Wielrenster Anna van der Breggen heeft Nederland zondag de eerste gouden medaille op de Olympische Spelen in Rio de Janeiro bezorgd. Met de overwinning krijgt de wielrenster 25.500 aan prijzengeld op haar rekening bijgeschreven door NOC*NSF.
De kopvrouw van de Nederlandse equipe was de snelste in een zinderde en dramatische ontknoping van de wegwedstrijd over 137 kilometer. Het zilver was voor de Zweedse Emma Johansson en het brons ging naar de Italiaanse Elisa Longo Borghini.
De Nederlandse ploeg controleerde de wedstrijd vrijwel volledig. Ellen van Dijk voerde lang het tempo aan in het peloton. ‘Waterdraagster’ en titelverdedigster Marianne Vos maakte deel uit van een eerdere kopgroep en Annemiek van Vleuten en Anna van der Breggen voerden de strijd op in de finale.
Zware val Van Vleuten
Op de slotklim maakte Van Vleuten het verschil. Alleen de Amerikaanse Mara Abbott kon haar tempo volgen. Het duo begon samen aan de afdaling naar de eindstreep op de boulevard van de Copacabana. Van Vleuten toonde het meeste lef in de afdaling en ze nam afstand van de voorzichtige Abbott.
De 33-jarige Van Vleuten was op weg naar goud maar ging hard onderuit in een bocht en bleef roerloos in de berm liggen.
"Ik zag Annemiek liggen. Het zag er schokkend uit. Je schrikt je rot'', aldus Van der Breggen na de race. "Dan duurt het even voordat je je realiseert dat je door moet fietsen.'' De Zweedse Emma Johansson, die ook deel uitmaakte van het groepje dat achter Van Vleuten en de Amerikaanse Mara Abbott reed, zei tegen Van der Breggen: "Kom op, we doen het voor Annemiek."
Van Vleuten hield aan haar harde val drie fractuurtjes in haar wervelkolom en een zware hersenschudding over, bleek na een scan in een ziekenhuis in Rio de Janeiro. Van Vleuten moet sowieso nog 24 uur op de intensive care verblijven. Uit het onderzoek bleek verder dat er geen sprake is van functieverlies, het lichaam van Van Vleuten reageerde goed op de tests.
Doorbraak Van der Breggen
Lang leek Van der Breggen te moeten strijden voor plek twee, maar ze slaagde er samen met Johansson en de Italiaanse Elisa Longo Borghini toch nog in Abbott (die een maximale voorsprong op het drietal had van 38 seconden) voorbij te fietsen.
Hoewel Van der Breggen niet bekend staat als goede sprintster, plaatste ze op 150 meter voor de finish de beslissende demarrage. "Ik zag dat bordje van 150 meter staan, en ik dacht: ik ga. Heel onwerkelijk allemaal dit'', aldus de Nederlandse, die na de finish kort juichte, maar daarna vooral wilde weten hoe het met Van Vleuten ging.
Van der Breggen beleefde vorig jaar haar grote doorbraak, met winst van onder meer Omloop Het Nieuwsblad, de Waalse Pijl, La Course en het eindklassement van de Giro Rosa. Op het WK in Richmond pakte ze twee keer zilver, op de tijdrit en in de wegwedstrijd. Daarin moest de Nederlandse kopvrouw in de sprint buigen voor Armitstead.
Dit jaar won Van der Breggen opnieuw de Waalse Pijl, en nu dus de olympische titel.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl