarnaast krijg je een korting op de te betalen inkomstenbelasting van 0,7 procent over het saldo op deze groenrekening tot 61.215 euro (of het dubbele bij fiscaal partnerschap).
Helaas komt niet elk fonds dat 'duurzaam' of 'groen' wordt genoemd in aanmerking voor deze tegemoetkoming. Het fonds moet namelijk officieel door de Belastingdienst worden erkend. Hier vind je een lijst met alle namen. Zoals je ziet is de keuze beperkt.
Fiscaal voordeel is natuurlijk interessant, maar daar staan meestal wel hoge kosten tegenover. 1 tot 1,5 procent per jaar is geen uitzondering. Bovendien zijn de rendementen vaak vrij laag en wegen deze momenteel niet op tegen de hoge inflatie.
Nu gaan rendement en risico vaak hand in hand. Dat is ook hier het geval. Groenfondsen kennen doorgaans een laag risico, al is er in theorie wel een mogelijkheid dat de leningen niet worden terugbetaald.
Overweeg je in een groenfonds te stappen, informeer dan naar de mogelijkheden om tussentijds uit te stappen. Bij sommige fondsen kan dit dagelijks, maar er zijn ook groenfondsen waar je slechts enkele keren per jaar je participaties mag verkopen. Soms is het zelfs tijdelijk verboden.
Check ook in hoeveel verschillende projecten het fonds investeert en in welke segmenten. Er zijn groenfondsen die heel breed beleggen en bijvoorbeeld ook investeren in duurzaam bouwen, biologische landbouw en natuurontwikkeling. Is het jou vooral te doen om duurzame energie, dan is het de vraag of zo’n fonds wel volstaat.
4. Crowdfunding
Je kunt ook zelf rechtstreeks in een project beleggen, via de crowd. Hierbij verstrek je met een groep andere beleggers een lening aan bijvoorbeeld een bedrijf dat een zonnepark wil bouwen.
Deze constructie is vergelijkbaar met een belegging in obligaties. Je krijgt elk jaar rente uitgekeerd en gedurende de looptijd of aan het eind ervan wordt de lening afgelost.
Net als bij gewone obligaties loop je het risico op betalingsachterstanden en kun je in het ergste geval je inleg kwijtraken. Het zijn vaak achtergestelde obligaties, waardoor bij een faillissement andere schuldeisers, zoals banken, voorgaan. Gaat de schuldnemer failliet, dan moet je maar zien wat er voor jou overblijft.
Check daarom voordat je instapt of het bedrijf nog meer leningen heeft uitstaan en in welke plaats in de rij van schuldeisers jij staat.
Vanwege deze achtergestelde positie krijg je ter compensatie wel een hogere rente. Meestal schommelt deze tussen de 3 en 6 procent per jaar, wat aanzienlijk meer is dan de rente op een staatsobligatie.
Bij sommige projecten krijg je een vaste rente en bij andere een variabel bedrag, gebaseerd op de productie van de panelen.
Overweeg je deel te nemen aan een crowdfundproject, doe dan je huiswerk. Vergelijk de voorgespiegelde rendementen en check of deze realistisch zijn. Ga ook na of de ondernemer kennis van zaken heeft. Heeft hij al eerder vergelijkbare projecten gedaan? En wat waren de resultaten?
Informeer verder naar de kosten, de looptijd van de lening en de mogelijkheden om tussentijds uit te stappen. Ook hierin zie je verschillen.
Een ander aandachtspunt is het aflosschema. Er zijn projecten waarbij elk jaar een deel van de lening wordt afbetaald, maar ook leningen die pas aan het eind van de looptijd worden afgelost.
Aan dit laatste kleeft natuurlijk een verhoogd risico. Mocht de ondernemer failliet gaan, dan sta jij met lege handen. Wordt daarentegen elk jaar een stukje terugbetaald, dan daalt het risico elk jaar. Dat geeft wat meer rust.
Lees meer over investeren en beleggen in duurzame energie:
- In 7 stappen van het gas af, van isolatie tot zonnepanelen en warmtepomp: dit is van belang
- Waterstof-ETF van VanEck: dit moet je weten over de kansen, kosten en risico’s
- Beleggen in fabrikanten van zonnepanelen: dit zijn de kansen en risico’s van de Solar Energy UCITS ETF
- 6 subsidies voor energiezuinige woning in 2022
- Geen dak, maar wil je toch zonnepanelen? Dit zijn 5 betaalbare alternatieven