Een lagere pensioengerechtigde leeftijd voor mensen met een zwaar beroep is onuitvoerbaar zonder belastingverhoging, blijkt uit onderzoek van een werkgroep van het Actuarieel Genootschap.
Dat schrijft het Financieele Dagblad maandag.
Onder andere VVD en D66 pleitten in de aanloop naar de verkiezingen voor het flexibiliseren van de AOW-leeftijd. Doel is de oplopende AOW-leeftijd – 67 jaar in 2021 – te verzachten.
Het plan was om mensen met een zwaar beroep de keus te geven om eerder met pensioen te gaan tegen een lagere uitkering.
De actuarissen berekenden hoeveel korting op de AOW-uitkeringen iemand moet accepteren één jaar eerder stoppen met werken. Dat blijkt, onder voorbehoud, 5.4 procent te zijn.
Probleem is dat de AOW al een minimum-uitkering is, dus dat een korting het bedrag onder het minimum laat zakken, wat aangevuld moet worden met aanvullende bijstand. Dat betekent dat er per saldo extra belastinggeld naar gepensioneerden zou gaan.