Leen geen geld aan familie tegen te soepele voorwaarden als je een eventueel verlies wilt aftrekken van de belasting.
Als je geld uitleent, valt de lening voor jou in principe in box 3. Dat betekent dat de rente-inkomsten onbelast zijn. Maar als je geld uitleent aan je partner of aan een familielid, valt de lening vaak in box 1. De rente-inkomsten vallen dan onder de terbeschikkingstellingsregeling (tbs) en zijn belast als ‘resultaat uit overige werkzaamheden’. Een eventueel verlies is dan soms aftrekbaar. Maar wanneer het verlies aftrekbaar is en wanneer niet, is niet altijd duidelijk en leidt tot veel rechtszaken.
Verlies op lening
Eind vorige week deed de Hoge Raad uitspraak in zo’n zaak. Een vader had zijn ondernemende zoon geld geleend voor diens bedrijf. Toen bleek dat de zaken slecht liepen en de zoon zijn geld niet zou kunnen terugbetalen, besloot de vader de uitstaande schuld aan zijn zoon te schenken. Dat betekent dat hij feitelijk verlies nam op de lening. Dit verlies voerde hij zelf op in box 1, zodat zijn overige belastbare inkomen lager uitviel.
De Belastingdienst was het hier niet mee eens, omdat de lening onzakelijk zou zijn. Onzakelijk wil zeggen dat een onafhankelijke derde een dergelijk bedrag niet onder vergelijkbare voorwaarden zou hebben uitgeleend.
Privésfeer
Zo was er in dit geval geen aflossingsschema afgesproken, waren er geen zekerheden gesteld en was er geen rente afgesproken. Een onafhankelijke partij zou, kortom, nimmer onder dergelijke voorwaarden geld hebben uitgeleend. Sterker, een buitenstaander zou helemaal geen geld hebben uitgeleend aan deze ondernemende zoon, ook niet tegen een hoge rente.
Vanwege dit risico valt de lening volgens de Hoge Raad niet langer in de ondernemingssfeer, maar in de privé-sfeer. Daardoor is niet langer sprake van een negatief 'resultaat uit overige werkzaamheden'. Het verlies komt dan ook niet in aanmerking voor aftrek voor de inkomstenbelasting.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl