Aandeelhouders CVC en KKR onderzoeken de mogelijkheid om afvalverwerker Van Gansewinkel te verkopen. Ze hebben daarvoor de Zwitserse bank Credit Suisse als makelaar in de hand genomen.
Dat bevestigt een woordvoerder van het afvalbedrijf donderdag naar aanleiding van een bericht in De Telegraaf. De woordvoerder wilde desgevraagd niet aangeven of er al met partijen wordt gesproken, of dat er andere opties zoals een beursgang tegen het licht worden gehouden.
Met de verkoop zou er definitief een einde komen aan het Nederlandse afvalverwerkingsavontuur van de investeringsmaatschappijen CVC en KKR.
De opkoopfondsen namen in 2007 zowel Van Gansewinkel als Afval Verwerkingsbedrijf Rotterdam (AVR) over voor 1,4 miljard euro. Doel was flink te verdienen door beide bedrijven te laten fuseren en synergievoordelen te behalen. Van Gansewinkel haalt afval op en recyclet het, terwijl AVR energie wint uit afval met verbrandingsovens in Rozenburg en Duiven.
Door de economische crises van de afgelopen jaren ging het Van Gansewinkel en AVR echter minder voor de wind. Afvalstromen groeiden minder snel en er kwam overcapaciteit op de markt. AVR werd vorig jaar verkocht aan de Chinese Kruidvat-eigenaar Li Ka-shing voor 943,7 miljoen euro. Nu zouden de opkoopfondsen ook van Van Gansewinkel af willen.
Zwaar weer
Van Gansewinkel verkeert al langer in zwaar weer. De schuldenlast zou zwaar op de afvalverwerker drukken. In 2012 kondigde het Brabantse bedrijf nog een reorganisatie aan waarbij zo’n 600 banen werden geschrapt.
De onderneming is actief in de Benelux, Duitsland, Frankrijk, Portugal, Tsjechië, Polen en Hongarije. Van het afval dat wordt ingezameld krijgt ongeveer twee derde via recycling een tweede leven als grondstof.
Van Gansewinkel haalt ongeveer 60 procent van zijn omzet uit Nederland en heeft 5.800 medewerkers in dienst. Jaarlijks zet het bedrijf zo’n 1 miljard euro om in West-Europa.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl