Om als ondernemer een aangiftebiljet goed in te kunnen vullen is veel fiscale
kennis vereist. Welke aftrekposten mag je opvoeren? En welke niet? Soms is
de grens vrij schimmig.
Zo mag een ondernemer met een kantoor aan huis wel de zakelijke belkosten
aftrekken, maar niet de abonnementskosten, als de telefoonaansluiting zich
in het woongedeelte bevindt. Z24 zet een aantal belangrijke aftrekposten
voor ondernemers en werknemers op een rij.
Studiekosten
Een schildercursus moet je zelf betalen. Maar voor de kosten voor een studie
of cursus voor je werk of een toekomstig beroep komt de fiscus je wél graag
tegemoet. Alle studiekosten (met aftrek van eventuele vergoedingen van
bijvoorbeeld je werkgever) zijn aftrekbaar, voor zover het totaalbedrag
uitkomt boven een drempel van 500 euro.
Het gaat hierbij om lesgeld en de kosten van boeken en studiemateriaal, maar
ook om afschrijvingen op je computer of printer, mits je deze apparaten voor
je studie nodig hebt. Gebruik je je pc ook privé, dan mag je dat gedeelte
niet opvoeren. Voor computers en randapparatuur gaat de Belastingdienst uit
van een levensduur van drie jaar en een restwaarde van 10 procent.
Let wel op: niet alle studiekosten zijn aftrekbaar. De rente op
studieschulden mag je bijvoorbeeld niet opvoeren. Ook je studeerruimte en de
inrichting ervan zijn niet aftrekbaar. Hetzelfde geldt kosten voor
(studie)reizen, hotelovernachtingen, diners, versnaperingen, kleding en
excursies.
Lijfrente
Een lijfrente om je pensioentekort aan te vullen kan fiscaal voordelig zijn.
Maar dat hoeft niet. Hoeveel je mag aftrekken, hangt af van je
pensioenopbouw. Je mag alleen een bedrag aftrekken als je een pensioentekort
hebt.
Je mag over 2010 de premies voor lijfrenten en de stortingen op een
lijfrentespaarrekening aftrekken die vóór 1 april dit jaar zijn betaald.
Kies je ervoor om premies die dit jaar zijn betaald over 2010 af te trekken,
dan kun je deze volgend jaar niet opnieuw opvoeren: ze zijn slechts één keer
aftrekbaar.
Ondernemersaftrek
Word je door de Belastingdienst erkend als ondernemer, dan kom je in
aanmerking voor de ondernemersaftrek. Je mag dan een bepaald bedrag
aftrekken van de winst.
Onder deze aftrekpost vallen diverse deelposten: de zelfstandigen- en
startersaftrek, de aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, de meewerkaftrek
en de (eenmalig op te voeren) stakingsaftrek.
Om aanspraak te maken op deze aftrekposten moet je wel voldoen aan het
zogeheten urencriterium. Dat betekent dat je in het betreffende jaar
minimaal 1.225 uur aan je bedrijf hebt besteed. Een goede urenadministratie
om dit te bewijzen is geen overbodige luxe.
De zelfstandigenaftrek geldt voor alle ondernemers. De hoogte hiervan hangt
af van de winst die je bedrijf heeft geboekt. Hoe hoger dat cijfer uitpakt,
hoe minder je mag aftrekken. Het minimum aftrekbare bedrag bedraagt 4.574
euro, bij een winst van minimaal 59.450 euro. Het maximale aftrekbedrag is
9.427 euro.
De startersaftrek is specifiek bedoeld voor jonge ondernemingen en bedraagt
2.110 euro.
Mkb-winstvrijstelling
Alle kleinere ondernemers maken ook aanspraak op de mkb-winstvrijstelling.
Deze bedraagt 12 procent van de winst (minus de ondernemersaftrek). Anders
dan bij de andere aftrekposten geldt hier geen urencriterium. Ook
ondernemers die bijvoorbeeld slechts één dag per week voor hun bedrijf
actief zijn komen dus voor dit fiscale voordeel in aanmerking.
Investeringsaftrek
Een andere mogelijk interessante aftrekpost betreft de investeringsaftrek:
een bedrag dat je mag aftrekken van de winst, als je hebt geïnvesteerd in
bedrijfsmiddelen. De bekendste variant is de
kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), bedoeld voor ondernemers die
vorig jaar tussen de 2.200 en 300.000 euro investeerden voor hun bedrijf. De
hoogte van deze aftrek hangt af van het geïnvesteerde bedrag en bedraagt
maximaal 28 procent. Het moet wel om bedrijfsmiddelen gaan die in aanmerking
komen voor deze aftrekpost.
Nieuw in de aangifte over 2010 is dat zeer zuinige personenauto’s hier ook
onder vallen. Het gaat hierbij om elektrische auto’s, benzineauto’s met een
CO2-uitstoot van maximaal 110 gram per kilometer en dieselwagens met een
CO2-uitstoot van hooguit 95 gram per kilometer.
Er bestaan ook nog extra aftrekposten voor investeringen in energiezuinige of
milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen.
Kosten bij start onderneming
Een bedrijf starten is vaak niet goedkoop. Alle kosten die je in de aanloop
hier naartoe hebt gemaakt mag je aftrekken. Denk bijvoorbeeld aan het
bonnetje voor de aanschaf van een computer.
Goederen die je al langer geleden hebt aangeschaft en voor je bedrijf
gebruikt zijn daarentegen níet aftrekbaar, maar je mag deze spullen wel bij
de start van je bedrijf inbrengen tegen de dagwaarde. Ze maken dan deel uit
van het ondernemingsvermogen.
Werkruimte
Heb je een kantoor aan huis, dan zijn de kosten hiervoor alleen aftrekbaar
voor de inkomstenbelasting als de werkruimte een zelfstandig deel van de
woning is. Daamee wordt bedoeld dat de werkruimte moet beschikken over een
eigen ingang en eigen voorzieningen, zoals sanitair. Ook moet je in je
kantoor een belangrijk deel van je inkomen verdienen.
Gaat dit alles niet voor jou op, dan mag je voor de inkomstenbelasting nog wel
de kosten aftrekken die je zou maken als je het pand van een ander zou
huren. Je bureau valt daar bijvoorbeeld onder. Maar schilderwerk aan de
kozijnen niet.
Vaste lasten
Andere kosten mag je aftrekken voor zover deze voor zakelijk gebruik zijn.
Vakliteratuur valt daar bijvoorbeeld wel onder, maar overige boeken en
tijdschriften niet. Zakelijke gesprekskosten zijn volledig aftrekbaar. Een
telefoonabonnement niet, tenzij de aansluiting zich in jouw kantoorruimte
bevindt. Energiekosten kun je naar rato van zakelijk gebruik aftrekken.
Diners
Voor de kosten voor zakenlunches en -diners, studiereizen of een bezoek aan
een congres of seminar geldt voor de inkomstenbelasting een drempel van
4.300 euro: alleen de kosten daarboven zijn aftrekbaar. Maar op verzoek is
het ook mogelijk om in plaats van deze drempel 73,5 procent van de kosten af
te trekken. Geef je minder uit dan 4.300 euro, dan kan dat voordeliger zijn.
Auto
Voor een auto moet je een keuze maken tussen zakelijk of privévermogen. Als
je je privé-auto ook voor je bedrijf gebruikt, mag je voor elke zakelijke
rit 19 cent per kilometer aftrekken. Deze prijs geldt ook voor huurauto’s.
Reken je je auto tot je zakelijke vermogen, dan mag je maximaal 500
privékilometers maken. Een sluitende kilometeradministratie is dan wel
vereist. Vat dit niet te licht op: de Belastingdienst staat erom bekend
ijverig te controleren bij pretparken en grensovergangen.
Overigens mag de keuze ‘zakelijk of privé’ voor de inkomsten- en
omzetbelasting verschillen.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl