Ouders kunnen maar tot zekere hoogte belastingvrij geld aan hun kinderen schenken, maar dat betekent niet dat je moet wachten tot de erfenis voor dat je als kind kunt profiteren van het spaargeld van je ouders, schrijft Paul van der Kwast.

Veel werkende babyboomers en gepensioneerden hebben een afbetaald huis, een prima pensioen en veel spaargeld. Dat momenteel vrijwel niets oplevert. Hun kinderen en kleinkinderen daarentegen hebben geen of weinig spaargeld, onzekere inkomsten (want vaak zzp’er of flexwerker), een onzeker pensioen en betalen een volgens velen te hoge hypotheekrente.

Natuurlijk gaan deze kinderen en kleinkinderen ooit een keer erven, maar dat kan met al die fitte 80-plussers nog jaren duren en dan is het spaargeld door de inflatie misschien al grotendeels uitgehold.

Schenkingen

Sommige ouders helpen hun nageslacht door geld te schenken. Je mag je kinderen jaarlijks belastingvrij 5.141 euro (2013) schenken. Als het geld wordt gebruikt voor de aankoop van een huis of de aflossing van een hypotheek komt daar eenmalig maximaal 51.407 euro bij, maar dat geldt alleen tot je 40ste. Zoveel geld schenken is voor veel ouders een brug te ver: ze willen niet het risico lopen op hun negentigste blut te zijn.

Er is echter een andere oplossing om de jongere generatie nu al een beetje te laten profiteren van de rijkdom van hun ouders: de familielening. Daarbij lenen ouders (maar het mogen ook andere familieleden of vrienden zijn) geld aan hun kinderen voor de aankoop van een huis of het oversluiten van een hypotheek. De rente blijft aftrekbaar en je hebt er geen dure notaris voor nodig.

Voorbeeld. Je hebt een hypotheek van 3 ton bij de bank. Jouw ouders kunnen 1 ton van die hypotheek overnemen door zelf voor bank te spelen.

Hun voordeel is dat ze een veel hogere rente krijgen dan op een spaarrekening. Als je met je ouders of suikertante afspreekt dat je dezelfde rente als bij de bank betaalt, kun je de rentemarge, het verschil tussen de spaarrente en de rente die jij over je familielening betaalt, verdelen.

In cijfers gebeurt dan het volgende:

  • Je ouders krijgen niet 1,5 procent maar bijvoorbeeld 4,5 procent rente over hun spaargeld.
  • Jij en je ouders kunnen de rentemarge, die de bank normaal gesproken opstrijkt, delen. Uitgaande van 4,5 procent is dat 3,0 procentpunt. Over een lening van 1 ton is dat 3.000 euro of 1.500 euro de man als jouw ouders de helft van hun marge aan jou terugschenken. Je moet er wel op letten dat er niet meer wordt teruggeschonken dan de genoemde vrijstelling voor de schenkbelasting.
  • Je mag een afsluitprovisie afspreken (maximaal 1,5 procent van de lening) die je ook mag aftrekken. Bij een afsluitprovisie van 1.500 euro bedraagt het belastingvoordeel voor jou (bij 42 procent inkomstenbelasting) 630 euro. Als jouw ouders de afsluitprovisie helemaal terugschenken maak je 630 euro winst.
  • Als jullie een hogere rente afspreken dan bij de bank, neemt het voordeel verder toe, omdat je deze hogere rente net als bij een bankhypotheek mag aftrekken voor de inkomstenbelasting. Als je bijvoorbeeld 6,0 procent afspreekt en jouw ouders je de hogere rentelasten van 1.500 euro die jij aan hun betaalt, terugschenken, heb je een extra belastingvoordeel van 630 euro. Een lagere rente afspreken, bijvoorbeeld 3,5 procent, kan natuurlijk ook, maar dan loop je belastingvoordeel mis.

Je moet je voor zo’n constructie aan een paar regels houden:

  • De rente. Deze mag niet te veel afwijken van de rente die banken voor een hypotheek met een vergelijkbare looptijd aanbieden. Denk aan maximaal 25 procent daarboven of daaronder.Bij een rentevaste periode van 10 jaar is de gemiddelde rente bij de bank 4,8 procent (100 procent financiering), dus de rente die je aan je familie betaalt, moet ergens tussen de 3,6 en 6,0 procent liggen. Dit is een vuistregel; in de praktijk worden onder bepaalde voorwaarden ook hogere rentetarieven toegestaan, waarbij het belastingvoordeel nog groter is.
  • De lening moet op schrift staan. Je moet in elk geval het doel van de lening vermelden (‘aankoop huis’), het bedrag, de rente, de looptijd en de (vervroegde) aflossingsvoorwaarden.
  • Op leningen die na 1 januari 2013 zijn afgesloten moet je annuïtair of lineair aflossen. Deze leningen moet je ook aangeven bij de Belastingdienst, inclusief het aflossingsschema.

Dit alles geldt niet voor bestaande hypotheken die na 1 januari 2013 zijn overgesloten; die mogen dus aflossingsvrij blijven.

Nadelen lenen bij familie of vrienden

Tenslotte zitten er ook nadelen aan een lening van familie of vrienden. Ten eerste is het zaak je goed aan de regels te houden. Zo moet je de rente echt betalen en moet je op een lening van na 1 januari daadwerkelijk aflossen.

Verder kunnen de persoonlijke verhoudingen verstoord raken als je betalingsproblemen krijgt, bijvoorbeeld omdat het slecht gaat met je bedrijf of omdat je gaat scheiden terwijl je huis onder water staat. Let ook daarom goed op de voorwaarden.

Lees ook

Slimme aftrekposten: schuld en schenking

Zo breng je geld van de familie in je bedrijf

Zo regel je met een schenking een bedrijfsfinanciering

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl