De economie trekt aan, bedrijven investeren meer. En er komen grote kredietbedragen beschikbaar voor MKB-bedrijven via speciale regelingen. Maar kleine en middelgrote bedrijven die lenen bij de bank kunnen nog altijd tegen flinke rentepercentages aanlopen
Sinds de start van dit jaar trekken de bedrijfsinvesteringen in Nederland aan en maandag bleek dat juli opnieuw een mooie maand was met een plus van 10 procent.
Banken zien ook dat de kredietvraag groeit, maar worden vooralsnog niet veel soepeler bij het beoordelen van aanvragen voor bedrijfsleningen, blijkt uit de meest recente peiling van toezichthouder De Nederlandsche Bank.
Opvallend bij de kredietverlening is vooral dat er grote individuele verschillen zijn bij de rentetarieven, signaleert Bram Reichwein van adviesbureau ICC, dat MKB-bedrijven helpt met strategische vraagstukken over financiering en valuta- en rentebeleid.
“We zien steeds meer diversiteit bij de renteopslagen die banken hanteren. Banken maken hierbij een scherper onderscheid tussen goede en minder goede klanten. Klanten met een relatief laag risicoprofiel en waaraan banken ook andere producten kunnen verkopen, hebben een streepje voor,” aldus Reichwein.
Verschil rente-opslagen bij banken
Volgens de adviseur zijn rente-opslagen voor MKB-leningen die variëren tussen de één en de vier procent niet ongewoon.
Grofweg vier factoren spelen een grote rol: zo zijn er zogenoemde 'liquiditeitsopslagen' voor kosten die banken maken als ze zelf op korte termijn moeten lenen; een tweede factor is de credit rating van een bedrijf en de zekerheden die het kan geven; op de derde plaats zijn er rentekortingen die verleend worden doordat banken meedoen aan speciale programma's van de Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Investeringsbank (EIB); en tot slot zijn er verschillen in de sectorstrategie bij de kredietverlening.
Voor de sectorvoorkeur geldt dat banken soms makkelijker lenen aan sectoren die het goed doen - zoals momenteel de industrie en groothandel - dan aan minder presterende bedrijfstakken. Ook kan het zijn dat een bank al veel leningen in een bepaalde sector heeft uitstaan en het daarom liever niet verder wil groeien in deze sector. "Banken noemen dit soort zaken niet vaak expliciet als reden, maar het kan wel een rol spelen", zegt Reichwein van ICC.
Steunregelingen MKB-kredieten
Bij de rentekortingen speelt mee dat ING en ABN Amro bijvoorbeeld meedoen aan het langlopende leningenprogramma van de Europese Centrale Bank; ING gebruikt dit om korting te geven op de rentemarge en ABN Amro op de afsluitprovisie.
Rabobank doet niet mee aan het ECB-programma, maar wel aan een initiatief van de Europese Investeringsbank, waarbij deze instelling geld via een bank ter beschikking stelt om investeringen vanuit het MKB te stimuleren. "Hierbij heeft de bank beschikking over een bepaalde 'tranche'. Doordat deze tranches niet ongelimiteerd zijn, zal de bank deze vooral inzetten om relaties te behouden waar ze veel waarde aan hecht", licht Reichwein toe.
Maandag maakte Rabobank samen met financieel dienstverlener DLL een nieuwe EIB-ronde bekend van in totaal 400 miljoen euro, waar naar verwachting zeker 300 bedrijven uit zullen putten.
Een ander initiatief dat maandag van start ging betreft een samenwerking van de drie grootbanken met in totaal zes pensioenfondsen en verzekeraars. Deze institutionele beleggers stellen samen 480 miljoen euro beschikbaar voor MKB-leningen via het Bedrijfsleningenfonds van de Nederlandse Investeringsinstelling (NLII). ABN Amro, ING en Rabobank leggen een evenredig bedrag bij, waardoor de totale omvang van de financiering richting de één miljard euro kan oplopen.
De beoogde omvang van individuele leningen is tussen de 10 miljoen en 50 miljoen euro, met een renteopslag tussen de 2,25 en 3,5 procent.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl