ANALYSE – Shoppen bij Chinese webwinkels wint al jaren aan populariteit. Nederlanders bestelden in 2018 voor 273 miljoen euro aan spullen uit China, blijkt uit cijfers van Thuiswinkel.org. Dat is goed voor 31 procent van alle uitgaven bij buitenlandse webshops. Nummer twee, Duitsland, volgt met 17 procent op gepaste afstand.
Dat consumenten kiezen voor Chinese winkels als AliExpress, Wish en Banggood is begrijpelijk: de prijzen zijn laag en verzending is in veel gevallen gratis. En als je onder de 22 euro blijft, hoef je geen btw of invoerrechten te betalen. Daar kan geen Nederlandse webshop tegenop.
Maar er is steeds meer weerstand tegen de koopjes uit het Verre Oosten. Detailhandel Nederland en de Consumentenbond willen dat webwinkels als AliExpress worden aangepakt en regeringspartij VVD noemde spullen uit China onlangs te goedkoop.
“We moeten onze bedrijven beschermen tegen oneerlijke concurrentie”, aldus VVD-Kamerlid Arne Weverling tegen het AD. “Het lijkt er sterk op dat we daar nu in falen, omdat er massaal pakketjes uit China verstuurd worden onder de kostprijs. Onze ondernemers kunnen daar nooit tegenop concurreren.”
Soortgelijke geluiden waren er vorig jaar ook te horen uit het Witte Huis. Kortom: AliExpress en co liggen van alle kanten onder vuur. Hoelang kunnen we nog goedkope pakketjes bestellen uit China en die voor nop laten verzenden? Een overzicht van de belangrijkste problemen rond Chinese webshops waar steeds meer partijen over klagen.
1. Door een internationaal postverdrag betalen we zelf de verzendkosten voor Chinese bedrijven
In Nederland is het regeringspartij VVD die zich steeds kritischer uitlaat over AliExpress. Het belangrijkste bezwaar: het verzenden van de Chinese pakketjes naar Nederland is veel te goedkoop. Nederlandse ondernemers worden de dupe van het voordeel dat bedrijven uit China hebben, waardoor ze vaak onder de kostprijs pakketjes kunnen verzenden.
De goedkope verzending hebben we te danken aan twee factoren. Op ingevoerde producten uit niet-EU-landen hoef je geen btw of invoerrechten te betalen onder de 22 euro, precies het soort pakketjes waar de Chinese verzenders in uitblinken. Daarnaast zorgt het Postverdrag van de Wereldpostunie ervoor dat er gegarandeerde standaardvergoedingen zijn voor de verzending in een ander land. Die kosten zijn lager voor ontwikkelingslanden en China ziet zichzelf nog steeds zo.
Hoewel die afspraken niet zomaar door Nederland kunnen worden aangepast, heeft de VVD een machtige bondgenoot: de Amerikaanse president Donald Trump. Al vorig jaar kondigde Trump aan dat de VS weleens uit de postunie zou kunnen stappen.
Niet alleen Donald Trump vindt de situatie belachelijk, ook Scandinavische landen - die doorgaans weinig met de Amerikaanse president op hebben - hekelen de afspraken. Op deze manier neemt de eigen belastingbetaler namelijk indirect de verzendkosten van Chinese miljardenbedrijven voor zijn rekening.
2. We willen maatregelen tegen 'foute' producten
De geoefende AliExpresskoper weet misschien feilloos de beste producten uit de soms slecht vertaalde lijsten te halen, maar niet iedereen is zo gelukkig. En hoewel consumenten bij het Chinese bedrijf niet beschermd zijn door Europese consumentenregels zijn de niet-goed-geld-terug-regelingen vaak opvallend soepel. Hoef je het verkeerde item ook niet meer terug te sturen. Dat gaat dus rechtstreeks de prullenbak in.
Daarnaast nodigt de overdaad een hypergoedkope spulletjes uit om van alles wat te bestellen en dat vervolgens maar eenmaal te gebruiken. Dit alles is tegen het zere been van de milieulobby én gaat tegen de duurzame trend van de laatste jaren in.
Het is niet alleen de duurzame tijdsgeest die het bedrijf tegenzit. Een gedeelte van de beschikbare goederen overtreedt ook direct de Europese milieuwetgevingen. Uit een test van de Deense consumentenbond bleek onlangs nog dat er vaak verboden chemicaliën in speelgoed zitten. De bond ontdekte ook dat keurmerken vaak ontbreken en elektrische apparaten niet aan de veiligheidsregels voldoen.
3. Bedrijven zijn ongerust over schendingen van handelsmerken en auteursrechten
Lang werd gedacht dat China weinig eigen producten lanceerde, maar vooral westerse ideeën kopieerde en dat dan heel slecht deed. Dat clichébeeld heerst al lang niet meer, maar de internationale politiek heeft nog steeds moeite met het nieuwe China.
Uit dat nieuwe beeld komt naar voren dat China hard bezig is met eigen producten, maar daarbij het stelen van ideeën niet uit de weg gaat. Het bureau van de Amerikaanse handelsgezant Robert Lighthizer publiceerde begin vorig jaar een lijst met landen die consequent auteursrechten en merkenrechten schenden. Volgens het overheidsorgaan maakte Taobao, ook onderdeel van AliBaba, zich schuldig aan grootschalige rechtenschendingen.
Het gaat al niet meer over 'neppe' en 'slechte' producten, maar over grootschalige schendingen van patenten en auteursrechten. Dat versterkt het beeld dat Chinese bedrijven oneerlijke voordelen hebben, doordat de steun vanuit China zelf het moeilijk maakt de diefstal aan te pakken. De warenhuizen van AliExpress, vol dubieus ogende waar, liggen in de frontlinie nu de roep om maatregelen tegen het land steeds groter wordt.
Waarom maatregelen tegen AliExpress toch onwaarschijnlijk zijn?
Rusland is blij met AliExpress: het Russische Mail.ru heeft pas een megadeal gesloten en vormt met het Chinese bedrijf en andere partners binnen Rusland een nieuwe joint venture om de online verkopen te verbeteren. Dat lijkt voor veel bedrijven toch de voorkeur te hebben: meewerken in plaats van tegengaan. Nederland kan bezwaren hebben tegen de goedkope verzending, maar tegelijk heeft PostNL een deal die zorgt voor het exclusieve recht om in Nederland pakketjes van AliExpress te bezorgen.
Verregaande controle zou voor een nog grotere last op de douane zorgen en het lijkt erop dat dat nooit gaat gebeuren. De werkdruk bij de dienst is al enorm toegenomen door de e-commerce diensten. Vooral doordat er steeds meer producten al naar Europa worden verscheept voor ze verkocht zijn.
Saillant detail: de Nederlandse regering uit talloze bezwaren tegen de 'goedkope Chinese winkels', maar wilde het Europese distributiecentrum van 'Ali' maar wat graag in Nederland hebben. Premier Rutte lobbyde daarvoor zelfs bij Alibaba-oprichter Jack Ma. Het Chinese miljardenbedrijf koos uiteindelijk voor het Belgische Luik.
Het lijkt er dus op dat we allemaal te blij zijn met de grote nieuwe shops om ze ooit echt lam te willen leggen.