- Business Insider bespreekt in een serie over de belastingaangifte 2024 welke aftrekposten je kunt inzetten om minder belasting te betalen.
- De belastingaangifte over 2024 kan vanaf maart worden ingestuurd.
- In deel 1 kijken we naar de zorgkosten. Let daarbij op de inkomensafhankelijke drempel.
- Lees ook: De 15 belangrijkste veranderingen voor je portemonnee in 2025: van zorgkosten tot hypotheekrenteaftrek
Over een paar weken is het weer tijd voor de jaarlijkse belastingaangifte! Vanaf 1 maart kunnen Nederlanders De aangifte voor de inkomstenbelasting van 2024 indienen.
Traditioneel brengt Business Insider in de aanloop naar de belastingaangifte een serie over fiscale aftrekposten, waarin we uitleggen waar nog belastingvoordeel valt te behalen. We trappen dit jaar af met aftrekbare kosten voor de zorg.
Ook afgelopen jaar zijn medicijnen duurder geworden en de zorgkosten verder gestegen. Zorginstituut Nederland raamde de gemiddelde stijging van de zorgkosten van het basispakket van de zorgverzekering op 7,4 procent in 2024 en voor langdurige zorg een kostenstijging van 9 procent.
Zorgkosten worden deels gedekt door de basisverzekering en aanvullende zorgverzekeringen, maar dat geldt niet voor alle zorgkosten. Dit betekent dat fiscale aftrekposten relevant blijven. Ben je veel geld kwijt geweest aan zorg, dan is het prettig als je gebruik kunt maken van deze aftrekmogelijkheden.
Wie gezond is en goed verdient, kan maar weinig zorgkosten in mindering brengen op zijn inkomen. Dit heeft te maken met de zogenoemde inkomensafhankelijke drempel voor de fiscale aftrek van zorgkosten. Daarnaast zijn bepaalde zorgkosten in principe niet fiscaal aftrekbaar, zoals bijvoorbeeld het geval is voor de aanschaf van een bril of een hoestdrankje.
Bij kosten die wel aftrekbaar zijn voor de inkomstenbelasting, mag in je belastingaangifte zorgkosten opvoeren van jezelf, je fiscaal partner en eventuele kinderen die jonger zijn dan 27 jaar, maar de kosten niet zelf kunnen dragen. Woon je in huis met een ernstig gehandicapt persoon, dan geldt er geen leeftijdsgrens: zijn of haar kosten zijn altijd aftrekbaar.
Je mag alleen de kosten aftrekken waarvoor je geen vergoeding krijgt via de zorgverzekering of andere steun van de overheid. Dus alles wat je al hebt teruggekregen van de overheid mag je niet als aftrekpost opgeven. Daarbij gaat het om:
- Zorg die rechtstreeks wordt vergoed door je (aanvullende) zorgverzekering
- Ziektekosten die je voorschiet, maar later alsnog krijgt vergoed
- Bijzondere bijstand.
Zorg die buiten contractafspraken van verzekeraar valt, is niet aftrekbaar
Per 1 januari 2025 zijn alle zogenoemde restitutiepolissen in Nederland verdwenen. Dit betekent dat er geen enkele zorgverzekeraar meer is met een polis die volledig vrije zorgkeuze en 100 procent vergoeding voor alle zorgverleners biedt. In 2024 kon je nog kiezen uit drie restitutiepolissen.
Dit betekent dat ook afgelopen jaar de meeste zorgverzekeringen al een natura- of combinatiepolis waren, wat betekent dat de verzekeraar alleen gecontracteerde zorg vergoedt.
Heb je gebruik gemaakt van zorg uit het basispakket of een aanvullend zorgverzekering, maar heb je gekozen voor een aanbieder waarmee jouw verzekeraar geen contract heeft afgesloten (zoals een bezoekje aan de specialist van een kliniek die geen deal heeft gesloten met jouw verzekeraar), dan moet je een deel van de kosten uit eigen zak betalen. En die eigen kosten zijn helaas niet aftrekbaar op je belastingaangifte over 2024.
...premies van zorgverzekering en het eigen risico zijn niet aftrekbaar
De premie voor je zorgverzekering en je eigen risico zijn niet aftrekbaar. Hetzelfde geldt voor de wettelijke bijdrage aan het Centraal Administratiekantoor (CAK), voor bijvoorbeeld hulp in de huishouding, thuiszorg of verblijf in een zorginstelling.
Aanvullende zorg die niet wordt vergoed vaak aftrekbaar
Veel van de overige zorgkosten, mits die niet door je aanvullende zorgverzekering worden vergoed, komen in aanmerking voor aftrek.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan het plaatsen van een brug bij de tandarts. Of kosten voor reisvaccinaties en voorgeschreven medicijnen die niet op een andere wijze zijn vergoed.
Voorgeschreven medicijnen aftrekbaar, andere medicatie niet
Het heeft geen zin het bonnetje te bewaren van een doosje paracetamol of hooikoortstabletten die je bij de drogist hebt gekocht. Kostenaftrek is namelijk alleen mogelijk voor medicijnen die door een arts zijn voorgeschreven en die je volledig uit eigen zak hebt betaald. Dit mogen ook homeopathische medicijnen zijn.
Daarnaast geldt er nog een andere beperking: het mag alleen gaan om medicijnen die als geneesmiddel worden gebruikt. Medicatie waarmee je een ziekte probeert te voorkomen is helaas niet aftrekbaar.
Ook de wettelijke bijdrage die je hebt moeten betalen voor je medicijnen is helaas geen aftrekpost.
Vast bedrag aftrekken voor dieet
Voor dieetkosten geldt een vergelijkbare systematiek als bij medicijnen. Een afslankkuur van de drogist mag je niet als aftrekpost opvoeren, maar de rekening van een dieet op voorschrift van een arts of diëtist wél.
Het enige verschil is dat je hiervoor niet de werkelijke kosten mag aftrekken, maar een vast bedrag moet opgeven. Dat bedrag is afhankelijk van het type dieet en vind je terug in deze dieetlijst voor 2024 van de Belastingdienst.
Heb je dit dieet maar een deel van het jaar gevolgd, dan moet je de kosten naar verhouding opvoeren. Ben je bijvoorbeeld vier maanden op dieet geweest, dan pak je van het vaste bedrag uit de lijst een derde deel.
Heb je meer dan één dieet gevolgd, let dan goed op. Gaat het om dezelfde diëten voor verschillende ziektebeelden, dan mag je slechts éénmaal tot aftrek overgaan. Dit geldt ook als je voor dezelfde ziekte twee of meer diëten van deels dezelfde typering volgt. Je mag wel het hoogste bedrag kiezen.
Maar volg je twee diëten met verschillende typeringen voor hetzelfde ziektebeeld, dan mag je wél het bedrag voor beide diëten aftrekken.
Dyslexie: zorg niet, software wel
Dyslexiezorg voor minderjarigen is niet aftrekbaar. Maar een dyslexiepakket, zoals een softwarepakket, is dat weer wel.
Hulpmiddelen: steunzolen wel aftrekbaar, rollator niet
Voor medische hulpmiddelen moet je goed op de lijst van de Belastingdienst kijken, want lang niet alles mag je in mindering brengen op je inkomen bij je belastingaangifte over 2024.
Bonnetjes voor de aanschaf van bijvoorbeeld steunzolen of een prothese mag je wel opvoeren. Dit geldt ook voor alle nota's voor reparaties, onderhoud en de verzekering van deze hulpmiddelen.
Maar heb je bijvoorbeeld krukken, vanwege een gebroken been, of heb je een rollator of scootmobiel aangeschaft, dan vis je achter het net.
Voor een personenalarm hangt het van de situatie af of dat aftrekbaar is. De nota voor een gewoon personenalarm in bijvoorbeeld een seniorenwoning, mag je helaas niet aftrekken. Maar als het systeem is aangeschaft voor een specifieke ziekte, zoals epilepsie, dan mag dat wel.
Brillen en contactlenzen zijn niet aftrekbaar
Hulpmiddelen die jou helpen beter te zien, zoals een bril, contactlenzen of een ooglaserbehandeling zijn helaas niet aftrekbaar. Dat geldt eveneens voor lenzenvloeistof.
Maar maak je gebruik van hulpmiddelen die je gezichtsvermogen vervangen, zoals een blindenstok, een blindengeleidehond of specifieke aanpassingen aan de computer, dan mag je deze kosten wèl in mindering brengen op je inkomen.
…maar een gehoorapparaat wel
Heb je vorig jaar een gehoorapparaat gekocht waarvan een deel van de kosten niet werd vergoed, dan mag je het deel dat je zelf hebt betaald aftrekken. Hiervoor geldt dan ook nog dat er voor de aftrekbare kosten van de meerprijs een eigen bijdrage van 25 procent bestaat.
Hiervoor geldt wel één voorwaarde: de meerprijs mag alleen zijn ontstaan omdat je een duurder apparaat wilde hebben om functionele redenen; bijvoorbeeld omdat dat apparaat beter is, prettiger zit of omdat je minder fluittonen hoort.
Heb je een duurder apparaat aangeschaft vanwege een persoonlijke voorkeur (bijvoorbeeld omdat je liever een andere kleur wilde), dan zijn deze extra kosten niet aftrekbaar.
Ook voor deze aftrekpost geldt dat kosten alleen aftrekbaar zijn voor zover deze niet vallen onder het (verplicht of vrijwillige) eigen risico of een verplichte eigen bijdrage.
Voor andere hulpmiddelen geldt eveneens als hoofdregel dat de fiscus niet meebetaalt aan extra kosten omdat je bijvoorbeeld het hulpmiddel in een andere kleur wil of andere specifieke voorkeuren hebt.
Let op bij hulpmiddelen met afschrijvingstermijn
Gebruik je een hulpmiddel dat na gebruik nog door anderen kan worden overgenomen en dan dus nog een restwaarde heeft, dan mag je de aanschafprijs niet in een keer aftrekken, maar moet je dat uitsmeren over de gebruiksduur. Dat afschrijven doe je meestal over vijf jaar.
Houd bij afschrijvingen wel rekening met de restwaarde. Deze is meestal 10 procent van de aankoopprijs.
Afschrijven is doorgaans niet nodig voor hulpmiddelen die op maat zijn gemaakt of speciaal voor jou zijn aangepast. Deze kunnen anderen niet zomaar benutten en hebben dus geen restwaarde meer als jij ze niet meer gebruikt.
Aanpassing douchen en andere woonkosten niet aftrekbaar
De kosten voor aanpassingen aan een woning, zoals een aangepaste doucheruimte, zijn helaas niet aftrekbaar. Ook energiekosten of huur voor een aangepaste woning of extra kosten omdat bijvoorbeeld vloerbedekking vanwege een rolstoel sneller slijt, mag je niet in mindering brengen op je inkomen.
Dat geldt eveneens voor de kosten voor een verhuizing naar een verzorgingshuis en de inrichting van de nieuwe woonruimte.
…maar overige aanpassingen vaak wel
Andere aanpassingen, bijvoorbeeld aan je auto of computer, zijn wel aftrekbaar, mits deze speciaal voor de ziekte of handicap zijn aangebracht en de auto of computer voornamelijk wordt gebruikt door de patiënt.
Zorgrobot aftrekbaar, mits het om een hulpmiddel gaat
Steeds meer patiënten maken gebruik voor robots om hun dagelijks leven te vergemakkelijken. De kosten hiervoor zijn uitsluitend aftrekbaar als het gaat om een zorgrobot die wordt aangemerkt als hulpmiddel.
De kosten voor een robotstofzuiger of -grasmaaier zijn dus niet aftrekbaar, ook al gebruik je die omdat je zelf niet in staat bent om het huishouden te doen. Maar een zorgrobot die je bijvoorbeeld helpt bij eten en drinken mag je wél in aftrek brengen.
Kosten voor vervoer naar de huisarts of het ziekenhuis zijn aftrekbaar
Vervoerskosten voor ritjes naar het ziekenhuis of de huisarts mag je, in geval van ziekte of invaliditeit, in mindering brengen op je inkomen in je belastingaangifte over 2024. Dit geldt in principe ook voor ritjes naar de apotheek, om voorgeschreven medicijnen op te halen.
Denk bijvoorbeeld aan het bonnetje voor een taxirit of de kosten voor een busrit. Reis je met de auto, dan mag je niet alleen de benzinekosten aftrekken, maar ook parkeergeld.
Extra kosten voor chronisch zieken: je moet bewijzen dat je meer uitgeeft dan gemiddeld
Chronisch zieken die vaak naar hun huisarts of het ziekenhuis moeten, geven aanzienlijk meer geld uit aan vervoer dan gezonde mensen. Deze extra kosten (inclusief afschrijvingen, onderhoud en autoverzekering) mag je opvoeren in je belastingaangifte over 2024, na aftrek van eventuele vergoedingen van je zorgverzekeraar.
Je moet wel aannemelijk kunnen maken dat je inderdaad duurder uit bent dan iemand met een vergelijkbaar inkomen die niet ziek of invalide is.
Om hier achter te komen kun je je eigen kosten vergelijken met de gemiddelden op de website van het Nibud.
Staat er in de Nibud-tabel bij jouw inkomen en huishouden bijvoorbeeld een bedrag van 354 euro, maar geef jij iedere maand 380 euro uit aan vervoer, dan mag je voor die maand dus 26 euro als aftrek opgeven bij de belastingaangifte.
Reiskosten voor familiebezoek zijn onder voorwaarden aftrekbaar
Ook de reiskosten voor ziekenbezoek aan huisgenoten zijn aftrekbaar. Hiervoor gelden wel enkele voorwaarden. Zo moet de afstand tussen jullie huis en het ziekenhuis of verzorgingstehuis langer zijn dan tien kilometer.
Ook mag je alleen kosten in mindering brengen op je inkomen als de patiënt in totaal langer dan een maand is verpleegd voor dezelfde aandoening.
Voor autoritjes mag je 23 cent per kilometer aftrekken voor het belastingjaar 2024. Voor taxiritjes of het openbaar vervoer geef je de werkelijke reiskosten op.
Gezinshulp: aftrekbaar onder voorwaarden
Wie extra gezinshulp krijgt, mag onder voorwaarden de kosten aftrekken. Verdiende je vorig jaar meer dan 38.638 euro, dan mag je alleen kosten boven een bepaald bedrag uitkomen. Deze drempel bedraagt 1, 2 of 3 procent van je inkomen, afhankelijk van de hoogte van je drempelinkomen.
De wettelijke eigen bijdrage aan het CAK voor bijvoorbeeld hulp in de huishouding of thuiszorg is niet aftrekbaar.
Kleding en beddengoed: vast bedrag aftrekbaar
Een andere aftrekpost zijn kosten voor extra kleding en beddengoed. Voor deze uitgaven mag je een vast bedrag aftrekken: 350 euro. Kun je aantonen dat de extra uitgaven hoger waren dan 700 euro, dan geldt een hogere aftrekpost: 875 euro.
De voorwaarde om voor deze fiscale tegemoetkoming in aanmerking te komen is wel dat de kosten rechtstreeks het gevolg zijn van ziekte of invaliditeit en dat deze ziekte (naar verwachting) minimaal een jaar duurt.
Bovendien moet je de kosten naar rato opvoeren. Ben je bijvoorbeeld vanaf april ziek geweest, dan moet je dus negen twaalfde, ofwel drie kwart, van dat jaarbedrag aftrekken.
Uitvaart? Aftrek kosten gaat via erfbelasting
De kosten voor uitvaart of crematie vormen geen aftrekpost voor ziektekosten in je aangifte voor de inkomstenbelasting. Je mag deze wel aftrekken van de erfenis, voor de erfbelasting. Wel moet je van deze kosten eventuele uitkeringen van een uitvaartverzekering aftrekken.
Drempel voor aftrek zorgkosten: inkomen heeft grote invloed
Heb je al jouw zorgkosten voor 2024 bij elkaar opgeteld, dan is het nog maar de vraag of je voor aftrek in aanmerking komt. Je mag namelijk alleen het deel van de uitgaven aftrekken dat uitkomt boven een bepaalde drempel. De hoogte van deze drempel hangt af van je drempelinkomen.
- Voor een inkomen tot 9.420 euro bedraagt die drempel 163 euro. Met fiscaal partner geldt voor een gezamenlijk inkomen onder 18.840 euro een drempel van 326 euro.
- Met een inkomen tussen 9.421 en 50.034 euro (of 18.841 tot 50.034 euro met fiscaal partner) bedraagt de drempel 1,65 procent van dat inkomen.
- Boven die inkomens geldt een drempel van 825 euro, plus 5,75 procent van het inkomen boven 50.034 euro.
Zoals je ziet ligt de lat hoog, vooral voor hogere inkomens. Om je een idee te geven: had je vorig jaar een modaal inkomen van 41.000 euro, dan heb je te maken met een drempel van zo'n 677 euro. Je mag dan alleen de kosten die daar boven uit komen aftrekken.
Met een inkomen van 70.000 euro loopt de drempel op tot 1.973 euro.