- Per 1 juli gaan de bedragen voor de AOW-uitkering van de staat verder omhoog.
- De AOW wordt elk halfjaar aangepast en vergeleken met de start van dit jaar is zowel bruto als netto sprake van een stijging van ongeveer 2 procent.
- Business Insider biedt een overzicht van de nieuwe bruto en netto bedragen van de AOW.
- Lees ook: Het nieuwe pensioenstelsel gaat definitief door: 5 vragen over je pensioen
Begin dit jaar trok het kabinet Rutte de portemonnee om iets te doen aan de druk op de koopkracht van gepensioneerden door de AOW-uitkering fors te verhogen. De ontwikkeling van de AOW is overigens niet alleen van belang voor pensionado’s, maar ook voor werkenden die nog pensioen opbouwen. De AOW is immers één van de pijlers van het pensioeninkomen, naast bijvoorbeeld het pensioen dat via een werkgever wordt opgebouwd.
Voor werknemers en zelfstandigen die naast de AOW aanvullend pensioen opbouwen, is het handig om te weten hoe hoog de netto uitkering van het staatspensioen is. Dan kun je vervolgens een schatting maken van je totale pensioen op basis van de verdere opbouw via een werkgever, of met een eigen pensioenpot.
Op 1 januari 2023 werden de bruto AOW-uitkeringen met ongeveer 7 procent verhoogd, vergeleken met juli 2022. Die forse toename had alles te maken met de hoge inflatie van afgelopen jaar.
De vraag is nu hoe dat in de eerste helft van 2023 zit. Sinds donderdag staan de exacte bedragen van de AOW-uitkering vanaf 1 juli 2023 op de site van de Sociale Verzekeringsbank. Hiermee kun je nagaan hoeveel de AOW in de eerste helft van dit jaar is gestegen, zowel bruto als netto, en hoe dat zich verhoudt tot de gemiddelde prijsstijging.
AOW per 1 juli 2023: dit blijft er netto over
De AOW kent twee varianten: een uitkering voor alleenstaanden en een uitkering voor iemand die getrouwd is of samenwoont. De uitkering voor een alleenstaande is hoger dan de uitkering voor iemand met een partner.
In de tabel hieronder geven we eerst de opbouw van de uitkering voor de alleenstaande en vervolgens wat iemand ontvangt die samenwoont of gehuwd is.
Het gaat om de bedragen die respectievelijk per 1 januari en 1 juli 2023 gelden, waarbij we ook het verschil tussen de bruto en de netto uitkering weergeven.
Hier vallen een paar dingen op:
- De stijging bij de hierboven getoonde bruto en netto AOW-uitkering is zowel voor alleenstaanden als voor samenwonenden/gehuwden ongeveer 2 procent per 1 juli 2023, vergeleken met 1 januari van dit jaar.
- Kijk je naar de inflatie, dan toont de consumentenprijsindex die het Centraal Bureau voor de Statistiek bijhoudt, tussen eind 2022 en juni dit jaar een stijging van ongeveer 1 procent. Daarmee is de inflatie medio 2023, vergeleken met eind 2022, net wat lager dan de stijging van de AOW van bijna 2 procent.
- De bovenstaande uitkeringen zijn zonder het vakantiegeld. Dat komt in 2023 voor een alleenstaande AOW-er te liggen op 71,77 bruto per maand en voor een samenwonende/gehuwde op 51,25 euro per maand.
- In de bovenstaande tabellen is er een verschil tussen de netto AOW inclusief en exclusief de loonheffingskorting. Dat is een bedrag dat in mindering gebracht mag worden op de te betalen loonbelasting. Wie alleen een AOW-uitkering heeft, kan de heffingskorting daarop toepassen en betaalt daardoor minder belasting over de bruto AOW-uitkering. Hierdoor ligt de netto uitkering inclusief de loonheffingskorting hoger.
- Ouderen die naast de AOW een aanvullend pensioen van de werkgever krijgen, moeten kiezen op welke uitkering ze de loonheffingskorting toepassen. Deze belastingkorting wordt doorgaans met één uitkering verrekend: dat kan de AOW-uitkering zijn, of een aanvullende pensioenuitkering. Pas je de heffingskorting niet toe op de AOW-uitkering, dan betaal je daar dus meer belasting over en is de netto AOW lager.
Kijk je naar de netto bedragen dan ontvangt een alleenstaande AOW-er exclusief de loonheffingskorting per 1 juli afgerond 1.102 euro per maand. Inclusief de heffingskorting gaat het om afgerond 1.379 euro per maand.
Iemand die samenwoont of gehuwd is, krijgt vanaf 1 juli een netto uitkering van ongeveer 751 euro per maand exclusief de loonheffingskorting. Inclusief de heffingskorting gaat het om 939 euro per maand.
Zoals te zien is in de tabellen, komt de uitkering inclusief de loonheffingskorting 277 euro per maand hoger uit voor de alleenstaande AOW-er. De gehuwde/samenwonende gaat er ongeveer 188 euro op vooruit.