Over de levering van diensten moet je onderneming misschien btw betalen. De plaats van de dienst is bepalend voor het land waar je de btw moet betalen.

Sinds 1 januari 2010 zijn de regels voor deze plaats van dienst gewijzigd. Met welke regels moet je rekening houden?

Hoofdregel

Voor de bepaling van de plaats van een dienst moet je onderscheid maken tussen diensten aan ondernemers (Business to Business diensten) en diensten aan niet-ondernemers (Business to Consumer diensten). De hoofdregel is dat je onderneming de dienst aan een ondernemer verricht op de plaats waar de afnemer van je dienst woont, is gevestigd of een vaste inrichting heeft. Gaat het om het verrichten van een dienst aan een niet-ondernemer, dan is de plaats waar de dienstverlener woont of is gevestigd de plaats van dienst.

Verlegging

De plaats van de dienst wordt verlegd omdat de afnemer een ondernemer is. Het maakt daarbij niet uit of de afnemer een btw-identificatienummer heeft of niet. Diensten aan ondernemers zijn immers belastbaar in het land van de afnemer. De afnemer neemt de verschuldigde btw in zijn aangifte op en brengt die in dezelfde aangifte ook weer als voorbelasting in aftrek voor zover de afnemer natuurlijk belaste prestaties verricht. De btw verloopt dus verder buiten beeld en bereik van je onderneming.

Uitzondering

Deze hoofdregel geldt echter niet voor de volgende diensten:

  • Diensten met betrekking tot onroerende zaken;
  • Artistieke, culturele, wetenschappelijke, educatieve, vermakelijkheids- of soortgelijke activiteiten als beurzen en tentoonstellingen, inclusief de organisatie;
  • Vervoer van personen;
  • Restaurant- en cateringdiensten;
  • Restaurant- en cateringdiensten aan boord van een schip, vliegtuig of trein (passagiersvervoer) binnen de EU;
  • Kortdurende verhuur van vervoermiddelen.

Op de website van de Belastingdienst kun je een hulpmiddel vinden om te bepalen waar de dienst dan belast is.

Listing

Periodiek moet je een opgaaf doen van de diensten die je aan andere ondernemers binnen Europa verricht. Dit is een controlemiddel voor de EU-lidstaten om te kijken of ondernemers hun btw-verplichtingen nakomen. Deze zogenoemde ‘listing’ moet je elke maand of kwartaal ‒ afhankelijk van het tijdvak ‒ indienen bij de fiscus. Dit moet uiterlijk de laatste dag van de kalendermaand die volgt op het betreffende tijdvak. Je hoeft de diensten die vallen onder de uitzonderingen niet mee te nemen in de opgaaf. In je administratie moet je dus een splitsing maken.

Belastingtip: dit artikel is geschreven door de redactie van Fiscaal Rendement. Meer tips en fiscaal nieuws vind je op www.rendement.nl/fiscaal

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl