Prijzen in Nederland liggen een stuk hoger dan gemiddeld in de Europese Unie.
Vooral voor auto’s en andere personenvoertuigen zijn Nederlanders duurder uit vergeleken met de rest van Europa.
Nederlanders betalen gemiddeld 21 procent meer voor een auto of brommer dan in andere Europese landen.
Nederland is binnen de Europese Unie een van de duurste landen om een auto of ander privévoertuig te kopen. Alleen in Denemarken zijn consumenten meer kwijt voor hun wagen, meldt het Europese statistiekbureau Eurostat.
In Nederland betaalde een koper in 2019 door de bank genomen 21 procent meer voor een auto of ander persoonlijk transportmiddel dan het gemiddelde in de EU. Volgens cijfers van Rai Vereniging kostte een nieuwe personenauto in Nederland afgelopen jaar gemiddeld 36.887 euro.
Binnen de Europese Unie zijn alleen de Denen, met prijzen die 38 procent boven het gemiddelde liggen, nog meer kwijt aan vervoersmiddelen. Niet-EU-landen Noorwegen en IJsland kennen ook hogere prijzen dan Nederland voor auto’s en andere transportvoertuigen.
Sinds 4 juni kunnen Nederlandse particulieren overigens aanspraak maken op de subsidie bij de aankoop van een elektrische auto. Als je een nieuwe elektrische auto koopt, krijg je 4.000 euro subsidie; en als je een occasion koopt kun je op 2.000 euro rekenen.
Ook als je een private lease-auto neemt, kun je gebruikmaken van de subsidie. Het bedrag wordt dan uitgesmeerd over een periode van vier jaar. Je krijgt dan iedere maand ruim 83 euro op je rekening gestort, wat fors scheelt in het maandbedrag van de auto.
Denemarken is het duurste land in de EU
Denemarken is binnen de Europese Unie sowieso het duurst voor consumenten. Het gemiddelde prijsniveau lag daar vorig jaar 41 procent boven het gemiddelde. Denen tellen daarmee bijna drie keer zoveel neer voor consumentengoederen en -diensten als inwoners van Bulgarije, het land met de laagste prijzen.
Prijzen in Nederland liggen gemiddeld 17 procent hoger dan het Europees gemiddelde. De prijzen voor eten en niet-alcoholische dranken liggen daarbij slechts een fractie boven de doorsneeprijzen.
Wie van een sigaret en biertje houdt, is in Ierland het duurste uit. Alcohol en tabakswaren zijn daar 88 procent duurder dan gemiddeld. Ook op dit vlak is Bulgarije het goedkoopst.
Grote prijsverschillen bij deze genotsmiddelen komen door uiteenlopende belastingen die landen heffen op tabak en alcohol.