Als een BV failliet gaat terwijl er nog een belastingschuld is, kan de dga (directeur-grootaandeelhouder) hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld.

Als de zaken niet goed gaan terwijl er nog schulden zijn, is verkoop van de bezittingen van de onderneming soms de enige manier om openstaande schulden terug te betalen. Een ondernemer met wiens BV het niet goed ging, verkocht enkele jaren geleden om die reden activa van de BV.

Een belangrijke schuldeiser met een uitstaande lening van ruim vier ton was de Rabobank, die de ondernemer onder druk zette om in elk geval die bankschuld terug te betalen. Omdat de Rabobank zekerheden had bedongen, mocht de ondernemer op een gegeven moment zelfs geen bezittingen verkopen zonder toestemming van de Rabobank. Kortom, de ondernemer stond haast onder curatele van de bank.

Verkoop van de bezittingen was voor de bank een succes: de volledige bankschuld werd terugbetaald, ondanks de deplorabele toestand van de BV. Dit ging echter ten koste van andere crediteuren. Zo had de Belastingdienst nog bijna drie ton aan loonbelasting en omzetbelasting te vorderen. Die kon zich na het faillissement van de BV niet langer op de onderneming beroepen. Daarom legde de Belastingdienst een claim bij de ondernemer persoonlijk neer. Die was het hier niet mee eens en stapte naar de rechter.

In hoger beroep deed het Hof van Den Bosch onlangs uitspraak over deze zaak. De rechter vond dat de ondernemer een verkeerde keuze had gemaakt door wel de bank, maar niet de fiscus te betalen. Hij erkende weliswaar dat de Rabobank de ondernemer onder druk had gezet, maar de ondernemer had tenminste moeten overleggen met de Belastingdienst. Zeker daar de Belastingdienst een voorrangspositie heeft als schuldeiser. Omdat de ondernemer met deze voorrangspositie geen rekening had gehouden, maakte hij zich volgens het hof schuldig maakte aan onbehoorlijk bestuur.

Wat betekent dat concreet? De BV is een eigen entiteit. De aandeelhouders van een BV zijn in principe niet aansprakelijk voor schulden van hun BV. Maar bij onbehoorlijk bestuur kunnen de aandeelhouders wel worden aangesproken voor deze schulden. Nu de BV failliet is, is de dga hoofdelijk aansprakelijk voor de niet betaalde belasting.

Paul van der Kwast is financieel planner en lid van de Vereniging Onafhankelijke Financieel Planners. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet. 

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl