Als president kwam Barack Obama altijd kalm en koel over. Zozeer dat de pers hem de bijnaam “no-drama Obama” gaf, en dat was niet altijd vriendelijk bedoeld.
Obama sprak deze week op een door softwarebedrijf Qualtrics georganiseerde techconferentie in Salt Lake City. Daar ging hij in op die bijnaam en zei hij dat hij destijds ondanks zijn kalme verschijning soms innerlijk verscheurd werd uit angst fouten te maken.
“Ik heb een gelijkmatig temperament”, zei Obama. “Ik kook niet over en ik ben niet onderkoeld, maar het kwam voor dat ik in situaties terechtkwam waarin ik dacht: ik mag dit niet verknoeien. Ik wil mensen niet in de steek laten. Ik wil niet gezien worden als iemand die die fouten maakt of gefaald heeft.”
Tijdens zijn tweede ambtstermijn ervoer Obama iets wat hij het “afschudden van angst” noemt en waardoor hij beter presteerde.
“Zonder twijfel was ik een betere president tijdens mijn tweede ambtstermijn dan in mijn eerste. En dat heeft niets te maken met beleid of analyse. Het is iets dat in elke carrière gebeurt, of het nu in de sport is of voor de klas. Je krijgt routine en zelfvertrouwen door de herhaling. Op een zeker moment raak je zó vertrouwd met de aard van bepaalde problemen dat je focust op de probleemoplossing in plaats van dat je je bezighoudt met de vraag hoe je met de probleemoplossing bezig bent.”
Die houding nam hij naar eigen zeggen mee toen hij de Iran-deal optuigde waarmee hij de nucleaire ambities van Iran dwarsboomde, of vormgaf aan het Klimaatakkoord van Parijs – een belangrijke overeenkomst waarin nationale overheden afspraken hebben gemaakt om de wereldwijde opwarming van de aarde tegen te gaan.
Focus op het probleem, niet op wat mensen denken
Door te leren omgaan met grote complexe problemen, ben je niet meer bang om fouten te maken, zegt Obama. In plaats daarvan realiseerde hij zich het volgende: "Ik doe het zo. En als ik ernaast zit, dan verzinnen we wel een oplossing. En we leren ervan."
Hij focuste niet op peilingen of experts, maar op "het realiseren van mijn visie waarvan ik hoop dat mijn land die met mij deelt om een beter land te creëren", zegt hij.
Maar het was meer dan alleen het aan ervaring inherente zelfvertrouwen; Obama creëerde zijn vermogen om te focussen heel bewust. Bijvoorbeeld door "nooit de pers over mijzelf te lezen".
Hij las (en leest) nooit kritieken op social media en evenmin kijkt hij naar experts op tv. Daarmee vermijdt hij niet alleen critici, maar ook medestanders. "Mensen die je prijzen nemen aan dat je meer weet dan je weet", grapt hij. En dat kan leiden tot een opgeblazen ego, wat uiteindelijk net zo schadelijk kan uitpakken.
Obama begon kritiek te zien als iets wat hem afleidde: "Niet nuttig voor me in het uitvoeren van mijn taken of in het oplossen van problemen, maar wel een mogelijke katalysator voor angst en onzekerheid."
Drie adviezen
Obama's technieken werken niet alleen voor hemzelf, maar voor iedereen:
- Word soms weer leerling, verzamel informatie van mensen die meer van bepaalde onderwerpen afweten dan jijzelf. Volgens Obama blijft hij net zo lang vragen stellen tot hij het begrijpt en dwingt hij de experts daarbij soms jip-en-janneketaal te gebruiken.
- Focus op de taak die voor je ligt. Doe je huiswerk. Doe je best en vertrouw erop dat wanneer een probleem zich voordoet, je dat kunt repareren en ervan leren.
- Vul je hoofd niet met kritieken van mensen, of die nou positief of negatief zijn. Het gaat om je werk, en niet om jou.
"Tegenover mijn dochters beschrijf ik het als volgt: door je ego uit wat je aan het doen bent te halen, bevrijd je jezelf en kun je nóg beter presteren en ben je nog beter op je gemak."