Voor de 54e keer staat komende nacht de Super Bowl op het programma. Dit keer nemen de Kansas City Chiefs het op tegen de San Francisco 49ers.
De finale van het American football-seizoen is het best bekeken eendaagse sportevenement ter wereld, met alleen al in de VS meer dan 110 miljoen kijkers.
American football is de populairste sport in de VS, maar daarbuiten relatief onbekend. En laten we eerlijk zijn: het is niet het gemakkelijkste spel om te volgen. Dikke mannen beuken tegen elkaar aan en daaromheen lopen spelers kriskras door elkaar heen. En waar is in godsnaam de bal?
Daarom voor de leken die in 2019 misschien hun eerste Super Bowl kijken een uitleg van het doel van het spel aan de hand van de posities op het veld.
De posities bij American football
Net als bij voetbal mag een team bij American football elf spelers tegelijkertijd op het veld hebben staan. Maar doordat coaches onbeperkt mogen wisselen als het spel stil ligt, is het type spelers dat in het veld staat sterk afhankelijk van de situatie. Een team bestaat uit 46 spelers, die in drie groepen zijn in te delen: aanval, verdediging en special teams.
Aanval
Het aanvallende team is in balbezit en heeft vier pogingen om minimaal tien yards aan terreinwinst te boeken. Lukt dat, dan krijgt de ploeg opnieuw vier pogingen om eenzelfde afstand te overbruggen.
De bal verplaatsen kan op twee manieren: over de grond of door de lucht. Bij de eerste optie rent een speler met de bal onder de arm zo ver mogelijk totdat hij wordt getackeld. Bij de tweede manier gooit een speler de bal naar een teamgenoot. Per poging mag een team een keer de bal voorwaarts gooien; opzij of naar achteren mag onbeperkt.
Het uiteindelijke doel is om in de endzone te geraken, het rechthoekige vak aan het einde van het veld. Dat levert zes punten op.
Daarna krijgt het aanvallende team de keus om extra punten te scoren. De bal door de palen schoppen levert een punt of, de bal nog een keer in de endzone brengen levert twee punten op. Doorgaans kiezen teams voor het eerste, omdat dit eenvoudiger is.
Zijn de pogingen bijna op maar is een team ver verwijderd van de endzone, dan is er de optie om een fieldgoal te kicken voor drie punten. Daarbij doet het team een poging de bal door de palen te schoppen.
Het aanvallende team bestaat uit een quarterback, offensive line, tight ends, wide receivers en running backs.
• Quarterback
De spelverdeler van het team. Hij geeft de bal af aan een rennende speler of gooit de bal naar een teamgenoot. Een quarterback is vaak langer dan 1.90 meter, beschikt over een sterke werparm en is intelligent genoeg om verschillende spelsituaties te lezen.
• Offensive line
De offensive line bestaat uit vijf spelers die proberen om de quarterback te beschermen. Ze zijn breed en sterk en wegen gemiddeld 140 kilogram.
De center is de middelste van de vijf en heeft als extra taak om de bal tussen zijn benen door aan de quarterback te overhandigen bij aanvang van een poging. Links en rechts van de center staan twee guards, die als voornaamste opdracht hebben om tegenstanders te blokkeren en om gaten te creëren in de verdediging waar de running back doorheen kan lopen.
Aan de buitenkant van de rij van vijf staan de tackles, die doorgaans de beste atleten van de groep offensive linemen zijn. Zij moeten tegenstanders afweren die buitenom proberen te komen. Bij een rechtshandige quarterback is de tackle aan de linkerkant van extra belang, omdat hij de ‘dode hoek’ van de spelmaker moet beschermen.
• Running back
De running back, ook wel half back genoemd, probeert de bal door te rennen dichter bij de endzone te brengen. Hij rent door de gaten die de offensive linemen voor hem creëren of hij loopt er met een wijde boog omheen om snel het open veld te bereiken. Een running back mag de bal ook vangen. Samen met wide receivers zijn running backs over het algemeen de snelste spelers van het aanvallende team.
• Full back
Full back is een positie die langzaam uitsterft in het moderne American football. De full back staat achter de offensive line en voor de running back opgesteld. Hij fungeert als extra blocker voor de running back.
• Wide receiver
Wide receivers zijn snelle spelers die zich specialiseren in het vangen van de bal. Ze staan vaak opgesteld aan de rand van het veld, maar mogen ook dichter bij de offensive line staan. Vaak staan ze ook met z’n tweeën of drieën bij elkaar om het moeilijker te maken voor de verdediging om ze te dekken.
De lichaamsbouw van wide receivers loopt sterk uiteen. Kleinere balvangers zijn over het algemeen actief in het midden van het veld, waar het drukker is en hun wendbaarheid een pluspunt is. Grote krachtpatsers proberen aan de buitenkant een-op-een-duels te winnen.
• Tight end
Tight ends stellen zich op aan de buitenkant van de offensive line naast een van de tackles. Ze mogen de tegenstander blocken en fungeren zo als extra offensive lineman. Maar ze mogen de bal ook vangen en vormen zo een extra doelwit voor de quarterback. Als de tight end zich een eindje van de offensive line opstelt, wordt hij ook wel een split end genoemd.
Verdediging
Het verdedigende team heeft als taak om de aanvallende partij tegen te houden. Slaagt het team in balbezit er niet in om in vier pogingen tien yards te overbruggen, dan krijgt de tegenstander de bal. In de praktijk zal de aanvallende ploeg bij de vierde poging kiezen voor een fieldgoal of een punt, het zo ver mogelijk vooruit trappen van de bal.
De verdediging kan ook in balbezit komen door de bal te veroveren. Dat kan door een worp van de quarterback te onderscheppen, een zogenoemde interception. Een andere optie is de bal uit de handen van een aanvallende speler slaan, een fumble, en die vervolgens op te pakken.
Het verdedigende team bestaat uit de defensive line, linebackers, cornerbacks en safety’s.
• Defensive line
In tegenstelling tot de offensive line zijn er geen formele posities voor spelers op de defensive line. In theorie mag elke speler van de verdediging een plek rond de bal innemen.
In de praktijk spelen teams het merendeel van de tijd met drie of vier defensive linemen. Hun voornaamste taak is het tegenhouden van running backs als het spel over de grond gaat en het jagen op de quarterback als die de bal gaat gooien.
De twee buitenste spelers op de defensive line heten defensive ends, de spelers daartussen de defensive tackles. Stelt een tackle zich op tegenover de center van de aanvallende partij, dan wordt hij ook wel een nose tackle genoemd.
• Linebacker
Linebackers spelen achter de defensive line en hebben uiteenlopende taken, afhankelijk van de situatie. Ze kunnen jagen op de quarterback, receivers dekken en running backs stoppen.
Het verdedigende team heeft meestal twee tot vier linebackers in het veld. Er zijn grofweg drie type linebackers: strongside, middle en weakside. De strongside linebacker stelt zich op aan de kant van de tight end. Hij is doorgaans de sterkste van de groep, omdat hij tegenstanders moet zien te passeren om bij de running back te komen.
De middle linebacker is vaak de leider van de verdediging. Hij moet snel identificeren wat de aanvallende partij van plan is en de nodige aanwijzingen geven aan zijn teamgenoten. De weakside linebacker is meestal het meest atletisch, omdat hij het open veld moet verdedigen.
• Cornerback
Cornerbacks zijn spelers die doorgaans de wide receivers dekken. Ze proberen te voorkomen dat de pass van de quarterback aankomt of doen een poging om de bal zelf te vangen (een interception). Als het aanvallende team rent, is hun taak om de running back de doortocht te belemmeren.
• Safety
De safety is de laatste linie van de verdediging. Hij speelt het verst af van de line of scrimmage, de denkbeeldige lijn op de plek waar de bal ligt.
Er zijn twee type safety's. De strong safety is meestal wat sterker en groter. Zijn voornaamste taak is het verdedigen van de run. De free safety staat nog iets verder achteruit. Hij moet extra bescherming bieden bij een pass en is doorgaans wat kleiner en sneller.
• Nickelback en dimeback
Als het aanvallende team drie of meer wide receivers opstelt, kan de verdediging ervoor kiezen om een linebacker te wisselen voor een defensive backs (cornerback of safety). Een linebacker is door zijn forse bouw minder geschikt om wide receivers te dekken; een cornerback of safety is sneller en wendbaarder.
Als het verdedigende team een extra cornerback of safety inzet, dan heet de formatie een nickel defense. Daarin speelt de verdediging met vijf defensive backs. De extra cornerback of safety heet dan ook een nickelback. Wordt een linebacker ingeruild voor een zesde defensive back, dan heet die een dimeback.
Nickelbacks en dimebacks zijn er in principe om een pass te verdedigen, maar ze kunnen ook ingezet worden om als verrassing op de quarterback af te sprinten. Dit heet een blitz.
Special teams
Specials teams is de formatie die op het veld komt in bijzondere situaties, zoals kickoffs, fieldgoals of punts. Daarbij horen een aantal bijzondere posities die niet bij de aanval of verdediging horen, maar uniek zijn voor de specials teams.
• Kicker
De man die tegen de bal trapt. De kicker komt in het veld bij kickoffs, bij de start van een helft of als er gescoord is. Zijn doel is om de bal zo ver mogelijk weg te schoppen.
Ook kan het kickende team kiezen voor een onside kick om te proberen zelf de bal weer te veroveren. Hierbij moet de bal minimaal 10 yards hebben afgelegd en eerst zijn aangeraakt door een speler van het andere team.
Daarnaast is de kicker verantwoordelijk voor de fieldgoal of extra point na een touchdown, het schoppen van de bal tussen de palen. De langste geslaagde fieldgoal ooit is vanaf 64 yards, omgerekend 58,5 meter.
• Holder
De holder is degene die bij een fieldgoal of extra point de bal vasthoudt voor de kicker. Dit is doorgaans de reservequarterback of de punter (zie hieronder), omdat ze gewend zijn om de bal in hun handen te houden.
• Long snapper
De long snapper is degene die de bal tussen zijn benen door vanaf de grond naar achteren gooit richting de holder bij fieldgoals, extra points of punts. De afstand tussen de long snapper en de holder is, afhankelijk van de situatie, tussen de 7 en 13 meter. Omdat het een specialisme is dat veel oefening vergt, is er meestal een long snapper per team.
• Punter
Nog een man die tegen de bal trapt, maar dan vanuit zijn handen. Als het team dat in balbezit is na drie pogingen er niet in is geslaagd om 10 yards terreinwinst te boeken en de afstand tot de palen is nog te ver voor een fieldgoal, dan kiest het team ervoor om de bal zo ver mogelijk weg te schoppen. Dit heet een punt.
Doel van de punter is om de bal zo lang mogelijk in de lucht te laten blijven, zodat zijn teamgenoten de kans hebben om richting de andere kant van het veld te sprinten.
• Kick of punt returner
Als de bal bij een kickoff of punt ver weg wordt geschopt, staat er aan de andere kant iemand om de bal te vangen. Dit is de returner. Zijn taak is om zo ver mogelijk terug te rennen met de bal. Bereikt hij de endzone, dan is dat goed voor zes punten. Een return levert vaak spectaculaire momenten op: