ANALYSE – Een belangrijke les van het Brexit-referendum is dat ondernemers op de valutamarkt ook rekening moeten houden met minder waarschijnlijke scenario’s. Die les mag niet vergeten worden in aanloop naar de Amerikaanse verkiezingen.
Op de Fruit Attraction in Madrid, een jaarbeurs voor de groente- en fruitsector, kreeg ik eerder deze maand veel vragen van klanten over de koersschommelingen van het Britse pond sinds het Brexit-referendum.
Het pond staat al geruime tijd onder druk. Het bericht van premier Theresa May dat artikel 50 uiterlijk eind maart 2017 in gang gezet zal worden, heeft het pond alleen maar verder doen verzwakken.
Onzekerheid heeft een negatief effect op de koers van een munt. De kans is dan ook aanwezig dat ik over een maand vergelijkbare vragen krijg voorgelegd over de schommelingen van de Amerikaanse dollar.
Op 8 november kiezen de Verenigde Staten hun nieuwe president. In veel peilingen heeft Hillary Clinton inmiddels een ruime voorsprong. Vanwege de vreemde uitspraken van Donald Trump en de wijze waarop hij en zijn running mate Mike Pence elkaar soms afvallen, lijkt het nu wellicht een gelopen race. Maar de gebeurtenissen rondom de Brexit hebben pijnlijk duidelijk gemaakt dat zaken lang niet altijd lopen op de manier die iedereen verwacht.
Valutarisico afdekken
Ondernemers die internationaal handelen en betalen/ontvangen in Amerikaanse dollars doen er verstandig aan om het risico af te dekken dat ze op 8 november voor een onaangename verrassing komen te staan.
Toen vrijdag 24 juni al heel vroeg in de ochtend signalen kwamen dat het Brexit-kamp een overwinning zou halen, schoot het pond meteen hard omlaag. Wie afwacht tot het laatste moment, loopt het risico achter het net te vissen.
Bovendien nam de beweeglijkheid van het pond gestaag toe in de weken vóór het Britse referendum. Dat geldt straks ook voor de wisselkoers van de dollar. Naarmate de prijsschommelingen van een valuta toenemen, zal de prijs van bescherming tegen die bewegingen ook oplopen.
Een ondernemer die zijn producten uitvoert naar de Verenigde Staten en dollars ontvangt, kan er bijvoorbeeld voor kiezen om een valutaoptie te kopen. Een dergelijke optie geeft hem het recht om op een bepaalde datum in de toekomst zijn dollars om te wisselen tegen euro’s voor een vooraf afgesproken koers. Hij wordt op korte termijn dan niet geraakt door de scherpe daling van de dollar, in het geval dat Trump zegeviert.
Als de dollar juist opveert na een overwinning van Hillary Clinton, zal de ondernemer daarvan profiteren. Een optie geeft immers het recht – niet de plicht – om valuta’s om te wisselen.
Lastige keuze op lange termijn
Met instrumenten zoals een valutaoptie kan een ondernemer de waarde van zijn dollarinkomsten de komende maanden veilig stellen. Als de dollar daadwerkelijk een tik krijgt na de verkiezingen, komt de ondernemer voor een lastige keuze te staan: vasthouden aan de huidige prijs in euro’s zodat de afzetprijs relatief duur is ten opzichte van dollarconcurrenten? Of meegaan met de daling van de dollar door ook de verkoopprijs neerwaarts bij te stellen?
Als het onwaarschijnlijke scenario opnieuw uitkomt en Trump op 8 november de verkiezingen wint, kan een valutaoptie een ondernemer de tijd en lucht geven om zijn mogelijkheden goed door te rekenen.
Joost Derks is valuta-expert bij de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij (NBWM). Hij begon zijn carrière bij Van Lanschot Bankiers en inmiddels heeft Derks ongeveer twintig jaar ervaring in de valutawereld. Deze column geeft zijn persoonlijke mening weer. Deze informatie is niet bedoeld als professioneel (beleggings)advies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde transacties en/of beleggingen via de Nederlandsche Betaal & Wisselmaatschappij NV.