De twee zekerheden in het leven, de dood en belastingen, vallen samen in de uitvaartverzekering. Wie een polis heeft om een trip naar het hiernamaals aan te kleden, moet die opgeven bij De Belastingdienst. En die kan controleren, aangezien verzekeraars sinds 2017 de waarde van polissen moeten doorgeven aan de fiscus.
De Belastingdienst wil in veel gevallen de waarde van je vermogen weten, de dood vormt hierop geen uitzondering. Wie kapitaal opbouwt om de kosten van zijn afscheid te dekken, moet dat opgeven in box 3 sparen en beleggen bij de belastingaangifte. Dit geldt ook voor andere levensverzekeringen, zoals de overlijdensrisicoverzekering waarbij geld vrijkomt voor de nabestaanden om bijvoorbeeld het wegvallen van jouw inkomen op te vangen.
Verzekeringspremie niet aftrekbaar
Bij de overlijdensrisicoverzekering zijn er vaak meer risico’s afgedekt dan alleen het overlijden – dit gaat dus verder dan de uitvaartverzekering. Een ander verschil is dat je bij een overlijdensrisicoverzekering tot een bepaalde leeftijd bent verzekerd; het is dus een verzekering met een bepaalde looptijd.
Vrijwel voor alle overlijdensrisico- en uitvaartverzekeringen geldt dat je deze moet opgeven in box 3, als je boven een bepaald bedrag aan vrijstelling uitkomt. Zie hiervoor de tabel onderaan het atikel. Dit betekent overigens dat de premie die je voor deze verzekeringen betaalt, niet aftrekbaar is in box 1. Het gaat immers om vermogensbelasting in box 3, niet om inkomstenbelasting in box 1.
Uitvaartverzekering: let op verschillen
Wat ietwat onhandig is, is dat de Belastingdienst enerzijds, en verzekeraars en vergelijkingssites anderzijds, begrippen verschillend hanteren in hun uitleg over uitvaartverzekeringen.
Zo maken veel verzekeraars en vergelijkingssites onderscheid tussen kapitaal- en naturaverzekeringen. Bij kapitaalverzekeringen komt er geld vrij bij overlijden dat de nabestaanden naar eigen inzicht kunnen besteden; dat hoeft niet per se de uitvaart te zijn. De naturapolis keert, zoals de naam zegt, uit in natura: de kist, de dragers, de koffie en de cake staan allemaal vast. Voor extra's moeten nabestaanden bijbetalen.
Een tussenvorm is de natura sommenpolis, waarbij je een bepaald bedrag verzekert voor de uitvaart. Als je komt te overlijden, kunnen nabestaanden van dat bedrag de uitvaart regelen en declareren bij de verzekeraar. Het is niet mogelijk om het geld aan andere zaken dan de begrafenis of crematie te besteden.
Als tussenvorm is er ook nog de combinatiepolis waarbij je een deel in natura en een deel in geld uitgekeerd krijgt. Het deel in natura komt in een pakket diensten dat vaststaat. Daarnaast heb je een bepaald bedrag verzekerd voor extra's, zoals een uitbundige kist of een kleurige bloemenzee.
Natura is ook kapitaal
Wees je ervan bewust dat De Belastingdienst bij levensverzekeringen, zoals overlijdensrisicoverzekeringen en uitvaartverzekeringen, spreekt over kapitaalverzekeringen. Daaronder schaart de fiscus óók de naturaverzekeringen. Denk dus niet dat je vrijgesteld bent van opgave in Box 3 omdat je een naturapolis hebt afgesloten.
Heb je een verzekering die uitkeert bij overlijden, in natura of geld, dan hoort die dus thuis bij de bezittingen in box 3. Daarin worden ook spaargeld, schulden, beleggingen en bijvoorbeeld een tweede huis opgegeven.
Een deel van het hele vermogen min de schulden, is heffingsvrij. In 2017 mag je 25.000 euro aan vermogen in bezit hebben zonder daar belasting over te betalen. In 2018 is dat bedrag verhoogd naar 30.000 euro. Heb je een fiscaal partner, dan geldt het dubbele van die bedragen.
Nu hoef je een uitvaartverzekering niet altijd op te geven. Wie in 2017 met een of meerdere levensverzekeringen minder dan 7.033 euro heeft opgebouwd, hoeft het verzekerde bedrag niet op te geven. Kom je boven dat bedrag uit, dan moet je wel het verzekerde bedrag opgeven. In zijn geheel, dus niet alleen de het bedrag dat boven de vrijstelling uitkomt.
Wat de waarde van de verzekering is, kun je opvragen bij de verzekeraar. Die moet dit sinds 2017 ook zelf opgeven bij de fiscus.
Onderstaande tabel van De Belastingdienst toont de precieze vrijgestelde bijdragen van levensverzekeringen.
(Klik voor uitvergroting)
Niet dood, geen geld
Om in aanmerking te komen voor de vrijstelling, is het belangrijk dat de levensverzekering is afgesloten voor jezelf, jouw fiscaal partner of een bloedverwant, zoals kinderen, ouders, broers of zussen en diens echtgenoten.
Een andere voorwaarde is dat de verzekering alleen mag uitkeren bij overlijden en niet daarvoor. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een overlijdensrisicoverzekering waarbij een bepaald bedrag vrijkomt op een bepaalde leeftijd, ook als je voor het bereiken van die leeftijd nog niet het loodje hebt gelegd. Zo'n polis komt echter nauwelijks voor, de meeste overlijdensrisicoverzekeringen keren alleen uit bij overlijden.