Terwijl Dominique Strauss-Kahn met een elektronische enkelband door een luxe
appartement in Manhattan strompelt, is het Internationaal Monetair Fonds
(IMF) naarstig op zoek naar kandidaten die de gevallen voorman zouden kunnen
opvolgen.
Veel (Europese) stemmen gaan op voor Christine Lagarde, de Franse minister van
Financiën. De BRIC-landen denken daar echter heel anders over.
Aanranding, poging tot verkrachting: de beschuldigingen tegen Dominique
Strauss-Kahn liegen er niet om (of juist wel, dat zal de rechter
beoordelen).
Schuldig of niet: het IMF kon niet verder met de vrouwenminnende Fransman,
reden voor Strauss-Kahn om zijn functie als topman van het IMF enkele dagen
na zijn arrestatie neer te leggen. Inmiddels is de zoektocht naar een
opvolger in volle gang.
Tot 10 juni kunnen de landen die lid zijn van het IMF kandidaten voordragen.
De Europese landen – voor één keer eendrachtig – hebben een landgenote van
Strauss-Kahn naar voren geschoven als kandidaat-opvolger: Christine Lagarde.
Iedereen partijdig
In een redactionele bijdrage geeft het Britse weekblad The Economist alvast
een argument tégen de Europese kandidatuur: de huidige schuldenproblematiek
in de eurozone. Op korte termijn ligt de belangrijkste taak voor het IMF in
het helpen bezweren van de Europese schuldencrisis.
Lagarde is momenteel minister van Financiën in Frankrijk; als zodanig niet de
meest onpartijdige speler ten aanzien van de eurozone, aldus The Economist.
Het gevaar ligt op de loer dat Lagarde als IMF-baas ‘haar’ continent te soft
zal behandelen ten aanzien van monetaire en economische kwesties.
Daarin heeft The Economist misschien gelijk, al valt moeilijk hard te maken
dat een IMF-baas met een Amerikaanse, Chinese of Braziliaanse nationaliteit
wél onpartijdig zal zijn ten aanzien van het te voeren beleid in de
eurozone. Landen en regio’s buiten Europa hebben wellicht een ander
perspectief op de Europese schuldenproblematiek; dit is niet
noodzakelijkerwijs een objectiever of eerlijker perspectief.
Stemrecht
Maar er zijn andere argumenten om kritisch te zijn over het voornemen van de
EU om - wederom - een Europeaan in het zadel te helpen als hoofd van het
IMF. Zo reflecteert de stemverdeling van de bij het IMF aangesloten landen
allang niet meer de economische realiteit. Christine Lagarde heeft een goede
kans om de race daadwerkelijk te winnen, omdat de EU bij een stemming erg
veel gewicht in de schaal legt: 32 procent. Dat is tegen het zere been van
de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) en Zuid-Afrika.
Deze vijf landen zijn samen goed voor 21 procent van het wereldwijde bruto
binnenlands product (bbp). Desondanks hebben zij slechts 11 procent van de
stemmen binnen het IMF.
De EU-landen dragen maar een klein beetje meer bij aan de wereldwijde
economie: 24 procent van het mondiale bbp. Toch hebben de Europeanen bijna
drie keer zoveel stemrecht binnen het IMF. Geen wonder dat de
vertegenwoordigers van BRIC-landen en Zuid-Afrika in het IMF een gezamenlijk
statement hebben uitgegeven waarin zij bezwaar maken tegen de huidige gang
van zaken.
BRIC-landen niet negeren
De vertegenwoordigers van de BRIC-landen en Zuid-Afrika zijn het niet eens
met de 'ongeschreven regel' dat de chef van het IMF een Europeaan moet zijn.
Ook menen de opkomende landen dat de economische crisis duidelijk gemaakt
heeft dat instituten als het IMF hervormd moeten worden, om op die manier de
nieuwe economische verhoudingen te weerspiegelen.
Het waren immers juist landen als China die met hun florerende economieën de
westerse kwakkelconjuncturen tijdens de economische crisis voor (nog)
diepere dalen behoed hebben. In hun statement herinneren Brazilië, Rusland,
India, China en Zuid-Afrika ons er bovendien fijntjes aan wáár de
economische crisis begonnen is: in de westerse wereld.
Gezien de huidige stemverhoudingen lijkt het erop uit te lopen dat Christine
Lagarde binnenkort aan haar eerste vijfjarige ambtstermijn als IMF-chef kan
beginnen. Of de BRIC-landen het ook tot een tweede termijn zullen laten
komen, is maar de vraag.
Allard Gunnink is als redacteur en columnist betrokken bij CoBeleggen,
een initiatief van de Beleggers Coöperatie. Deze column is niet bedoeld als
beleggingsadvies. De auteur kan posities hebben in (beleggingsinstrumenten
op) onderliggende waarden die hij beschrijft.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl