Z24 vraagt geen geld aan zijn bezoekers. We keken dan ook wel even op toen
mediatycoon Rupert Murdoch een half jaar geleden aankondigde dat het
tijdperk van gratis nieuws op internet voorbij was. Internetbezoekers moeten
volgens hem gewoon betalen voor het nieuws.

Murdoch kreeg veel bijval van andere (dagblad)uitgevers – niet van de rest van
de wereld. Vrijwel allemaal worstelen die uitgevers met hun digitale
bedrijfsvoering: hoe financieren ze hun dure gebouwen, drukkerijen,
redacties, distributienetwerken en oplage-afdelingen nu potverdorie hun
nieuws gratis op internet staat? Murdoch verwoordde wat ze zelf dachten.

Nu, een half jaar later, zegt
Murdoch
dat het waarschijnlijk langer duurt voordat hij zijn media
(onder meer The Times, Sun, Fox News) geld laat vragen op internet. De
planning was juni 2010. Dat wordt nu later, omdat Murdoch nog worstelt met
de invoering.

Misschien komt van uitstel wel afstel. Want betalen voor nieuws op internet
maakt weinig kans. Om diverse redenen.

Gratis nieuws is overal
Zodra nieuws zich openbaart, is het wereldwijd bekend. Via het internet
natuurlijk, maar ook via gratis radio- en televisie-uitzendingen van vaak
uitstekende kwaliteit. Dat is niet tegen te houden.

Primeurs van kranten zijn nu eenmaal, zodra ze zijn gepubliceerd, 'eigendom'
van iedereen. Elke site, of het nu een dagbladuitgever is of een blogger
driehoog achter, mag vrijelijk citeren uit dat nieuws of samenvatten. Mits
het met bronvermelding gebeurt.

Geen mens zal betalen voor exclusieve nieuwtjes als je niet weet of dat nieuws
relevant voor je is. Zodra je het wel weet, is het openbaar.

En scherpe analyses en pittige commentaren dan? Die blijven uiterst waardevol.
In de overvloed op internet hebben bezoekers graag houvast – ook op Z24
behoren de eigen analyses tot de meest gelezen stukken. Vertrouwde merken en
columnisten helpen daarbij.

Buiten Nederland komen die analyses vaak van individuele bloggers. Die
bloggers hebben een geheel eigen verdienmodel: ze verdienen direct geld op
hun blog met Google-advertenties en indirect nog meer: met lezingen,
adviezen, boeken.

Zij blijven ongetwijfeld gratis hun meningen aanbieden - zij hoeven geen
overhead te betalen.

Internet ontbeert een kassa
Zelfs als je waardevolle content hebt, dan nog is het de vraag hoe je daar
geld voor vraagt. Consumenten zijn tot nu toe niet bereid geweest om een
abonnement te nemen op internet - de New York Times bijvoorbeeld heeft het
even geprobeerd en kwam daar snel op terug toen lezers massaal afhaakten.

Geld vragen betekent bovendien ook hoge kosten voor betalingsverkeer. Mede
daarom is betalen per artikel nooit doorgebroken. Ideal, PayPal of je
creditcardmaatschappij: allemaal willen ze hun deel van de transactie.

Geld vragen betekent dus ook systemen aanleggen en medewerkers klantenservice
aanstellen. "Mevrouw, ik heb betaald en het artikel verschijnt niet. Ik
wil mijn geld terug."

De vraag is dus of je die infrastructuur ooit terugverdient met enkele
tienduizenden betalers.

Voor zakelijke gebruikers is het nog complexer: bedrijven centraliseren hun
inkoop. Ze willen niet dat individuele werknemers straks op kosten van de
baas artikelen bestellen.

Natuurlijk, grote afnemers kun je een all-in abonnement geven voor al hun
medewerkers. Maar wat reken je een klein advocatenkantoor of een individuele
ondernemer die misschien af en toe een artikel zoekt?

The Wall Street Journal, ook eigendom van Rubert Murdoch, is het tot nu toe
wel gelukt. Dankzij een wereldwijde afzetmarkt en Engels als lingua franca.
En de bezorging van de papieren krant in Nebraska en Nigeria verloopt
ongetwijfeld niet altijd vlekkeloos.

In een beperkt taalgebied als Nederland is dit lastiger. Hoe specifieker de
informatie, des te groter de kans dat men bereid is te betalen. Nederlandse
komkommerkwekers die naar Polen exporteren zijn ongetwijfeld bereid te
betalen voor nieuws over de Poolse komkommermarkt. Helaas zijn er niet zo
veel komkommerkwekers.

Heel misschien bieden straks mobieltjes enig soelaas. Telecommers hebben
immers al een geoliede infrastructuur voor het innen van kleine betalingen.
Denk aan sms-jes. En binnen enkele jaren zal elke mobiele telefoon geschikt
zijn om het internet op te gaan. Maar reken niet op grote bedragen. Leuk
voor impulsaankopen, maar wie even verder surft vindt al gauw een gratis
alternatief.

Hoe verdien je dan geld?
Het internet is meedogenloos en kent geen medelijden. Ook niet met grote
uitgevers met een dito overhead.

Maar wat dan? Eén optie is geld verdienen met andere zaken dan directe
lezersinkomsten. Als variant op het verdienmodel van de blogger. Dat kan met
advertenties - de grootste nieuwssites van België en Nederland, Het
Laatste Nieuws
respectievelijk Nu.nl,
zetten naar verluidt jaarlijks acht miljoen euro om. Daar kun je een
uitstekende internetsite van maken.

Maar het kan ook met andere inkomsten. Dat kan een webwinkel zijn die logisch
aansluit op je DNA (zoals NRC Handelsblad met zijn boekwinkel
rondom recensies
), maar ook commissies: geld ontvangen als je
sitebezoekers transacties doen. (Z24 experimenteert daar mee: zodra jij via
de prijzenvergelijker op de site van energieleverancier wisselt, ontvangen
wij een commissie.)

Nog een optie: rubrieksadvertenties. Die waren altijd een goudmijn voor de
kranten, maar door defensief gedrag zijn ze die kwijtgeraakt aan het
internet, aan andere partijen. Zie Marktplaats, dat groot geworden is door
een handige kringloopwinkelkoning.

Schibsted, de Noorse mede-eigenaar van Z24, is een van de weinige
dagbladuitgevers die wel ondubbelzinnig voor internet koos. Nu is het
bedrijf marktleider in Scandinavië, Frankrijk en Spanje met
rubrieksadvertenties en verdient het daar zeer veel geld mee. De nieuwssites
zijn mede een uithangbord voor die rubrieksadvertenties.

Schibsted zet dat geld in om nieuwe internetinitatieven zoals Z24 een kans te
geven. En ook wij moeten bewijzen dat we op meerdere manieren geld kunnen
verdienen. Geen sinecure overigens.

Uitgevers moeten dus anders dan vroeger hun omzetten binnenhalen. Niet meer
rechtstreeks bij de consument, maar indirect. Voor hen nieuw, maar heel
gebruikelijk in andere branches. Vergelijk het maar met Ryanair: die
vliegmaatschappij verdient niet zozeer aan de tickets als wel aan de koffie
aan boord of de toeslag voor bagage.

Of Albert Heijn: mensen komen voor koffie maar nemen ook rivierkreeftjes mee -
waar de echte marge op zit. Of Wehkamp.nl voor wie betalen op afbetaling
vaak plezieriger marges oplevert dan de verkochte wasmachine.

Moraal van dit verhaal: aantrekkelijke open sites trekken veel lezers.
Indirect financieren die lezers je kosten. Maar dan moeten die kosten wel
overeenstemmen met de nieuwe werkelijkheid: uitgevers hebben niet langer het
monopolie op het nieuws.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl