Ondernemingsverliezen zijn in principe aftrekbaar, maar niet als je jarenlang achtereen verlies maakt.
Wie met zijn bedrijf verlies maakt, kan dat aftrekken voor de belasting. Als je naast je bedrijf inkomen krijgt in loondienst of een uitkering hebt, kun je het verlies aftrekken van dat andere inkomen. Je betaalt dan minder inkomstenbelasting.
Heb je geen ander inkomen, dan mag je het verlies aftrekken van eventuele winsten in eerdere jaren (tot drie jaar terug). Dit heet in jargon ook wel carry back. Lukt dit niet, of is er nog verlies over na deze achterwaartse verliesverrekening, dan mag je het restant gebruiken om toekomstige winsten maximaal negen jaar lang te verlagen. Dit heet carry forward.
Verrekening bedrijfsverlies
Maar niet alle verlies is aftrekbaar. Onlangs ging een vrouwelijke ondernemer in hoger beroep bij het gerechtshof in Den Haag. Zij wilde haar verlies verrekenen met positieve inkomsten die zij kreeg uit werk en, later, met haar ww-uitkering. Op die manier hoefde zij minder inkomstenbelasting te betalen.
De Belastingdienst accepteerde dat niet, omdat zij al jarenlang verlies maakte met haar onderneming – een hondenschool waar gehoorzaamheids- en jachttraining werd gegeven. Je bent alleen maar ondernemer voor de Belastingdienst als redelijkerwijs is te verwachten dat je winst zult maken. Is dat niet het geval en lijkt je onderneming structureel verliesgevend te zijn, dan ziet de Belastingdienst jou niet als ondernemer en kun je de verliezen niet verrekenen.
De hondentrainster was in 2001 begonnen met haar bedrijf, maar had tot en met 2012 elk jaar verlies gemaakt. De Belastingdienst besloot dat zij met ingang van 2008 niet langer als ondernemer moest worden beschouwd, vanwege het ontbreken van perspectief op structurele winst. Dat betekent dat zij de verliezen vanaf dat jaar niet langer kon aftrekken van haar overige inkomen.
Hoge kosten: jachtkleding en verwarming
Een belangrijke reden voor haar permanente verliezen waren de hoge kosten die zij maakte. Zo gaf zij ten onrechte verwarmingskosten van haar eigen woning op en boekte zij jachtkleding, laarzen en andere buitenkleding op kosten van de zaak. Kleding is alleen onder strikte voorwaarden, zoals het zichtbaar zijn van een logo, aftrekbaar.
Als de hondenschool in de toekomst alsnog structureel winstgevend wordt - in 2013 werd een zeer bescheiden winst geboekt - dan mag de hondentrainster de aanloopkosten aftrekken die zij maakte in de vijf jaar tot 2001, toen zij haar bedrijf oprichtte (met bonnetjes!).
Zij mag de verliezen die zij sinds 2001 heeft gemaakt echter niet verrekenen met de toekomstige winsten. De fiscus beschouwt haar immers sinds 2008 niet langer als ondernemer.
Paul van der Kwast is financieel planner en lid van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet. Ook schrijft hij tweewekelijks een column over personal finance.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl