- Een bedrijfsleider van een restaurant moest direct vertrekken vanwege het schenden van de ‘keukenhygiëne’.
- Met de ontslagen bedrijfsleider was enkele maanden eerder nog onderhandeld over de overname van het restaurant.
- De rechter vindt het ontslag op staande voet niet terecht.
- Lees ook: Amerikaanse bedrijven willen AI dit jaar inzetten om te bepalen welke werknemers ze ontslaan, maar niet met ChatGPT
Rond juli 2022 onderhandelden de eigenaar en de bedrijfsleider van Indonesisch restaurant Nusa te Sluishaven op Goeree-Overflakkee nog over overname van het restaurant door de bedrijfsleider. Een paar maanden later ontsloeg de eigenaar z’n bedrijfsleider echter op staande voet.
Op 26 september 2022 heeft de eigenaar van Nusa Sluishaven de bedrijfsleider uitgenodigd voor een gesprek en hem het volgende voorgelegd in een formele ontslagbrief:
“(…)
Je bent per onmiddellijke ingang ontslagen.
Er zijn 2 hoofdredenen:
1. Bedrijfseconomisch
Nusa Sluishaven heeft deze zomer tientallen procenten minder gedraaid
2. Keuken hygiëne
Na verschillende keren te zijn gewaarschuwd, was de standaard vorige week weer ver onder de maat. In het verleden hebben we zelfs risico gelopen om gesloten te worden. Dit risico kan ik niet meer lopen.
Daarnaast zijn er nog meer redenen. Maar dit zijn de 2 hoofdredenen.
(…)”
Dit verslag staat in de uitspraak van het kantongerecht Rotterdam van eind januari 2023, begin maart gepubliceerd.
De werknemer pikt het ontslag niet en laat dezelfde dag weten dat geen van beide redenen voldoen voor ontslag op staande voet en dat hij beschikbaar zal blijven voor het verrichten van zijn werkzaamheden.
De baas antwoordt ook direct: als hij zijn ontslag niet accepteert, dan wordt hij direct geschorst, oftewel voor onbepaalde tijd op non-actief gesteld. Hij moet de bedrijfswagen en sleutels onmiddellijk inleveren.
De werknemer neemt een advocaat in de arm en de werkgever moet in onderlinge correspondentie al erkennen dat bedrijfseconomische redenen nooit een legitieme grond voor ontslag op staande voet vormen.
Bedorven voedsel reden voor ontslag op staande voet?
Dus rest het bedorven voedsel in de koelkast van het restaurant. Het ging om verpakte ham die over de datum was. Deze fout kan, zegt de werkgever, ernstige gevolgen hebben.
Het nuttigen door gasten die er ziek van kunnen worden of het aantreffen bij een controle door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) kan tot de meest ernstige consequenties voor Nusa leiden. Dus is er sprake van een dringende reden voor ontslag. Hij heeft dat op een nette manier gedaan door eerst te horen hoe de fout, die al tien dagen eerder was vastgesteld, tot stand kwam. Om die reden werkte de bedrijfsleider nog door nadat de fout al bekend was. De eigenaar zelf verbleef op Aruba.
De werknemer was sinds juni 2021 in dienst als bedrijfsleider bij Nusa met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een salaris van 2.150 euro bruto per maand. Gedurende z’n eerste jaar heeft de eigenaar van Nusa verschillende waarschuwingen aan de werknemer gegeven en hem zelfs een ‘verbetertraject’ laten doorlopen.
Aan de andere kant was hij zeker niet ongeschikt voor het werk want in de zomer van 2022 is onderhandeld over een eventuele overname van het restaurant. Bovendien was het werk bepaald niet makkelijk. Op het moment van de overtreding heerste er een enorme werkdruk volgens de werknemer waardoor hij vergat om het inmiddels bedorven voedsel weg te gooien.
De werkgever had ondanks eerdere waarschuwingen en het ‘verbetertraject’, vindt de rechter, een duidelijke laatste waarschuwing moeten geven alvorens naar het zwaarste middel van een ontslag op staande voet te grijpen. Hij weerspreekt immers niet dat er grote drukte was en dat de werknemer de fout per ongeluk maakte.
Bovendien blijkt de werkgever slordig te zijn omgesprongen met de werknemer, door hem veel overuren te laten maken, wellicht zelfs boven het wettelijk toegestane aantal uren, zonder hem goed en tijdig deze uren uit te betalen. De werkgever betwist dit, maar volgens de rechter zonder voldoende gronden.
Dus willigt de kantonrechter de eisen van de werknemer in:
* vergoeding van bijna 14.000 euro bruto voor een half jaar werk;
* een transitievergoeding voor contractbeëindiging van bijna 1.400 euro
* een schadevergoeding van 2.150 euro;
* bijna 6.300 euro aan overuren
* ruim 2.400 euro aan niet opgekomen vakantiedagen
* een aan de werkgever voorgeschoten bedrag van ruim 700 euro
* gerechtelijke kosten van totaal zo’n 1.200 euro
Dat brengt het totaal door Nusa te betalen bedrag aan de werknemer voor onterecht ontslag op ruim 28.000 euro.