“We moeten oppassen dat de valuta-oorlog geen handelsoorlog wordt”, zegt de
Duitse minister van Economische zaken Rainer Brüderle op 13 oktober in de
Duitse krant Handelsblatt.
Nadat men er tijdens de IMF top in Washington het afgelopen weekend niet in is
geslaagd om de onenigheid tussen met name China en de VS over de
wisselkoersen te bezweren, is die kans aanzienlijk toegenomen.
Het was de Braziliaanse minister van Financiën Guido Mantega die op 27
september van dit jaar voor het eerst sprak van een valutaoorlog. Extreem
lage rentestanden in ontwikkelde landen zoals de VS hebben geleid tot een
stroom aan dollars naar (opkomende) landen met een hogere rentestand en
betere economische vooruitzichten zoals Brazilië.
Massale interventies
Resultaat: de munten van deze landen stegen in waarde ten opzichte van de
dollar. Als reactie hierop hebben opkomende landen – uit angst voor het
ontstaan van zeepbellen door die enorme influx aan buitenlands geld – weer
maatregelen genomen om hun munt weer goedkoper te maken en om dollars te
weren.
Volgens schattingen van het Amerikaanse persbureau Reuters
spenderen centrale banken in Azië (Zuid-Korea, Maleisië, Indonesië,
Thailand, de Filipijnen en Taiwan) samen ongeveer drie miljard dollar per
dag aan interventies op de valutamarkten om de waarde van hun munten laag te
houden.
Bovendien hebben Brazilië en Thailand fiscale maatregelen
genomen waarmee ze de instroom van vreemde valuta aan banden willen leggen.
Een vloed van geld die binnenkomt, kan namelijk makkelijk leiden tot
bijvoorbeeld een overspannen huizenmarkt en andere zeepbellen, waardoor die
landen uiteindelijk in de problemen komen als die bellen weer barsten, en
alle buitenlandse investeerders massaal vertrekken.
Chinezen de zondebok
Maar de Amerikanen spelen de vermoorde onschuld. Volgens hen is het China dat
de wereldwijde valutastromen negatief beïnvloedt. Het land wordt ervan
beschuldigd zijn munt kunstmatig laag te houden om zo zijn eigen exporteurs
te bevoordelen en mondiale onevenwichtigheden on stand te laten.
China heeft zijn munt, the Yuan, al een klein beetje in waarde laten stijgen,
maar het gaat vooral de Amerikanen allemaal niet hard genoeg. Om het vuurtje
verder op te stoken dreigde de Amerikaanse econoom Paul
Krugman al met het invoeren van importheffingen op Chinese producten.
En zo wordt er heel wat afgeruzied over de waarde van ieders munt. Al die
onenigheid en de beweeglijkheid van de wisselkoersen door de ingrepen van
verschillende landen om de waarde van hun munt op het gewenste niveau te
houden, zijn geen goed nieuws voor de wereldhandel. De oplossing wordt
vooralsnog in het verre oosten gezocht. Brüderle, maar ook de Wereldbank en
het IMF wijzen net als de VS richting China. Dat land moet zijn munt op
waarderen en zo de monetaire vrede herstellen.
VS mede schuldig
Dat de Verenigde Staten ook een belangrijke rol spelen in het ontstaan van
onevenwichtigheden op de valutamarkten zou je bijna over het hoofd zien. Een
van de weinigen die de Amerikanen wees op hun verantwoordelijkheid in de
valutaoorlog (al wil hij daar niet van spreken) is Nout Wellink, de
president van de Nederlandsche Bank. Aan de vooravond van de jaarvergadering
van het IMF afgelopen weekend zei
hij dat de Amerikanen ook zelf orde op zaken moeten stellen door hun grote
tekorten aan te pakken.
Waar er twee vechten...
Je zou kunnen zeggen dat de VS en China elkaar in de houdgreep hebben. De
spaarzame Chinezen financieren in feite al jaren de Amerikaanse spilzucht
door hun staatsobligaties op te kopen. Komt dit doordat de Chinezen minder
moeten sparen en meer moeten consumeren? Of moeten de Amerikanen juist
spaarzamer worden? Zoals altijd ligt de waarheid in het midden en moet de
oplossing van twee kanten komen.
Nieuwe machtsverhoudingen
Verder leggen de huidige onevenwichtigheden op de valutamarkten de nieuwe
verhoudingen op economisch gebied bloot. Opkomende markten trekken de kar
voor wat betreft de economische groei, en de westerse landen herstellen
traag van de kredietcrisis. Dat er een nieuw evenwicht gevonden moet worden
en dat dit niet van de een op de andere dag bereikt zal worden is in dit
licht niet verwonderlijk.
G20
Op de komende G20 top in november zullen de wisselkoersen bovenaan de agenda
staan. Of de landen er dan uitkomen, is echter onwaarschijnlijk. Japan heeft
al laten weten
dat het twijfels heeft over de gastheer van de G20, Zuid-Korea. Seoul zou
niet onpartijdig zijn, omdat het zelf interveniëert op de valutamarkten om
de koers van de won laag te houden.
Hoe de twee voornaamste kemphanen, China en de VS, hun geschil over de koersen
van hun munt bij zullen leggen is nog hoogst onduidelijk. Het zal in ieder
geval heel wat tijd en diplomatie vergen om beide partijen naar elkaar toe
te bewegen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl