- Europese accu- en autofabrikanten zijn vooralsnog afhankelijk van China, omdat belangrijke grondstoffen daar vandaan komen.
- Die bronmaterialen kunnen in de toekomst ook uit Europa komen, maar dat geldt nog niet voor de machines waarmee accu’s worden gemaak, stelt CEO Yann Vincent van het Franse ACC.
- China probeert de afhankelijkheid van Europese autofabrikanten in stand te houden met de ontwikkeling van een solid state-batterij.
- Lees ook: China loopt op tegen muur van argwaan in de VS en Europa – maar Westen kan niet zomaar ‘ontkoppelen’
Europese autofabrikanten zijn voor een groot deel afhankelijk van China, als het aankomt op de productie van elektrische vierwielers. Niet alleen wordt naar verwachting dit jaar ruim een kwart van de in Europa verkochte elektrische auto’s in China gemaakt, ook voor de productie en elektrische auto’s in Europa zijn onder andere accucellen van giganten als CATL en BYD nodig.
Voor accu’s die in Europa gemaakt worden, geldt weer dat de grondstoffen daarvoor veelal van buiten de Europese Unie komen. Ook op dat vlak is China een cruciale speler.
Het doel van Europese accu- en autofabrikanten is om deze afhankelijkheid zo snel mogelijk te beperken. Om dit mogelijk te maken mogen de grondstoffen voor de productie van accucellen vanzelfsprekend niet meer uit China en andere landen buiten de EU komen. Maar daarnaast zouden ook de machines die deze accuproductie mogelijk maken, van eigen grondgebied moeten komen, iets wat nu niet het geval is.
“Het grootste probleem waar we nu tegenaan lopen is dat de machines die we nodig hebben voor de productie van onze accucellen allemaal uit China komen”, zegt CEO Yann Vincent van de Franse accufabrikant Automotive Cells Co (ACC) woensdag tijdens de Innovation Summit van Schneider Electric in Parijs. “Ik denk dat we tegenwoordig niet meer op deze afhankelijkheid kunnen leunen in Europa.”
Vanuit Europa zou er volgens Vincent dan ook een initiatief moeten komen om machines voor de accuproductie zelf te gaan maken. Hij geeft niet aan hoe hij dit voor zich ziet, maar Vincent stelt wel dat het verkrijgen van grondstoffen een minder groot probleem is dan vaak wordt gedacht.
“Je ziet dat er steeds meer op Europees grondgebied gebeurt. Zo zijn er meer initiatieven voor recycling bij autofabrikanten waar grondstoffen uit voortkomen. Maar we kunnen bijvoorbeeld ook al lithium uit een mijn in het midden van Frankrijk halen.”
Grondstoffen uit Europese productie hoeven volgens Vincent ook niet per se duurder te zijn dan basismaterialen uit lagelonenlanden. “Neem de Franse mijn als voorbeeld. Door de technologische ontwikkelingen die daar gaande zijn, verwachten we op korte termijn dat ze hun product tegen een concurrerende prijs met China kunnen leveren.”
Kostenbesparing op grondstoffen voor accu's
Een belangrijk aspect dat we bij het inkopen van grondstoffen vaak over het hoofd zien, is volgens Vincent de hele reden waarom we met elektrische auto’s bezig zijn: het milieu.
“Je moet niet vergeten dat het besparen op de inkoopprijs van grondstoffen vaak betekent dat het uit bronnen komt die heel veel CO2 uitstoten. Ook komen ze vaak uit verre landen, wat ervoor zorgt dat het vervoerd moet worden, wat ook nog eens veel uitstoot oplevert”, zegt Vincent. “We moeten ons daarom niet blindstaren op kosten, maar ook kijken naar bijvoorbeeld de afstand die de grondstof moet afleggen naar de fabriek.”
Om enigszins zelfvoorzienend te worden is uiteraard tijd nodig. De EU is daarvoor om te beginnen scherper gaan letten op oneerlijke concurrentie. Het vermoeden bestaat dat Chinese fabrikanten van elektrische auto's hun prijzen ongekend laag kunnen houden, doordat ze overheidssubsidies hebben gekregen.
Aan de andere kant ziet China ook dat Europa hard bezig is met een technologische inhaalrace en een poging doet om meer zelfstandig te worden. Daarom zet de Chinese overheid in op het verwerven van een technologische voorsprong met onder andere een initiatief waarbij de staat grote Chinese spelers samenbrengt en de krachten laat bundelen om voor 2030 een solid state-batterij in massaproductie te hebben.
Vincent maakt zich over dat laatste initiatief niet al te veel zorgen. “Wat we zien is dat de goedkopere accusamenstellingen zoals LFP in de nabije toekomst veel meer gebruikt gaan worden. Voor solid state zien we misschien tegen 2030 een markt, maar dan vooral voor nicheproducten. Deze accutechnologie zal dan nog steeds prijstechnisch onaantrekkelijk zijn.”
Strijd om geschoold personeel wordt heftiger in de EU
Volgens Vincent hebben we in Europa niet alleen een tekort aan productiecapaciteit, maar ook moeite met uitbreiding hiervan. Het gebrek aan apparatuur speelt daarin een rol, maar belangrijker nog is het tekort aan geschoold personeel.
“Wij hebben op dit moment 1.500 man personeel. Daarvan heeft zo’n 800 man een gedegen kennis van accutechnologie nodig om hun werk goed te kunnen doen. Het probleem is dat we op die 800 personen maar ongeveer 30 mensen hebben die een adequaat kennisniveau hebben”, legt Vincent uit. “We proberen dit op te lossen door die 30 mensen hun kennis te laten delen, zodat de nieuwe aanwas zo snel mogelijk aan de gang kan.”
Op dit moment is intern opleiden een oplossing, maar daar komt dan bij dat het extra belangrijk wordt om die kennis binnen de deur te houden.
De concurrentie op het gebied van accuproductie in Europa neemt toe, waardoor de vraag naar goed personeel groter en groter wordt. “We zien dit probleem langzaam maar zeker ontstaan en doen er van alles aan om de goede mensen te behouden. Dit doen we vooral door de missie van ACC te delen: we doen het voor het milieu en natuurlijk ook voor de onafhankelijkheid van de EU”, aldus Vincent.