Het eerste schepsel is een zwart papiertje dat iets groter is dan een
postzegel. Voldoende om een lampje mee te verlichten, verklaarde professor
Robert Linhardt van het New Yorkse Rensselaer Polytechnic Institute tegen de
BBC.
De papieren batterij, die voor negentig procent bestaat uit cellulose,
aangevuld met hele kleine elektronenbuisjes en een laagje elektrolyt, werkt
volgens de wetenschapper veel energiezuiniger omdat die uit één structuur
bestaat.
Een conventionele batterij is opgebouwd uit een aantal componenten, waardoor
meer energie wordt verloren. Vergelijk de ‘oude’ batterij bijvoorbeeld met
een ouderwetse beeldbuis, waarvan de onderdelen tijd nodig hebben om op te
warmen, waardoor energieverlies optreedt.
De energie die de wetenschappers nu uit de eerste papieren versie weten
te halen, is nog beperkt. Dit is echter op te vangen door het papier te
stapelen, denken ze. Zo zou uiteindelijk ook een auto van energie kunnen
worden voorzien.
Het kan echter lang duren voordat de batterij commercieel levensvatbaar is,
vooral doordat hele dure materialen worden gestopt in het papier. Alles
draait om de schaal. Uiteindelijk moeten er van een drukpers batterijen
rollen die even groot zijn als een krant, aldus Linhardt. Daar is tijd voor
nodig, beseft hij.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl