Wie een vast inkomen uit een coöperatie krijgt en geen ondernemersrisico loopt, kan zijn ondernemersstatus verliezen. Dat blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank Gelderland.

Coöperaties zijn een populaire rechtsvorm voor samenwerkende zzp’ers. Niet ten onrechte. Met deze rechtsvorm is het immers mogelijk om de risico’s van het ondernemerschap af te schermen terwijl je als ondernemer belast blijft in de inkomstenbelasting belast blijft. Dat je als ondernemer wel moet oppassen blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank Gelderland.

Op 28 juli 2015 heeft de rechtbank Gelderland geoordeeld dat de inkomsten van een belastingadviseur uit verschillende coöperaties belast moesten worden als loon en niet als winst uit onderneming. Saillant detail is dat deze belastingadviseur zelf lezingen geeft over het gebruik van de coöperatie als rechtsvorm voor samenwerkende ondernemers.

De belastingadviseur was werkzaam voor verschillende coöperaties waar hij lid was. Hij kreeg van elk van de coöperaties een vaste vergoeding voor zijn werkzaamheden. Hij had geen andere inkomsten. De rechtbank vond dat de adviseur geen onderneming voerde omdat hij geen risico liep. Alle ondernemingsrisico’s werden gedragen door de verschillende coöperaties, de adviseur kreeg zelf een vaste beloning en had niet rechtstreeks aanspraak op een deel van de winsten van de coöperaties.

Het feit dat de belastingadviseur werkzaam was voor verschillende coöperaties brengt volgens de rechtbank niet met zich mee dat een onderneming bestaat. Ook het feit dat de adviseur geen andere inkomsten uit onderneming had, droeg aan die constatering bij.

Het is opmerkelijk dat de rechtbank nauwelijks aandacht besteedt aan de stelling van de belastingadviseur dat hij een zelfstandig beroep uitoefent.

In de Wet inkomstenbelasting 2001 is bepaald dat een beoefenaar van een zelfstandig beroep een ondernemer is. De belastingadviseur beroept zich in de bezwaarfase op deze bepaling. Uit de uitspraak van de rechtbank blijkt niet duidelijk of dit standpunt ook in de procedure een rol heeft gespeeld.

Ik neem aan dat deze belastingadviseur in hoger beroep gaat tegen deze uitspraak en dat het laatste woord hierover nog niet is gezegd.

Conclusie:

Om als zzp’er met een coöperatie in de Inkomstenbelasting als ondernemer belast te worden, is het van groot belang dat je ook als (fiscale) ondernemer wordt aangemerkt. Het beste is het om naast de coöperatie ook andere betalende opdrachtgevers te hebben met soortgelijke werkzaamheden. De bepalingen in de statuten van de coöperatie zijn ook erg belangrijk.

In veel gevallen kan het begrip zelfstandig beroep uitkomst bieden. De beoefenaar van een zelfstandig beroep is immer per definitie ondernemer. Bij twijfel over de fiscale behandeling loont het wellicht de moeite om de situatie vooraf met de fiscus af te stemmen.

Bas Kortenbach werkzaam als zelfstandig belastingadviseur in de regio Den Haag. Hij heeft zich gespecialiseerd in pensioenen en inkomensvoorzieningen voor ondernemers. Voor Z24 levert hij vooral bijdragen op het gebied van oudedagsvoorzieningen en inkomensvraagstukken.

 

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl