De angst voor naheffingen zit er goed bij in branches waar veel zzp’ers actief zijn. Vanaf 2025 gaat de Belastingdienst nadrukkelijker controleren op schijnzelfstandigheid in het kader van de uitvoering van de wet DBA. De gezagsrelatie tussen zzp’ers en hun opdrachtgevers komt daardoor scherper onder de loep te liggen. Volgens sommige schattingen kan dit 250.000 zzp’ers raken.

Inmiddels wordt in tal van sectoren gekeken wat er moet gebeuren om problemen met de Belastingdienst te voorkomen. Zo zijn veel tandartsen en huisartsen die als zzp’er werkten voor een praktijkhouder, van plan om per 1 januari in dienst te treden. Maar om de overgang niet al te groot maken, wordt in de zorgsector nu soms gekozen voor creatieve oplossingen waar zowel fiscaal als juridisch haken en ogen aan zitten.

“We zien dat veel ondernemers het zekere voor het onzekere nemen:, zegt Jasper Commandeur, fiscaal jurist bij Raadgevers Kuijkhoven, die veel ondernemers in de zorg adviseert. “Huisartsen gaan in dienst bij de praktijkhouder waar ze voorheen als zzp’er actief waren. En dat snap ik ook wel als je hoort wat de Belastingdienst tijdens een webinar voor huisartsen heeft verteld. Die naheffing en die verzuimboete, dat zijn hoge bedragen.”

Dat Commandeur de onrust begrijpt, betekent nog niet dat hij het toejuicht. “Het is raar dat er zoveel onzekerheid bestaat. Je zou als zelfstandige toch met zekerheid vooraf moeten kunnen zeggen aan welke voorwaarden je moet voldoen om als zelfstandige te werken.”

All-in loon en nul-urencontracten

Om de overgang van zelfstandige naar werknemer voor beide partijen niet te groot te maken en flexibiliteit te behouden, wordt nu soms door opdrachtgevers en zzp'ers gekeken naar arbeidscontracten die de huidige situatie nabootsen. Dat kan bijvoorbeeld door naast een basissalaris nog een omzetafhankelijk deel af te spreken, of door in contracten de werkgeverslasten naar de werknemer te verleggen.

Hoewel dit juridisch kan, is het vaak wel nadelig voor de ex-zzp’er omdat die misschien bruto wel meer krijgt, maar niet precies weet wat zijn of haar nieuwe inkomen zal zijn.

Behalve met een deels omzetafhankelijk salaris, wordt er soms ook gewerkt met een variabel loon en variabele uren, ziet de belangenvereniging van tandartsen KNMT.

Vakantiegeld en vakantiedagen worden dan meteen uitbetaald, zodat er een all-in-loon ontstaat. Vaak op basis van een flexibel contract. Dat is voor vakantiegeld geen probleem, maar ten aanzien van vakantiedagen is het wel de vraag of dat mag. De bedoeling van vakantie is immers dat je het opneemt en niet standaard laat uitbetalen.

Los van of het wettelijk mag, kan een dergelijke constructie bij ziekte of einde dienstverband tot veel discussie leiden. Het lijkt in het voordeel van de opdrachtgever, die op die manier een vorm flexibiliteit behoudt, maar dat is alleen zo bij gratie van de zzp'er. Het is schijnzekerheid.

"De opdrachtgever loopt hier het risico, want dit is een arbeidsovereenkomst met de bijbehorende bescherming van de werknemer. In de wet staat dat als een arbeidsovereenkomst ten minste drie maanden heeft geduurd, de bedongen arbeid wordt vermoed een omvang te hebben gelijk aan de gemiddelde omvang van de arbeid per in de drie voorafgaande maanden", zegt Sander Schouten van AMS Advocaten.

Volgens Schouten kun je als werkgever wel proberen dit zognaamde "rechtsvermoeden" te weerleggen, maar dan loop je toch een risico. Met name bij ziekte kan dit gevolgen hebben. Wordt een medewerker ziek, dan betaalt de werkgever 70 procent van het gemiddelde wat in de afgelopen maanden is verdiend. Als iemand wil vertrekken, dan is ook dat gemiddelde salaris het uitgangspunt bij een eventuele vertrekregeling.

LEES OOK: Meer dan 100.000 zzp’ers zijn gestopt: strengere controle op schijnzelfstandigheid lijkt rol te spelen