- Het is weer tijd voor de belastingaangifte! In een serie artikelen belicht Business Insider de belangrijkste aftrekposten.
- Er zijn verschillende heffingskortingen en aftrekposten die kunnen helpen om minder belasting te betalen, waaronder de aftrek van bepaalde reiskosten voor werknemers.
- Bekijk het overzicht van de fiscale aftrekposten voor vervoer.
- Lees ook: Belastingaangifte 2024: Belangrijke deadlines plus 8 weetjes en tips
Het is weer bijna tijd voor de aangifte voor de inkomstenbelasting: vanaf 1 maart kun je de belastingaangifte over 2024 indienen. Daarbij is het uiteraard handig om na te gaan of er aftrekposten zijn waar je gebruik van kunt maken, zodat je niet te veel belasting betaalt.
In een serie artikelen behandelt Business Insider de belangrijkste aftrekposten voor verschillende onderdelen van de belastingaangifte. Hieronder ontdek je hoe het zit met heffingskortingen en reiskosten voor werknemers.
Eerder gingen we al in op aftrekbare zorgkosten, giften en en alimentatie en de auto van de zaak.
Heffingskortingen zorgen ervoor dat je minder belasting betaalt
Heffingskortingen zijn bedragen die je in mindering mag brengen op de te betalen belasting. Hoe hoger de korting uitpakt, des te groter het voordeel.
De algemene heffingskorting is inkomensafhankelijk. Voor het belastingjaar 2024 bedraagt deze 3.362 euro voor de laagste inkomens (tot 24.813 euro) en 1.735 euro voor mensen met een AOW-uitkering.
Ligt jouw inkomen tussen 24.813 euro en 75.518 euro, dan is het een lager bedrag, afhankelijk van je inkomen. Verdien je meer dan 75.518 euro, dan vervalt de algemene heffingskorting.
Arbeidskorting: belastingkorting als je betaalde baan hebt
De arbeidskorting is een heffingskorting waar iedere werkende die in 2024 maximaal 124.935 euro bruto verdiende, aanspraak op kan maken. De hoogte hiervan hangt af van je leeftijd en de hoogte van je inkomen.
Ben je in loondienst, dan houdt je werkgever bij de berekening van de loonheffing al rekening met de arbeidskorting. Je hoeft de arbeidskorting dus niet apart aan te vragen als je aangifte doet.
Inkomensafhankelijke combinatiekorting: ouders met kinderen tot 12 jaar
De inkomensafhankelijke combinatiekorting is bedoeld voor ouders die een kind tot twaalf jaar in huis hebben. Dat hoeft niet je eigen kind te zijn; het mag ook de zoon of dochter van je fiscaal partner zijn.
Om hier gebruik van te kunnen maken moet je een inkomen hebben van minimaal 6.073 euro in het fiscale jaar 2024.
De hoogte van deze korting is - zoals de naam al aangeeft - afhankelijk van je inkomen en bedraagt maximaal 2.950 euro. Welk bedrag jij in mindering kunt brengen, kun je checken op de site van de Belastingdienst.
Reiskosten: aftrek kosten voor trein en bus
Wie in loondienst is en met het openbaar vervoer naar zijn werk reist, mag hiervoor onder voorwaarden een vast bedrag aftrekken. Je mag dus niet de werkelijk gemaakte kosten in mindering brengen op je inkomen.
Let wel op: als je een reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer krijgt van je werkgever, mag je die kosten niet nog eens als aftrekpost opvoeren.
De hoogte van de aftrek voor reiskosten die de werkgever niet vergoedt, hangt af van de afstand die je moet overbruggen en de reisfrequentie. Het is maximaal 2.578 euro in het fiscale jaar 2024.
De tabel met de bedragen vind je hier (je ziet eerst de tabel voor 2025, als je verder doorsscrollt vind je de tabel voor 2024).
Leg je bijvoorbeeld vijf dagen per week 44 kilometer af van Delden naar Deventer, dan mag je 1.992 euro aftrekken van je inkomen. Leg je drie dagen per week die afstand af, dan daalt de aftrek naar 1.494 euro.
Ontvang je van je baas een tegemoetkoming in de reiskosten, dan moet je deze vergoeding van dit bedrag aftrekken.
Om voor reiskostenaftrek in aanmerking te komen, moet je wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet de reisafstand meer dan 10 kilometer zijn en moet je minimaal één dag per week naar je werk hebben gereisd (of minimaal 40 dagen per jaar).
Woon je dicht bij je werk, dan mag je de kosten voor je busritjes naar kantoor dus helaas niet aftrekken van je inkomen.
Zorg dat je bewijsstukken kunt overhandigen
Om van reisaftrek gebruik te kunnen maken, moet je uiteraard wel kunnen bewijzen dat je die kosten ook hebt gemaakt. Hiervoor eist de fiscus een openbaarvervoerverklaring (die je aanvraagt bij het vervoerbedrijf) of reisverklaring van je werkgever (als je losse kaartjes koopt of met je OV-chipkaart reist).
Sommige vervoersmaatschappijen, zoals de NS, geven abonnementsgegevens (van maand- en jaarkaarten) al automatisch aan de Belastingdienst door. In dat geval heb je geen openbaarvervoerverklaring nodig.
Heb je een reisverklaring, zorg dan wel dat je kunt bewijzen dat je echt met de bus of trein hebt gereisd; bijvoorbeeld via betalingsgegevens van je OV-chipkaart of een overzicht van reizen die je met die kaart hebt gemaakt. Let wel op: overzichten van een anonieme OV-kaart gelden niet als bewijs!
... maar wacht hier niet te lang mee
Download het overzicht op tijd, want deze gegevens worden na 18 maanden vernietigd.
Wat nu als ik moet reizen naar verschillende plekken?
Sommige werknemers moeten op één dag naar verschillende plekken reizen. Zij mogen alleen de reiskosten aftrekken naar de plaats waar ze het vaakst naartoe gaan. Is de verdeling fifty-fifty, dan mag je uitgaan van de locatie met de langste reisafstand.
Reis je in één week op verschillende dagen naar verschillende werkplekken, dan mag je wel voor beide plaatsen de reiskosten aftrekken. Je moet dan voor elke locatie afzonderlijk de aftrek uitrekenen en beide bedragen bij elkaar optellen.
Reizen met je eigen auto of fiets: onbelaste vergoeding van €0,23 per kilometer
Ga je met je eigen auto of de fiets naar je werk, dan heb je geen recht op reisaftrek. Wel mag je werkgever maximaal 23 eurocent per kilometer onbelast vergoeden.
Reis je met zowel het openbaar vervoer als met de auto of fiets, dan kun je – als je aan de voorwaarden voldoet – in aanmerking komen voor reisaftrek voor het gedeelte dat je aflegt per bus, tram, metro of trein.
Carpoolen: je werkgever mag een vergoeding geven
Wie besluit te carpoolen, mag hiervoor een vergoeding van de werkgever krijgen. De hoogte van het bedrag hangt deels af van wie dit organiseert.
Is dit je werkgever, dan mag hij aan de chauffeur 23 cent per kilometer onbelast vergoeden, inclusief omrijkilometers. Organiseer jij het zelf, dan kan elke werknemer maximaal 23 cent per kilometer krijgen. Alleen vallen in dat geval de kilometers die worden omgereden buiten de vergoeding.
Reizen met een auto van de zaak: bijtelling voor privégebruik
Rijd je in een auto van je werkgever, dan moet je werkgever een fictief bedrag als loon bij je salaris tellen, voor het voordeel dat je hebt van het privégebruik van de auto: de bijtelling. Je moet hierover belasting betalen.
De hoogte van de bijtelling hangt af van het type auto, de catalogusprijs en de datum waarop voor het eerst een kenteken is afgegeven.
Betaal je een eigen bijdrage voor het privégebruik auto van de werkgever, dan trekt je werkgever deze af van de bijtelling. Maar als die eigen bijdrage hoger is dan de bijtelling, dan wordt de bijtelling teruggebracht naar nul. Een negatieve bijtelling is dus niet mogelijk.
Ziekte of verlof heeft overigens geen invloed op de bijtelling als je in die periode de auto van je werkgever tot je beschikking had. Je mag voor deze periode dus geen bedrag in mindering brengen; tenzij je de auto hebt ingeleverd bij je werkgever.
… dit kan wel gevolgen hebben voor toeslagen
Verder is het belangrijk om je te realiseren dat je inkomen omhoog gaat door de bijtelling. Dat kan gevolgen hebben voor bijvoorbeeld de zorg-, huur- en kinderopvangtoeslag.
Zo hoog is de bijtelling voor (lease)auto van de zaak
De bijtellingstarieven worden elk jaar tegen het licht gehouden. Voor auto's waarvan het kenteken voor het eerst in 2024 is afgegeven, gelden er twee tarieven:
- 16 procent voor volledig elektrische auto's tot een cataloguswaarde van 30.000 euro
- 22 procent voor alle overige auto's, inclusief hybride auto's, alsook voor het deel van de cataloguswaarde van elektrische auto's dat boven de 30.0000 euro uitkomt.
Heb je vorig jaar een elektrische auto genomen van 60.000 euro, dan moet je 11.400 euro bij je inkomen optellen: 16 procent over 30.000 euro (4.800 euro) plus 22 procent over de resterende 30.000 euro (6.600 euro).
Voor zonnecelauto’s (elektrische auto’s met zonnepanelen) en waterstofauto’s geldt het verlaagde tarief over de hele catalogusprijs. Het maakt daarbij dus niet uit hoe duur die auto is.
De bijtelling geldt vijf jaar
Voor auto’s waarvan het kenteken eerder is afgegeven, moet je uitgaan van de tarieven van het betreffende jaar. Deze bijtelling moet je vijf jaar achter elkaar hanteren. Daarna geldt een nieuw percentage.
Rijd je bijvoorbeeld rond in een elektrische auto waarvan het eerste kenteken in 2021 is afgegeven, dan mag je over 2024 en ook over dit jaar nog het lagere tarief van destijds 12 procent toepassen (en dus niet de huidige 16 procent over de eerste 30.000 euro + 22 procent over het topje van de cataloguswaarde).
Auto ouder dan 15 jaar? Lagere bijtelling
Voor auto's die ouder zijn dan 15 jaar geldt een ander tarief. Hiervoor moet je 35 procent van de waarde van het auto in het economisch verkeer hanteren, ofwel de dagwaarde. Die is lager dan de cataloguswaarde.
Meer informatie over de youngtimerregeling en de vraag of die regeling voor jou interessant is, vind je in dit artikel.
Maak je maar weinig privéritten? Dan is geen bijtelling nodig
Een bijtelling is niet nodig als je met de auto van je werk minder dan 500 privékilometers per jaar aflegt. Denk bijvoorbeeld aan ritjes naar de supermarkt of de voetbalclub van je kind, vakanties of weekendjes weg, en bezoek aan familie.
Had je de auto niet het hele kalenderjaar tot je beschikking, dan moet je het aantal privékilometers verrekenen naar een heel kalenderjaar. Had je bijvoorbeeld vier maanden (dus een derde kalenderjaar) een auto van de zaak en legde je in die periode 150 privékilometers af, dan komt het totale aantal privékilometers uit op 450 (150 x 3): net voldoende om de bijtelling te ontlopen.
Maar zou je in die periode 200 kilometers privé hebben gereden, dan zou je volgens de rekensom uitkomen op 600 privékilometers en moet er dus wél een bedrag bij je loon worden opgeteld.
Ben je in 2024 van baan veranderd en had je bij beide werkgevers een auto van de zaak, dan moet je voor elke auto de bovenstaande rekenoefening uitvoeren.
… maar je moet dit wél kunnen aantonen
Kun je de bijtelling ontlopen omdat je de auto vrijwel volledig voor je werk hebt gebruikt? Dan moet je dit wel kunnen aantonen met een sluitende kilometeradministratie. De Belastingdienst controleert streng en de boetes zijn niet mals, dus ga hier niet mee sjoemelen.
Twee auto's van de zaak
Er zijn maar weinig mensen die deze luxe hebben, maar heb je meer dan één auto van de zaak, dan moet je per auto bekijken of er sprake is van een bijtelling.
Als je met geen enkele auto meer dan 500 privékilometers rijdt, hoef je geen bedrag bij je inkomen op te tellen. Leg je met slechts één van beide auto's meer dan 500 privékilometers af en kun je dat aantonen, dan geldt de bijtelling ook slechts voor één auto.