Het kabinet moet de aandelen in uraniumverrijker Urenco niet verkopen. Misschien is het wel slim om juist extra aandelen in te kopen.

De Almelose locoburgemeester Jan van Marle bepleitte dat donderdag in een hoorzitting in de Tweede Kamer.

Het kabinet is van plan zijn aandeel van een derde in Urenco te verkopen, net als de Britten dat willen. Duitsland deed zijn derde deel eerder al van de hand. De waarde van het Nederlandse deel in Urenco wordt geschat op 10 miljard euro.

De keuze van Duitsland om zich terug te trekken uit Urenco heeft veel te maken met de Energiewende: de beslissing na de kernramp in het Japanse Fukushima om kernenergie uit te faseren. Voor de Britten speelt vooral de mogelijke miljardenopbrengst een rol, die op korte termijn gunstig is voor de staatskas. Dat laatste zou ook voor Nederland gelden.

Staatsbelang in uraniumverrijker Urenco

Hier staat echter tegenover dat er ook positieve economische effecten zijn van de staatsdeelname in Urenco. Locoburgemeester Van Marle van Almelo waarschuwde Kamerleden dat Urenco van groot belang is voor hoogwaardige werkgelegenheid in Twente. Het bedrijf is ook van ,,onschatbare waarde” voor het behoud van unieke en innovatieve kennis in Nederland, aldus de Almelose locoburgemeester.

Vraag is ook wie de koper op kopers worden van de staatsbelangen. Gelet op de politiek-strategische risico's van kerntechnologie, zal de koper een voor Nederland en Groot-Brittannië betrouwbare partij moeten zijn. Analisten noemen wat dit betreft het Franse Areva, dat veel ervaring heeft met kerncentrales, een voor de hand liggende kandidaat.

In de Tweede Kamer leven aarzelingen bij de verkoop van het Urenco-aandeel. Het CDA noemt verkoop ,,spelen met vuur''. Het gaat niet alleen om gevoelige technologische kennis, het is bovendien maar zeer de vraag of de verkoop financieel gunstig is, stelde CDA-Kamerlid Eddy van Hijum al in juli. Het kabinet loopt door de verkoop namelijk een jaarlijks rendement van 90 miljoen euro mis.

Het kabinet had op zich ook geen voorkeur voor verkoop, maar doordat de Duitse overheid haar aandeel eerder al verkocht en de Britten dat nu ook willen, dreigt Nederland achter te blijven als enige publieke aandeelhouder met 33 procent. Een definitief besluit heeft het kabinet nog niet genomen.

Bron: ANP/Z24

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl