De speciale spaardersheffing op Cyprus roept veel kritiek op. Maar hoe zit het
eigenlijk met de verschillen tussen spaarbelastingen in Europa? Een
overzicht.

De Europese steunoperatie om Cyprus niet bankroet te laten gaan, krijgt
wereldwijd veel aandacht.

De belangrijkste reden: aan de steun van 10 miljard euro die andere eurolanden
en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) ophoesten, is een eigen bijdrage
van Cyprus gekoppeld. Plan is om met een eenmalige speciale heffing bij
spaarders op Cyprus – waaronder veel Russen zitten – een slordige zes
miljard euro op te halen.

In eerste instantie was het idee om op tegoeden onder de 100 duizend euro 6,75
procent te heffen. Spaarvermogen boven de 100 duizend euro zou met 10
procent worden belast. Dit plan wordt waarschijnlijk aangepast om kleine
spaarders te ontzien. Onzeker is echter of het parlement in Cyprus akkoord
gaat.

Los van de eenmalige heffing die spaarders op Cyprus boven het hoofd hangt, is
het belastingregime op het eiland mild. Spaarders betalen over hun reguliere
rente-inkomsten een belasting van 15 procent via een speciale contributie.
Daarmee behoort Cyprus tot de Europese landen met een relatief lage
spaarbelasting.

Spaarbelasting Europese landen

Z24 bekeek op basis van het afgelopen week gepubliceerde belastingoverzicht
van de Europese Commissie de spaarheffingen in EU-landen. Daarbij vallen
grofweg drie systemen te onderscheiden.

Verreweg de meeste landen belasten de rente-inkomsten op spaargeld met een
vast tarief. In Bulgarije is spaarrente onbelast; Luxemburg en Letland
hanteren een tarief van 10 procent; Cyprus, Tsjechië, Litouwen en Malta
heffen 15 procent.

Hogere vaste heffingen op rente-inkomsten zijn te vinden het VK en Italië (20
procent), Portugal en Duitsland (25 procent) en Ierland (30 procent).

België hanteert ook een vaste heffing op rente-inkomsten. Die ligt op 21
procent, maar er geldt een vrijstelling op Belgische spaarrekeningen tot een
rentebedrag van 1.830 euro. Dit is gunstig voor kleinere spaarders.

Spaargeld progressief belast

Enkele landen behandelen spaargeld als inkomen dat onder de progressieve
belastingheffing valt, net als loon. Voor Frankrijk ligt het tarief dan bij
totale inkomsten tussen de 70 duizend en 150 duizend euro op 41 procent. In
Finland gaat het voor inkomens boven de 50 duizend euro om een heffing van
32 procent.

Nederland: vermogensrendementsheffing

De Nederlandse aanpak is in Europees verband vrij uniek. De fiscus gaat uit
van een fictief rendement van 4 procent op vermogen dat tegen 30 procent
wordt belast. Dit leidt tot een feitelijke heffing op vermogen van 1,2
procent. De daadwerkelijke rente-inkomsten uit spaargeld zijn daarbij
irrelevant.

Maar hoe pakt dit in Europees verband uit? Z24 vergeleek twee situaties
waarbij 50 duizend euro aan belastbaar spaargeld respectievelijk 2 en 4
procent rente per jaar oplevert. De rente-inkomsten zijn dan 1000 of 2000
euro per jaar. Nederland heft in beide gevallen relatief veel belasting op
spaargeld, maar het renteniveau is wel van belang.

Bij een rente van 2 procent is Nederland koploper met een heffing van 600 euro
(1,2 procent van 50 duizend euro). Bij een rente van 4 procent streven
Frankrijk, Finland en Denemarken Nederland voorbij.

In Nederland betaal je bij een hogere spaarrente immers nog steeds 600 euro
belasting over 50 duizend euro spaargeld, terwijl in andere landen hogere
rente-inkomsten betekenen dat er absoluut gezien meer wordt afgedragen.

Per saldo is de heffing van 1,2 procent op vermogen in Box 3 wel zo zwaar, dat
Nederland tot de Europese landen hoort die spaarders relatief zwaar
belasten, zeker als de rentestanden laag zijn.

Lees ook:

Jeroen de Boer: spaardersheffing Cyprus pijnlijk, niet
draconisch

Sparen: Nederlanders zetten meer geld op de bank

Spaarparadox: daarom doet Nederlandse economie het slecht

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl