Onderzoeker Pieter Lakeman ging afgelopen woensdag 7 oktober nog eens vol in
de aanval
. Dirk Scheringa’s DSB Bank zou een halve oplichtersbank zijn.
President Nout Wellink van De Nederlandsche Bank moest het ook ontgelden.

Centraal punt in Lakemans analyse is dat klanten van DSB Bank die dure
koopsompolissen en knellende hypotheken hebben afgesloten, beter af zijn met
een faillissement van de bank, als ze schadevergoeding willen.

Ondernemer Dirk Scheringa stuurt juist aan op beperkte, individuele
schadevergoedingen en wil vervolgens met een schone lei beginnen.

Er is echter een derde optie: verkoop van DSB aan een andere bank. Loop je
alle mogelijkheden na, dan is dit waarschijnlijk de minst schadelijke
uitweg.

Schone start
Excuses aan de klant, individuele afhandeling van klachten en een nieuw
verdienmodel. Met die ingrediënten probeert Scheringa het zelfstandige
voortbestaan van DSB Bank te waarborgen.

Om door te kunnen moet DSB Bank in ieder geval snel individuele
schaderegelingen treffen, om Lakeman wind uit de zeilen te nemen. Lakeman
stuurt met de Stichting Hypotheekleed immers aan op een collectieve claim.

Voor de langere termijn wil DSB als gewone bank hoofdzakelijk geld verdienen
met het verschil tussen de betaalde rente op spaargeld en leningen, en de
ontvangen rente op hypotheken en overige kredieten. De oude melkkoe,
provisies op het afsluiten van verzekeringsproducten, staat droog. In 2008
waren DSB's provisies goed voor zo'n 36 procent van totale inkomsten. In
2007 was dat nog de helft.

De groeistrategie van DSB-nieuwe-stijl stuit echter op een dubbele muur. Nieuw
spaargeld aantrekken zal niet meevallen, zolang claimpartijen zoals die van
Lakeman stampij maken. Daarnaast is groei van de hypotheekproductie evenmin
eenvoudig, gelet op de imagoschade die de bank heeft opgelopen.

Alleen publicitaire godsgeschenken - gouden medailles voor DSB-schaatsers,
topprestaties van voetbalclub AZ - en collectief geheugenverlies bij
consumenten, kunnen voor een kentering zorgen. Dat wordt hard bidden.

Failliet
Volgens 'DSB-basher' Lakeman zijn gedupeerde klanten beter af, als hun lot in
handen ligt van de curator van een failliete bank. De onzekerheidsmarge is
echter groot. Lakemans Stichting Hypotheekleed verenigt 1.500 gedupeerden
die bij elkaar goed zijn voor pakweg 60 miljoen euro aan claims. Haalt
Lakeman bij de rechter zijn gelijk met een collectieve actie voor
DSB-klanten, dan rekent hij op één miljard euro aan schadevergoedingen.

Sleutelvraag in dit scenario is: waar komt de schadeclaim in het rijtje van
schuldeisers, en wat voor effect heeft dat op andere belanghebbenden zoals
spaarders van DSB Bank? Slechts één ding is zeker: willekeur dreigt.

DSB Bank heeft naar eigen zeggen ruim 4 miljard euro aan spaartegoeden. Op
korte termijn kan de bank circa 1,5 miljard euro vrijmaken om weglopende
spaarders geld mee te geven. In geval van een bankrun wordt die buffer
echter bij lange na niet gespendeerd.

Bij een forse uitstroom van spaargeld, gaat de bank spoedig op slot. Het
restant van de spaarders zit dan klem. De belangen van deze groep stroken
niet noodzakelijk met die van de houders van hypotheken en koopsompolissen
die Lakeman vertegenwoordigt.

Aanpak van een curator
De curator van een failliet DSB kijkt bijvoorbeeld wat er aan de
bezittingenkant verkoopbaar is. Naast het restant van de liquiditeitsbuffer
van 1,5 miljard euro is dat voornamelijk DSB's hypotheek- en
leningenportefeuille, die eind 2008 een omvang van 6,8 miljard euro had.
Paradox is dan: hoe meer succes claimklanten van DSB Bank hebben -
bijvoorbeeld met versoepeling van afbetalings- en rentevoorwaarden op
hypotheken - des te lager de restwaarde van de kredietportefeuille. Ofwel:
hoe ongunstiger die situatie voor resterende spaarders.

DSB-spaarders die onder het depositogarantiestelsel vallen - wat bijvoorbeeld
niet geldt voor achtergestelde spaardeposito's die DSB aanbiedt - kunnen in
principe een beroep doen op de bancaire garantieregeling, als de boedel van
de bank onvoldoende oplevert. Op basis hiervan kunnen spaarders een euroton
per klant terugkrijgen. Dit betekent wel dat andere banken en waarschijnlijk
ook de belastingbetaler deels opdraaien voor het omvallen van DSB Bank.

Overname door andere bank
Kortom, bij een faillissement zitten diverse partijen - spaarders, andere
banken, belastingbetalers - met de brokken. In dit licht is de derde optie
voor DSB Bank wellicht de minst kwade: overname door een andere bank.

Met een balanstotaal van 7,8 miljard euro is DSB Bank de twaalfde bank van
Nederland. Daarmee is Scheringa's bank een dwerg vergeleken met ING (balans:
1.188 miljard euro) en Rabobank (balans: 615 miljard euro). Maar ook
middelgrote partijen als SNS Bank (balans: 80 miljard euro), Van Lanschot
(balans: 21 miljard euro) en Friesland Bank (balans: 10,7 miljard euro)
staan boven DSB Bank.

Concurrenten geïnteresseerd
Dat concurrenten best geïnteresseerd zijn in klanten van DSB Bank bleek deze
week uit een advertentie van Friesland Bank, onder het kopje 'U bent vóór
AZ. Toch bankiert u bij Friesland Bank'. Inlijving van de
hypotheekportefeuille en spaargelden van DSB Bank, zonder de besmette naam,
is potentieel interessant voor rivalen. Ook Scheringa zelf wordt op die
manier van een hoofdpijndossier verlost.

Obstakel is de inschatting van eventuele claimschade van ontevreden klanten.
Pijnlijk voorbeeld is in dit verband de aankoop van Aegon-dochter Labouchere
door de Belgische bankgroep Dexia in 2000. Dexia werd door Aegon opgezadeld
met aandelenleaseproducten en raakte verzeild in een claimaffaire die
honderden miljoenen kostte. Niemand zal z'n handen aan DSB willen branden,
zolang niet redelijkerwijs valt in te schatten wat de claimschade is.

Regeling gedupeerden essentieel
Essentieel is dus dat Scheringa snel een acceptabele regeling treft voor
gedupeerde klanten. De Autoriteit Financiële Markten kan een handje helpen
door aan te geven of misstanden bij DSB een incidenteel karakter hebben, of
duiden op breder wanbeleid.

Formeel heeft banktoezichthouder DNB hier geen rol. Maar zoals eerder bleek
mengt president Nout Wellink zich regelmatig in discussies over het
Nederlandse banklandschap. Zo wordt de beoogde fusie van ABN Amro en Fortis
Bank Nederland gesteund door Wellink. Ook inzake DSB Bank is er werk aan de
winkel.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl