Dat stelt de Oeso, de denktank van industriële landen, dinsdag in een nieuw rapport
over de eurozone.

De eurolanden moeten nog hard werken om de structurele oorzaken van de
schuldencrisis aan te pakken. Door recente steunacties van de Europese
Centrale Bank is de acute crisis geluwd, maar er zijn nog tal van beren op
de weg.

Voor dit jaar rekent de Oeso op een economische groei in de eurozone van 0,2
procent, mede door het zwakke vertrouwen van consumenten en minder vraag
naar exportproducten in opkomende landen. In 2013 kan de groei in de
eurozone aantrekken tot 1,4 procent.

Schuldencrisis: groter noodfonds

Volgens de Oeso is het van essentieel belang dat de schuldverlichting van
Griekenland succesvol wordt afgerond. Daarnaast moeten zwakke Europese
banken hun buffers aanvullen.

Voor blijvend herstel van het vertrouwen van financiële markten is het van
belang dat het permanente noodfonds ESM zo snel mogelijk in werking treedt.
Dat fonds krijgt een beoogde leencapaciteit van 500 miljard euro.

Maar volgens de Oeso moet de eurolanden mikken op een twee keer zo grote
leencapaciteit, om zwakke eurolanden te steunen en bijdragen te leveren aan
de versterking van de financiële buffers van banken. "De ministers
van Financiën van de eurozone moeten de capaciteit van het noodfonds
verhogen naar minimaal 1.000 miljard euro", aldus secretaris-generaal
Angel Gurría van de Oeso.

Bezuinigen en hervormen

De Oeso maakt een duidelijk onderscheid tussen eurolanden die al financiële
hulp krijgen (Griekenland, Portugal, Ierland) en landen die gewantrouwd
worden door beleggers (Spanje, Italië) aan de ene kant, en meer solide
landen als Duitsland, Finland en Nederland aan de andere kant.

De zwakke eurolanden moeten sowieso hun begrotingstekorten terugdringen en de
staatsschuld omlaag brengen, vindt de Oeso. Ook al verergert dit de recessie
in sommige landen op korte termijn. De prioriteit ligt echter bij het
herstellen van de kredietwaardigheid en het ombuigen van onhoudbare
tekorten.

Voor eurolanden die er fiscaal iets beter voorstaan stelt de Oeso een ander
recept voor. Duitsland, Finland en Nederland wordt aangeraden om de snelheid
waarmee begrotingstekorten moeten worden teruggedrongen eventueel iets te
matigen. Dit om te voorkomen dat de economie verder inzakt en op voorwaarde
dat er serieuze structurele hervormingen worden doorgevoerd.

Advies voor Rutte

Voor Nederland betekent dit volgens de Oeso concreet dat er vooral op de
arbeidsmarkt flink doorgepakt moet worden: de duur van uitkeringen zoals de
ww moet herzien worden, het ontslagrecht moet op de helling en de fiscale
druk die zorgt voor een relatief groot verschil tussen bruto en netto lonen
moet verkleind worden.

De aanbevelingen van de Oeso geven een duidelijke hint aan het kabinet Rutte,
dat dezer dagen in het Catshuis broedt op plannen om het begrotingstekort
aan te pakken. Volgens het Centraal Planbureau moet zo'n 9,6 miljard euro
extra worden bezuinigd om het begrotingstekort in 2013 onder de Europese
grens van drie procent te brengen.

Lees ook:

Waarom Nederland niet aanhaakt bij Duitse groei

CPB: begrotingstekort nog iets hoger

Tip Israel voor Rutte: neem pijn bezuiniging in één keer

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl