- De Amerikaanse inflatie is in de maand november uitgekomen op 7,1 procent, terwijl economen hadden gerekend op een iets hogere inflatie.
- Beleggers reageerden positief, omdat ze hopen dat de Amerikaanse centrale bank gas terug kan nemen met renteverhogingen.
- Woensdag gaat de beleidsrente van de Federal Reserve naar verwachting met 0,5 procentpunt omhoog.
- Lees ook: Hoe hoog wordt de Nederlandse inflatie in 2023? Prognoses lopen fors uiteen.
De Amerikaanse inflatie is in november verder uitgekomen op 7,1 procent. De gemiddelde stijging van de prijzen van goederen en diensten was in oktober nog 7,7 procent op jaarbasis.
Economen hadden voor november in doorsnee gerekend op een inflatie van 7,3 procent, iets meer dus dan de gemiddelde prijsstijging van 7,1 procent.
Amerikaanse beurzen reageerden positief. De brede S&P 500-index klom dinsdagmiddag kort na de opening bijna 2 procent naar een niveau van 4.100 punten en de technologiegerelateerde Nasdaq Composite steeg zelfs 3,6 procent naar 11.550 punten.
Beleggers hopen dat de afkoeling van de inflatie ervoor zorgt dat de Amerikaanse centrale bank rentes minder agressief gaat verhogen om de hoge inflatie af te remmen.
Woensdag gaat de Amerikaanse centrale bank de beleidsrente naar verwachting met 0,5 procentpunt opschroeven. De vraag is vooral of de Federal Reserve in de toelichting op het rentebesluit een hint geeft dat het tempo van volgende renteverhogingen wordt gematigd.
De renteverhogingen van de Amerikaanse centrale bank zijn bedoeld om de economische vraag af te remmen door lenen duurder te maken voor consumenten en bedrijven. Dit moet leiden tot minder sterke prijsstijgingen.
Het gevaar hierbij is overigens dat de economie zodanig afkoelt dat er een recessie ontstaat. Veel beursexperts wijzen erop dat beleggers nog veel te weinig rekening houden met het risico dat bedrijfswinsten lager kunnen uitvallen in 2023. De huidige koersstijgingen op de beurs maken aandelen dan ook relatief duur, aangezien de bedrijfswinsten onder druk staan.