- De ene beursindex is de andere niet: de manier waarop een aandelenindex worden samengesteld en de weging verschilt.
- Ook zijn er aandelenindices waarbij dividenden worden herbelegd en indices die dat niet doen.
- Business Insider legt uit waar je op moet letten, als je via een ETF in een brede beursindex wilt beleggen.
- Lees ook: Dit kun je leren van beurscrashes: klappen kunnen hard zijn, maar je kunt ze beter niet proberen te timen
Beursindices hebben verschillende functies. Ze worden gebruikt als graadmeter voor het algehele beurssentiment op de aandelenmarkt. Ook kun je ze gebruiken als vergelijkingsmaatstaf, om te checken of je eigen beleggingen of bijvoorbeeld die van een beleggingsfonds het beter of slechter doen dan de markt.
Maar je kunt er ook in beleggen, via een ETF, die het onderliggende mandje aandelen koopt. Het voordeel van een ETF (een zogenoemd indexfonds of exchange traded fund) is dat je een breed gespreide beleggingsportefeuille hebt, tegen relatief lage kosten, omdat de fondsbeheerder niet zelf research hoeft te doen om de beste aandelen te selecteren.
Wil je een ETF kopen die een brede markt volgt (dus niet een bepaalde sector), dan is het wel verstandig om goed te kijken op welke manier deze is samengesteld. Want dit heeft grote gevolgen voor je rendement.
Dit zijn 8 aspecten om in de gaten te houden:
1. Hoe representatief is de index eigenlijk?
Wil je met een ETF een brede markt bespelen, dan is het natuurlijk wel fijn als de index ook representatief is. Wil je bijvoorbeeld een deel van je portefeuille invullen met Amerikaanse aandelen, dan moge duidelijk zijn dat de bekende Dow Jones-index, die bestaat uit dertig aandelen, een minder goede afspiegeling vormt van de Amerikaanse markt dan de S&P 500-index, die - zoals de naam al aangeeft - uit maar liefst 500 aandelen bestaat, verdeeld over elf sectoren.
De S&P 500 is ook een betere graadmeter voor het bredere sentiment op Wall Street dan de Nasdaq-index, die zich richt vooral op technologiebedrijven.
De Duitse DAX-index bestond voorheen ook uit dertig aandelen, net als de Dow. Daar zijn er in september vorig jaar tien aan toegevoegd, waaronder ook enkele jonge, opkomende bedrijven, zoals webshop Zalando en maaltijdpakketleverancier HelloFresh.
Dit maakt de index representatiever voor de Duitse beurs dan voorheen. De DAX vertegenwoordigt inmiddels ongeveer 80 procent van de totale marktkapitalisatie van Duitse beursgenoteerde aandelen. Dit was voor de herindeling van de index circa 66 procent.
Soms kan de naam van een index misleidend zijn. Veel beleggers denken dat ze met de MSCI World-index de hele wereld bespelen. Toch is dat maar betrekkelijk.
De MSCI World Index richt zich op beurzen van 23 ontwikkelde landen. Daarnaast is er de MSCI Emerging Markets Index die 25 opkomende markten omvat. In de MSCI World Index heeft de VS een weging van ongeveer 65 procent. Je belegt dus vooral op Wall Street. Verder worden uitsluitend large- en midcapaandelen geselecteerd. Kleinere fondsen zitten er dus niet in.
Samensteller MSCI heeft overigens ook een overkoepelende index die een combinatie vormt van de MSCI World Index en de MSCI Emerging Markets Index: dat is de MSCI ACWI Index.
2. Hoe wordt een index samengesteld?
Ook als je kijkt naar de manier waarop aandelenindices worden samengesteld, ben je al snel appels met peren aan het vergelijken. Zo buigt een commissie die deels bestaat uit redacteuren van zakenkrant The Wall Street Journal zich over de samenstelling van de Dow Jones Industrial Average, zoals de Dow voluit heet.
Echt objectief is dat natuurlijk niet. De index moet een afspiegeling zijn van de Amerikaanse economie, maar op de selectie valt wel het nodige af te dingen. Zo zijn enkele van de grootste Amerikaanse bedrijven, zoals Alphabet, Amazon, Tesla, Meta (voorheen Facebook) en Berkshire Hathaway niet in de index opgenomen.
Sommige sectoren, zoals de automobielsector, schitteren zelfs helemaal in afwezigheid. Ook vind je sommige actuele thema's, zoals de energietransitie, niet terug in de index.
De meeste indices worden dan ook samengesteld op basis van een heldere en verifieerbare methode.
3. Wordt bij de selectie ook gekeken naar de resultaten van een bedrijf?
De beurscommissie die de DAX-index samenstelt, leerde in 2020 een harde les, toen betalingsbedrijf Wirecard over de kop ging, als gevolg van een groot fraudeschandaal. Zoiets was nog nooit eerder voorgekomen.
Bij de uitbreiding van de index, afgelopen najaar, zijn daarom de toelatingscriteria strenger geworden. Bedrijven krijgen alleen nog toegang tot dit paradepaardje van de Duitse beurs als ze kunnen aantonen dat ze de afgelopen twee jaar winst hebben gemaakt.
Ook de S&P 500 is alleen open voor bedrijven die winst maken. Zo maakt Tesla pas sinds december 2020 deel uit van de index, omdat het bedrijf tot die tijd nog geen zwarte cijfers schreef.
Een index die uitsluitend winstgevende bedrijven toelaat, is minder kwetsbaar dan een index waar dat niet gebeurt.
4. Welk gewicht hebben de aandelen in de index?
De individuele weging van aandelen in een index heeft een grote invloed op het koersverloop. Er zijn verschillende manieren om te bepalen hoeveel gewicht een bedrijf in een index heeft.
Prijsgewogen index
De eenvoudigste methode is een prijsgewogen index. De bekendste voorbeelden zijn de Dow Jones-index en de Japanse Nikkei 225-index. Hierbij krijgen de aandelen een weging op basis van de beurskoers. Een aandeel met een koers van 50 euro weegt hierdoor vijf keer zo zwaar als een aandeel met een koers van 10 euro.
Dat lijkt logisch, maar de prijs van een aandeel zegt niet per sé iets over de omvang van het bedrijf. Een bedrijf met een lage beurskoers, maar veel uitstaande aandelen kan meer waard zijn dan een bedrijf met een hoge koers, maar weinig uitstaande aandelen. Een weging puur op basis van de absolute beurskoers kan dus een vertekend beeld geven.
... versus marktgewogen index
Het is daarom gebruikelijker om ook het aantal uitstaande aandelen onder de loep te nemen. De meeste samenstellers letten op de marktkapitalisatie: het aantal uitstaande aandelen vermenigvuldigd met de beurskoers. Hoe hoger de marktkapitalisatie (ofwel beurswaarde) van een bedrijf is, hoe hoger de weging van het aandeel wordt.
Dit gaat als volgt. Stel:
- bedrijf A heeft 1 miljoen aandelen uitstaan, van 25 euro per stuk. De marktkapitalisatie is dan 25 miljoen euro
- bedrijf B heeft 2 miljoen aandelen uitstaan, van 50 euro per stuk. De marktkapitalisatie is dan 100 miljoen euro
In dat geval zal bedrijf B vier keer zo zwaar wegen in de index als bedrijf A.
Omdat aandelen waarvan de koers hard oploopt een grotere weging krijgen, loop je wel het risico op een relatief grote blootstelling aan overgewaardeerde aandelen. Dat kan je kwetsbaar maken voor bubbelvorming.
Om te voorkomen dat een aandeel te dominant wordt binnen een index, leggen de meeste indexsamenstellers wel een bovengrens op aan de weging. Zo mogen aandelen in de AEX-index niet meer dan 15 procent van de index uitmaken. Door koersstijgingen kan het gewicht in de praktijk wel tijdelijk hoger zijn. Zo heeft ASML weleens meer dan 20 procent van de AEX-index uitgemaakt.
Ondanks deze begrenzing, kunnen sommige aandelen toch een behoorlijke invloed hebben op het verloop van de index.
Zo maken de vijf aandelen met de hoogste weging in de AEX (Unilever, ASML, Shell, Prosus en Adyen) meer dan 50 procent van het totale rendement van de AEX-index uit. Dat maakt de index kwetsbaar voor sterke koersschommelingen. Komt bijvoorbeeld een van dit vijftal met een winstwaarschuwing, dan drukt dat de index direct. Maar zit een van deze fondsen in de lift, dan zie je ook de AEX opveren.
Bij de S&P 500 zien we vergelijkbare onevenwichtigheden. Zo had Tesla na een forse koersstijging in oktober 2021 een grotere marktkapitalisatie dan de totale energiesector in de index.
Indexsamenstellers letten tot slot bij de weging van een beursgenoteerd bedrijf vaak ook op de zogenoemde free float: dat is het percentage aandelen dat vrij verhandelbaar is op de beurs. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een deel van de aandelen van een bedrijf vast zit bij een oprichter en daarom niet vrij verhandeld kan worden.
Vaak wordt het gewicht van een bedrijf in een index daarom gebaseerd op de marktwaarde van de uitstaande aandelen die vrij verhandelbaar zijn.
Wat is de verdeling over sectoren?
Een weging op basis van marktkapitalisatie kan er niet alleen toe leiden dat individuele aandelen veel invloed hebben op het verloop van de index. Ook kunnen sommige sectoren oververtegenwoordigd raken.
Zo maakt de techsector inmiddels bijna 30 procent van de S&P 500 uit. Dat heeft beleggers in S&P 500-ETF's de afgelopen jaren geen windeieren gelegd. Maar wees wel beducht voor de risico's: als de techsector klappen krijgt, trekt dat de hele index mee omlaag.
Bij de AEX-index zien we hetzelfde fenomeen. De index wordt momenteel gedomineerd door techfondsen, zoals ASML, ASMI, Besi, Adyen en Prosus. Gaat het crescendo in die sector, zoals vorig jaar, dan profiteer je daar als indexbelegger volop van mee. Maar het kwartje kan ook de andere kant op rollen.
Dat hebben we eerder gezien bij de kredietcrisis in 2007, toen financials waren oververtegenwoordigd in de AEX-index. En we zagen dit ook voor het knappen van de dotcomzeepbel aan het begin van deze eeuw, toen bedrijven als UPC, Baan, Getronics en KPN de index domineerden.
Gelijkgewogen aandelen
Dit nadeel van dominantie van een bepaalde sector is er niet bij gelijkgewogen aandelenindices. Hierbij krijgen alle aandelen een gelijk gewicht, ongeacht de omvang van het bedrijf. Bestaat een index uit bijvoorbeeld twintig aandelen, dan krijgt elk aandeel een weging van 5 procent.
Een voordeel hiervan is dat je een betere spreiding krijgt. Maar daar staat tegenover dat zo'n index een minder goede afspiegeling wordt van de aandelenmarkt. In de AEX zou nieuwkomer Universal Music Group (UMG) dan een even grote weging krijgen als Shell, Unilever of ASML.
De spreiding van een equal weight-index heeft wel een prijs, omdat je niet meelift met sectoren die wind mee hebben. Dat hebben we de afgelopen vijf jaar gezien.
De S&P 500-index liep toen met 105 procent op, wat neerkomt op een gemiddeld rendement van 21 procent per jaar. De S&P equal weight-index steeg in diezelfde periode met 84 procent, goed voor een gemiddeld jaarrendement van 17 procent. Het verschil in rendement tussen deze indices bedraagt over deze periode dus maar liefst vier procentpunten per jaar.
Hoe vaak wordt de index herwogen?
Voor de indexbelegger is het nog belangrijk om te weten hoe vaak een index wordt herwogen. Een ETF volgt immers een index op de voet. Als er aandelen uit moeten of de weging wordt aangepast, leidt dat tot extra aankopen en dus extra transactiekosten. Dit drukt je rendement.
De frequentie van herweging verschilt per index. Bij de Dow Jones-index zijn er nauwelijks wisselingen, maar er zijn ook indices die dat meerdere keren per jaar doen, zoals de AEX-index.
Worden dividenden herbelegd?
Als je in aandelen belegt, kun je op twee manieren rendement behalen: koerswinst uit de verkoop van je aandelen en dividend dat door bedrijven wordt uitgekeerd en vervolgens wordt herbelegd.
In veel indices, zoals de AEX, worden herbelegde dividenduitkeringen niet meegenomen. Dit gebeurt alleen in een aparte variant die de AEX Gross Return heet. Maar er zijn ook indices, zoals de Duitse DAX-index, die dat wél standaard doen. Dit geeft een vollediger beeld van het totale beleggingsrendement.
Om je een idee te geven: de AEX-index is in de afgelopen vijf jaar met 61 procent gestegen en de AEX-herbeleggingsindex (AEX Gross Return) met maar liefst 87 procent. Dit laat zien hoe groot de impact van het herbeleggen van dividenden is op je rendement.
De keuze om dividenden te herbeleggen heeft ook invloed op het verloop van de index. Als een bedrijf uit de AEX dividend uitkeert, daalt de index een klein beetje. Bij de DAX gebeurt dat niet: een aandeel dat ex-dividend gaat, heeft geen invloed op de stand van de index.
Lees meer over beursindexen en beleggen in ETF's
- Indexbeleggen voor dummies: waarom beleggen in indexfondsen met lage kosten op de lange termijn gunstig is
- De Dow Jones-index bestaat 125 jaar: dit gebeurde er met de 12 eerste bedrijven uit de fameuze beursindex
- Vergeet de AEX – dat wordt toch niks, als je serieus wil beleggen
- 10 vragen over beleggen in ETF’s, hét must-have product voor elke particuliere belegger