Het was alweer de vierde keer dat premier Mark Rutte twee lange dagen achter elkaar in de Tweede Kamer stond voor de algemene beschouwingen. En het lijkt hem steeds makkelijker af te gaan. Zijn begroting én hij zelf kwamen ongeschonden door het debat, dat beschouwd wordt als het belangrijkste van het jaar.
Heel moeilijk was dat eerste niet. Anders dan vorig jaar had het kabinet dit keer ruim vóór Prinsjesdag afspraken gemaakt met de bevriende oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP over de begroting voor volgend jaar. Vorig jaar verzuimde Rutte dat en moest minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën het in oktober in lange, soms nachtelijke onderhandelingen eens worden met de drie oppositiepartijen over wijzigingen in zijn begroting.
Weinig wijzigingen
Woensdag en donderdag werd er praktisch niets veranderd. Er komt 40 miljoen euro extra om meer huishoudelijke hulpen in de thuiszorg aan het werk te houden, er is 1,5 miljoen extra voor de beveiliging van Joodse instellingen en de Kamer wil meer geld voor de Nederlandse diplomatie.
Ook wordt bekeken of er de komende jaren nog meer geld naar Defensie en veiligheid moet, een wens van regeringspartij VVD en de oppositiepartijen CDA, ChristenUnie en SGP.
Debat in teken van wereldpolitiek
Dat laatste kwam doordat het debat dit jaar voor een groot deel in het teken stond van de veranderde internationale verhoudingen. De oorlog in Oekraïne en het barbaarse geweld van Islamitische Staat in Syrië en Irak hebben geleid tot een einde aan twee decennia bezuinigingen op de Defensiebegroting.
Voor het eerst komt er structureel 100 miljoen euro bij en wat een flink deel van de Kamer betreft blijft het daar niet bij. Rutte wilde op dat punt nog niets toezeggen, omdat de PvdA nog niet zover is.
Voorzetje tot belastinghervorming
Het andere grote thema was de belastingherziening. VVD en PvdA konden het deze zomer niet eens worden over een drastische hervorming van het stelsel, maar hebben wel een voorzetje gegeven. Groot onderhoud aan het stelsel is nodig, de laatste herziening dateert van 2001.
De oppositie was kritisch, omdat het kabinet zelf nog geen knopen doorhakt en omdat het tempo te laag zou liggen. Maar Rutte pareerde die kritiek en kreeg uiteindelijk in elk geval de bevriende oppositiepartijen wel zover dat ze ook op dit onderwerp met hem mee gaan denken.
Hun steun is nodig omdat VVD en PvdA in de Eerste Kamer geen meerderheid hebben. Volgend jaar zomer moet het plan af zijn, zodat de eerste stap begin 2016 gezet kan worden.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl