Doet ie ’t, of doet ie ’t niet. De kredietcrisis overspoelt de beurs in
golven. Telkens lijkt het erop alsof aandelenmarkten de genadeklap krijgen.
En dan valt het toch mee.

Voor de derde keer binnen een jaar spant het erom. Eind februari was
het de Chinese beurs die met een plotselinge inzinking een schokgolf door
westerse markten zond. De AEX zakte binnen drie weken ruim zeven procent,
maar krabbelde daarna weer op.

In juli en augustus brak de pleuris uit op de Amerikaanse hypotheekmarkt.
Beleggers in paniek. De AEX-index verloor in vier weken dertien procent. En
krabbelde weer op.

In oktober verstoorden de grote Amerikaanse zakenbanken het feest. De
slechte hypotheken waarin ze volop hadden belegd, bleken meer pijn te doen
dan verwacht. Wereldwijd kregen financiële instellingen klop op de beurs.
Sinds 12 oktober zakte de AEX-index negen procent.

Hoe verder? De grote angst is dat de kredietcrisis dit keer doorsijpelt naar
de echte economie. Op de Amsterdamse beurs zakten bankverzekeraars Fortis en
ING, en verzekeringscollega Aegon de afgelopen vier weken respectievelijk
zevenentwintig, zeventien en tien procent. Niet fijn, als je weet dat deze
drie fondsen samen voor een kwart meewegen in de AEX-index.

Afgelopen week bezwoeren de grote drie dat ze eigenlijk geen last
hebben van de kredietcrisis, omdat ze zeer beperkt in dubieuze hypotheken
hebben belegd. Bij ING en Fortis namen beleggers daar geen genoegen mee. De
reguliere bank- en verzekeringszaken bleken minder voorspoedig te lopen en
daar werden ING en Fortis voor gestraft.

De vrees voor een doorsijpel-effect van de malaise in de bankwereld is dit
keer groter, zo blijkt ook uit de prestaties van andere zwaargewichten op de
Amsterdamse beurs.

Technologie- en grondstoffondsen kwamen redelijk ongeschonden door de lente-
en de zomerdip. Maar dat is dit keer niet het geval.

Energiegigant Shell is met een weging van 19 procent de mastodont van
de AEX. De afgelopen vier weken zakte de beurskoers van Shell 3,7 procent.
Toeleverancier van de olie-industrie SBM Offshore zakte 3,2 procent. Het
zijn opmerkelijke verliezen, nu de olieprijs afstevent op een recordniveau
van honderd dollar per vat.

Beleggers vrezen voor de keerzijde van dure olie. Die spekt de kas van
oliefondsen, maar is voor de economie als geheel niet gunstig. Als
bijvoorbeeld de Amerikaanse economie in recessie raakt, tast dat ook de
vraag naar energie aan en daar hebben energiebedrijven last van.

In de technologiehoek houdt chipmachinefabrikant ASML stand met een
winst van 5,6 procent sinds 12 oktober. Maar ASML weegt voor nog geen drie
procent mee in de AEX-index. Bovendien is het fonds zo langzamerhand een
buitenbeentje: het maakt chipmachines die zo goed zijn, dat
halfgeleiderfabrikanten ze ook willen kopen als het economisch minder gaat.

Veelzeggender is dat Philips bijna 11 procent is gedaald in een maand. Ook bij
het belangrijkste technologiefonds van de Amsterdamse beurs speelt de angst
voor minder vraag naar zijn producten. Philips gaf zelf in oktober aan dat
de medische tak kampt met tegenvallende verkopen.

Is er dan geen baken van veiligheid meer? Toch wel. Zeep- en
soepconcern Unilever is de afgelopen vier weken vier procent geklommen op de
beurs. Niet onbelangrijk, want Unilever weegt voor negen procent mee in de
AEX-index. Unilever behoort traditioneel tot de 'defensieve' fondsen: ook
als het economisch minder gaat, eten consumenten Unox en gebruiken ze
Dove-shampoo, is de standaardgedachte.

Maar dat is niet alles. Unilever wist analisten twee weken geleden te
imponeren met cijfers die hogere marges en betere omzetten toonden. Hoogste
baas Patrick Cescau mag zich in de handen wrijven: erkenning als de beurs
bibbert.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl