Het gemiddelde basissalaris van bestuursvoorzitters van AEX-bedrijven steeg afgelopen jaar 5,2 procent. Dat is veel harder dan bijvoorbeeld modale salarisstijging in Nederland.

Dat blijkt uit een inventarisatie van adviesbureau Focus Orange en het Financieele Dagblad.

De economie trekt voor het eerst in jaren een beetje aan, maar op de arbeidsmarkt lijkt vooral de top van het bedrijfsleven daar een voorschot op te nemen. In Nederland stegen contractlonen in de marktsector afgelopen jaar met 1,1 procent en bedroeg de inflatie een schamele 0,3 procent, op basis van de Europese meetmethode.

Voor bestuursvoorzitters van grote, beursgenoteerde bedrijven zag het plaatje er heel anders uit. Het gemiddelde basisloon van AEX-bazen klom afgelopen jaar 5,2 procent. Tel je daar contante bonussen en uitkeringen in aandelen bij op dan was sprake van een 12 procent hogere beloning van gemiddeld 3,7 miljoen euro, aldus het FD.

Nu loopt een directe vergelijking van topbestuurders van multinationals als Shell, Unilever en Philips met de Nederlandse werkvloer enigszins scheef, doordat deze bedrijven voor het grootste deel in het buitenland opereren. Maar toch blijven verschillen fors.

Variabele beloning belangrijker, behalve bij banken

Belangrijke trend bij de beloning van topbestuurders is dat een groter deel van het loon variabel wordt gemaakt. Gemiddeld was 68 procent van de beloning bij topbestuurders variabel in 2014. Grote uitzondering is de financiële sector die te maken heeft met het door minister Jeroen Dijsselbloem opgelegde plafond van maximaal 20 procent variabele beloning.

Volgens het FD kan de discussie over topbeloningen de komende jaren weer stevig oplaaien, als gevolg van een 'dubbele hefboom': de basissalarissen van topbestuurders nemen toe en dat zie je ook terug in het variabele loon dat wordt toegekend als percentage van het basisloon. Als bovendien het aandeel van het variabele loon in de totale beloning toeneemt, wordt de kans op megabonussen groter.

Lees ook

Z24 Bizniz Quiz: topbeloningen, wie verdient wat?

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl