De kans op een vertrek van Griekenland uit de eurozone is groter dan ooit. Maar áls dat gebeurt, is dat niet langer een bedreiging voor die eurozone.
Dat zei oud-voorzitter van de Europese Commissie José Manuel Barroso dinsdag op een bijeenkomst in Rotterdam.
Barroso sprak op uitnodiging van ABN Amro. Woensdag overleggen de Europese ministers van Financiën over de Griekse kwestie.
Barroso — tot november vorig jaar voorman van de Europese Commissie — denkt dat een compromis met Griekenland mogelijk is, maar hij ziet liever geen compromis dan een slecht compromis. “De geloofwaardigheid van de EU staat op het spel”, waarschuwde hij. Als Griekenland zich niet aan de regels houdt, is het hek van de dam en zullen ook andere EU-landen versoepeling willen of zich niet aan afspraken gebonden voelen.
Meerderheid Grieken wil euro
Barroso erkende dat de Grieken zwaar te lijden hebben van de bezuinigingsmaatregelen, maar dit is voor hem geen reden om toe te geven aan de Griekse wens tot schuldenverlichting, op kosten van de rest van de EU. “Waarom zouden de nog armere Slowaken de Grieken moeten vergeven? Verkiezingsbeloftes moeten niet door anderen betaald worden.”
Maar volgens hem heeft de nieuwe Griekse regering niet het kiezersmandaat om afscheid te nemen van de euro. "De meerderheid van de Grieken wil de euro houden."
Eurozone veerkrachtig
Barroso is inmiddels niet bang meer voor de gevolgen van een Grexit. Het gevaar van 'besmetting' naar andere Zuid-Europese landen is geweken, zei hij. De reacties van de financiële markten op de Griekse verkiezingen steunen hem in die gedachte. "De eurozone heeft zijn veerkracht laten zien."
Hij noemde het hoopvol dat juist de landen, die er tijdens het hoogtepunt van de eurocrisis er het slechtst voorstonden -- Ierland, Spanje, Portugal -- nu de hoogste groeiverwachtingen binnen de EU hebben. Hij is mede daarom optimistisch en vindt het jammer dat zovelen nog 'de intellectuele glamour van het pessimisme' omarmen.
Politieke situatie verslechtert
Maar "terwijl de economische situatie verbetert, verslechtert de politieke situatie". Hij wees daarbij op de toenemende spanningen tussen landen als Japan, China en Korea, en uiteraard op crisis in Oekraïne.
Barroso vindt Poetin een moeilijk te peilen man. Hij heeft hem zo'n 25 keer ontmoet en signaleerde dat hij zich volslagen anders in klein gezelschap gedroeg dan in groot gezelschap. "Niemand weet wat hij wil. Je kunt het beste kijken naar de feiten. Hij doet het omgekeerde van wat hij zegt. Hij wil destabilisatie, maar de vraag is hoe ver hij wil gaan. Maar als je als EU niets doet, is dan een aanmoediging voor Rusland om door te gaan."
Ook andere landen rondom Rusland lopen dan kans om een deel van hun soevereiniteit te verliezen, aldus Barroso.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl