Zonder rittenadministratie kom je niet ver, als je voor de fiscus wilt aantonen dat je met de auto van de zaak minder dan 500 kilometer privé hebt gereden in een jaar.

Kun je met aanvullende argumenten aantonen dat je met een auto van de zaak minder dan 500 kilometer privé hebt gereden in een jaar? Die vraag lag voor in hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Het geschil draaide om een auto van de zaak die door een BV ter beschikking was gesteld. Om precies te zijn een BMW 760 Li Sedan met een cataloguswaarde van 192.937 euro. De standaardregel is dat bij privé-gebruik van de auto van meer dan 500 kilometer per jaar een bepaald percentage van de cataloguswaarde moet worden opgeteld bij het inkomen.

Na boekenonderzoek door de fiscus constateerde de belastinginspecteur dat de ‘belanghebbende’ in de jaren 2006 en 2007 geen aangifte had gedaan voor privé-gebruik van de auto van de zaak; dus stelde de inspecteur een heffing van 25 procent van de cataloguswaarde vast, ofwel 48.234 euro aan extra inkomen waarover belasting betaald moest worden.

Rittenadministratie voor bijtelling privégebruik

Er was geen rittenadministratie bijgehouden, dus de gebruiker moest op andere wijze aantonen dat minder dan 500 kilometer privé was gereden. Daarvoor voerde hij vier argumenten aan: de auto zou weinig kilometers hebben gemaakt, werd alleen gebruikt met chauffeur, zou vanwege de omvang niet geschikt zijn voor privé-gebruik en werd ook door anderen alleen zakelijk gebruikt.

Overtuigend? Nee, oordeelde de rechter in hoger beroep. Wel stelde de rechter de bijtelling op 22 procent in plaats van 25 procent. Ook moest de inspecteur van de Belastingdienst de proceskosten in hoger beroep betalen, omdat de inspecteur een eerdere claim liet vallen dat er ook nog afgerekend zou moeten worden voor een inkomen uit een 'aanmerkelijk belang' van ruim 92 duizend euro.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl