OPINIE – We leven in opmerkelijke tijden. Voor obligaties met een totale waarde van meer dan 15 duizend miljard euro is tegenwoordig sprake van een negatieve rente.
Bijna niet te bevatten is dat beleggers voor het ‘privilege’ van het bezitten van zogenoemde junk bonds obligatieleningen tegenwoordig ook steeds vaker geen rente meer krijgen, maar juist moeten betalen. Kredietbeoordelaars schatten de kwaliteit van zulke obligaties niet bepaald hoog in en vandaar dat ze ook wel rommelobligaties worden genoemd.
Ik zie in het bovenstaande een teken van het economisch pessimisme momenteel dat overigens eveneens een maatschappelijke dimensie heeft. Zo zijn er volop personen die menen dat de levensstandaard de voorbije decennia er niet beter op geworden is, en dat de wereld alsmaar verder verslechtert.
Zelf deed ik eerder al eens een pleidooi voor optimisme.
Aandelen presteren historisch beter dan obligaties
De bekende Amerikaanse beursindex S&P 500 rendeerde sinds 1928 gemiddeld zo’n 9,5 procent per jaar. En Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar gemiddeld 4,7 procent per jaar. Het verschil tussen beide van gemiddeld 4,8 procentpunt per jaar zou sinds 1928 geresulteerd hebben in een verschil met een factor 52 qua opgebouwd vermogen.
Voor de S&P 500 is nu sprake van een koers/winst-verhouding van 16,5 wanneer wordt uitgegaan van de winsten die voor komend jaar worden verwacht. Dit resulteert in een winstrendement (winst/koers-verhouding) van 6,1 procent. Het rendement dat echter te verwachten is ligt hoger...
Zo geldt ten eerste dat een deel van de winsten worden ingehouden en bedrijven weten dit geld - gemiddeld - tegen een aantrekkelijk rendement te herinvesteren.
En ten tweede is er nog de inflatie, in de Verenigde Staten bedraagt die momenteel circa 1,8 procent. Opgeteld komt het jaarrendement voor aandelen dat voor het komende decennium mag worden verwacht in de buurt van het historische gemiddelde van 9,5 procent.
Voor Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar bedraagt het rendement nu 1,6 procent op jaarbasis. Het verschil qua te verwachten rendement van aandelen (9,5 procent) versus obligaties (1,6 procent) bedraagt daarmee momenteel 7,9 procentpunt en dat is fors meer dan het genoemde historische rendementsverschil van 4,8 procent.
Pessimistische verwachting voor aandelen wordt overdreven
Beleggers rekenen er kennelijk op dat de bedrijfswinsten op korte termijn aanzienlijk zullen dalen, dat de rente vlot zal verdrievoudigen of dat sprake zal zijn van een combinatie van beide. Bovenstaande rekensom laat zien hoe extreem pessimistisch beleggers onderhand geworden zijn.
Topbelegger Warren Buffett stelt dat het systeem van de vrije markt het menselijke potentieel ontketend heeft. En niets lijkt erop te wijzen dat dit menselijk potentieel reeds volledig is benut. Vanzelfsprekend geldt natuurlijk wel dat het uiterst lastig is een goede voorstelling te maken van een toekomst vol met nieuwe, onbekende vindingen.
Van de bedrijfswinsten is mijn inschatting dat ze gewoon verder zullen stijgen. Een ontwikkeling logischerwijs gevolgd door stijgende koersen. Zelf ben ik om die reden volledig in aandelen belegd. In de pessimistische stemming momenteel zie ik vooral een aantrekkelijke kans voor langetermijnbeleggers.
Hendrik Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is gratis beschikbaar. Deze column is niet bedoeld als individueel advies tot het doen van beleggingen.