Nederland beschikt over een uiterst efficiënte machine om verschillen in bruto inkomens glad te strijken. Dat blijkt uit het overzicht van de belasting- en premiedruk dat het Centraal Bureau voor de Statistiek donderdag publiceerde.
Kijk je naar wat huishoudens gemiddeld afdragen uit hun bruto inkomen aan de staat in de vorm van belastingen en premies, dan komt dat in 2018 neer op 38,5 procent.
De belastingdruk, waar naast de inkomstenbelasting ook premies voor bijvoorbeeld AOW, pensioen en zorgverzekeringen bij worden gerekend, was in 2016 nog wel lager. Toen waren huishoudens hier gemiddeld 37,7 procent van hun inkomen aan kwijt. Daarna steeg de druk door een hogere inkomstenbelasting.
Eer zijn echter duidelijke verschillen tussen de belastingdruk voor lagere en hogere inkomens. Dat is te zien in onderstaande grafiek waar de inkomens in groepen van 10 procent zijn ingedeeld.
Naarmate het inkomen stijgt, nemen de belasting- en premiedruk in de regel toe. Voor de 10 procent met de hoogste inkomens is de gemiddelde belasting- en premiedruk het hoogst met 44 procent.
De belasting- en premiedruk loopt geleidelijk op. Uitzondering is de 10 procent met de laagste inkomens. Daar is de belasting- en premiedruk groter dan bij de 10 procent daarboven, aldus het CBS. Dat komt doordat in die groep veel studenten en zelfstandigen met een zeer laag inkomen zitten bij wie vaste premies voor bijvoorbeeld de basiszorgverzekering een relatief grote hap uit de inkomsten nemen.
Belastingdruk relatief hoog voor werknemers
Ander opvallend feit is dat de belastingdruk bij werknemers relatief hoog is. Bij huishoudens waar het grootste deel van het inkomen wordt verdiend als werknemer gaat van het bruto inkomen van gemiddeld 84.600 euro liefst 44 procent naar de staat in de vorm van belastingen en premies.
Bij zelfstandigen is de belastingdruk lager. Bij die groep worden namelijk niet automatisch premies voor werknemersverzekeringen ingehouden. Van het primaire inkomen van zelfstandigen, dat op gemiddeld 94.900 euro ligt (dit is naast loon dus ook inkomen ander inkomen uit ondernemerschap en vermogen) gaat 33 procent naar de staat in de vorm van belastingen en premies.
Bij gepensioneerden ligt het primaire inkomen veel lager, op gemiddelde 43.600 euro. Maar omdat gepensioneerden geen premies betalen voor de AOW, gaat slechts 25 procent van het bruto inkomen naar de staat in de vorm van belastingen en premies.