- Apple zet de goedkoopste nieuwe iPhone, de iPhone 11, als vlaggenschip in de markt.
- Blijkbaar heeft Apple door dat veel mensen niet bereid zijn om meer dan 1.000 euro neer te tellen voor een telefoon.
- De lancering volgt op de iPhone XR van vorig jaar, een goedkoper toestel dat uitgroeide tot de best verkochte smartphone van Apple.
- Ook kopen mensen minder vaak een nieuwe smartphone, zeker nu de prijzen van topmodellen enorm zijn gestegen.
De lancering van de iPhone X in 2017 was een mijlpaal voor Apple. Niet alleen was het de eerste iPhone met gezichtsherkenning en was het ontwerp hagelnieuw, ook de prijs deed wenkbrauwen fronsen.
De iPhone X was de eerste telefoon met een prijskaartje van meer dan duizend euro. En dat werd het nieuwe normaal voor een topsmartphone.
Maar dit jaar lijkt Apple tot inkeer gekomen. Ja de nieuwe iPhones kosten nog steeds meer dan duizend euro. Maar dat zijn hoogwaardige toestellen met de toevoeging ‘Pro’. De reguliere iPhone 11 is verkrijgbaar vanaf 809 euro.
Daarmee kiest Apple duidelijk voor een andere strategie dan in 2018 toen de iPhone XS en iPhone XS Max in de markt werden gezet voor respectievelijk 1.159 euro en 1.259 euro. Het techconcern onthulde ook de iPhone XR voor 859 euro, maar dat werd vooral gezien als een goedkoper alternatief voor het topmodel – niet als het vlaggenschip.
Dat de iPhone 11 dat nu wel is, toont aan dat Apple een belangrijke les heeft geleerd: de meeste mensen zijn niet bereid om meer dan duizend euro uit te geven aan een telefoon.
De populariteit van de iPhone XR is daarvoor een goede aanwijzing. Het toestel was in april, mei en juni goed voor 48 procent van alle iPhone-verkopen, aldus een rapport van Consumer Intelligence Research Partners.
Uit data van marketingbedrijf Awin blijkt verder dat de iPhone XR tweeënhalf keer zo goed verkocht als de iPhone XS in de eerste maand na de lancering. Sterker nog: zelfs oudere, goedkopere iPhone-modellen zoals de iPhone 7 en iPhone 8 zouden in de eerste maanden na de presentatie van de peperdure iPhone X beter verkopen.
Toenemende concurrentie van Google en OnePlus
Dat de goedkopere iPhone 11 de kar moet trekken geeft ook aan dat Apple de concurrentie voelt toenemen. Zo kwam internetreus Google in mei met de Pixel 3a die slechts 399 euro kost en veel dezelfde functies heeft als de Pixel 3.
En er is ook OnePlus, de Chinese telefoonmaker die in de premium-categorie de top vijf in de Verenigde Staten is binnengedrongen. De OnePlus 7 Pro haal je in huis voor 709 euro. Daarvoor krijg je een superieur scherm dat van rand tot rand loopt, snelladen en een drievoudige camera. En dat voor honderden euro's minder dan bij de Samsung Galaxy S10 of de iPhone 11 Pro.
Over Samsung gesproken: de Zuid-Koreaanse fabrikant zit met de S10-reeks en Note-lijn qua prijs weliswaar in de buurt van de iPhone 11 Pro, maar Samsung verkoopt ook veel toestellen in het middensegment, zoals de Galaxy A-serie.
Door de goedkoopste iPhone als belangrijkste model te presenteren, lijkt het alsof Apple toegeeft dat hoge prijzen niet de beste strategie zijn.
Minder vaak upgraden
Dat Apple en Google inzetten op toestellen met een vriendelijker prijskaartje komt ook doordat consumenten minder vaak een nieuw toestel aanschaffen. De Amerikaanse telecomprovider Verizon zei in april dat het upgradepercentage van klanten was gezakt tot recordlaagte. Financieel directeur Matt Ellis weet dat aan de "minieme aanpassing" aan nieuwe topmodellen, aldus persbureau Bloomberg.
Een andere oorzaak is de torenhoge prijzen van nieuwe smartphones, aldus Dominic Sunnebo van marktonderzoeker Kantar. De prijs van vlaggenschepen van grote fabrikanten is in twee jaar tijd met 50 procent gestegen, schreef hij in een blog.
Tegelijkertijd krimpt de wereldwijde markt voor smartphones al zeven kwartalen op rij, blijkt uit cijfers van marktonderzoeksbureau IHS Markit. Dat raakt Apple. Zo daalden de iPhone-opbrengsten in april, mei en juni met maar liefst 12 procent vergeleken met een jaar eerder.
Apple werd bovendien ingehaald door het Chinese Oppo en is nu de vierde smartphonemaker ter wereld, aldus IHS. De marktonderzoeker wees de torenhoge iPhone-prijzen als een van de oorzaken aan.
Met 809 euro is de iPhone 11 niet bepaald goedkoop, maar het is wel 50 euro lager dan de adviesprijs van de iPhone XR vorig jaar. Apple heeft door dat het niet alleen peperdure toestellen op de markt kan brengen als het competitief wil blijven.
Lees meer:
- Ik probeerde de nieuwe Apple Watch uit, en die heeft één belangrijke toevoeging die eerder ontbrak
- Steve Wozniak, de mede-oprichter van Apple, vindt dat de techgigant zich al lang had moeten opsplitsen
- Kan de Fairphone 3 het grote publiek voor zich winnen? De lagere prijs van €450 moet daarbij helpen
- Apple voert deze 9 verbeteringen door in iOS 13 – en maakt zo je iPhone een stuk prettiger in gebruik