- De Chinese miljardair Jack Ma heeft momenteel problemen met de Chinese regering rond zijn Alibaba-imperium.
- Dat doet weinig af aan de langetermijnambities om wereldwijd een Chinese concurrent van Amazon neer te zetten.
- Marktplaats AliExpress moet op termijn 2 miljard mensen over de hele wereld bereiken. Spanje is voorlopig de belangrijkste proeftuin in Europa.
Het shopfestijn Singles’ Day dat elk jaar op 11 november in China wordt gehouden is de ideale gelegenheid om een indruk te krijgen van de enorme omvang van e-commerce bedrijf Alibaba.
In 2019 werd alleen al in de eerste 68 seconden een miljard dollar besteed op de verschillende platformen van de Alibaba Groep. Dat liep op tot 38 miljard dollar in 24 uur. Singles’ Day 2020 strekte zich uit over elf dagen en zorgde uiteindelijk voor een omzet van 74 miljard dollar.
De meeste diensten van Alibaba beperken zich tot thuismarkt China. Westerlingen kennen het bedrijf misschien van de recente ophef rond de verdwijning van Jack Ma, de vermogende oprichter die in botsing kwam met de overheid en maandenlang uit openbaarheid verdween. Vorige week dook hij zonder verklaring ineens weer op.
Lees meer: De Chinese overheid wil Jack Ma en Alibaba een kopje kleiner maken – dit is de reden
In Nederland is Alibaba actief via AliExpress, een platform waar Chinese kleine bedrijven hun producten kunnen verkopen aan buitenlandse consumenten. De winkelapp van Alibaba is na Bol.com de een na grootste in Nederland, berekende marktonderzoeksbureau GfK in 2019.
AliExpress speelt een sleutelrol bij de ambities van Alibaba om in 2036 twee miljard klanten te bereiken. Voor de Alibaba Group is Spanje daarbij de toegangspoort tot Europa. De Chinese e-commercereus zette daar in 2019 voet aan de grond met de opening van een AliExpress-winkel in Madrid. Spanje is voor Alibaba de vierde markt qua omzet, na China, de Verenigde Staten en Rusland.

Door expansie in Europa en andere markten wil Alibaba de strijd aan gaan met de Amerikaanse internetreus Amazon.
De omzet van Amazon was in 2019 nog een stuk hoger (296 miljard dollar om 72 miljard dollar), maar de winst van Alibaba lag met 12,9 miljard dollar maar net iets lager dan de 14,1 miljard dollar van Amazon.
AliExpress helpt kleine verkopers tijdens de coronapandemie
Met AliExpress lijkt Alibaba precies te hebben wat nodig is om handel te drijven tijdens de coronapandemie. De omzet steeg in de drie maanden tot september 2020 met 30 procent. Bij Amazon was dat 39 procent.
Amazon is groot geworden door wereldwijde merken te leveren aan lokale kopers. AliExpress helpt juist onafhankelijke kleine verkopers om wereldwijd te gaan in een tijd dat fysieke winkels het zwaar hebben en bedrijven snel online actief moeten worden.
Nu Alibaba heeft besloten zich op Europa te richten, bouwt het een distributiecentrum in de Belgische stad Luik en investeerde het in 2019 fors in het digitaliseren van de Chinese transportsector om de ontwikkelingen te versnellen.
Zo heeft Alibaba een nieuwe spoordienst opgezet tussen China en België, en een luchtverbinding die goederen binnen drie tot tien dagen in Spanje kan krijgen, terwijl de gemiddelde leveringsduur in de sector op 15 tot 20 dagen ligt.
In Spanje is nog veel ruimte om te groeien met e-commerce
Eenmaal actief in Spanje is AliExpress "begonnen met het aan boord halen van Spaanse verkopers, als een upgrade van onze eigen mogelijkheden", zegt de algemeen directeur voor het Zuid-Europese land, William Wang.
De Spaanse e-commercemarkt heeft een groot onbenut potentieel. De verwachte groei tot 2024 is 7,6 procent per jaar. Op dit moment verkoopt nog maar 10 procent van de kleine en middelgrote bedrijven online.
Covid-19 heeft de onlineverkoop wel een boost gegeven, maar maakt het aan de andere kant juist lastiger het braakliggende terrein te ontginnen.
"Normaal gesproken nodigen we mensen uit China uit om verkopers te trainen", zegt Wang. "Maar nu doen we aan livestreams om mensen te leren over het platform en speciale steun te geven, omdat ze een andere taal spreken en er een andere zakencultuur heerst."
AliExpress verleidt Spaanse mkb'ers
Sinds AliExpress in 2017 actief werd in Spanje hebben zich meer dan 8.000 Spaanse mkb-bedrijven aangesloten bij het platform. Ze hebben daarmee toegang tot andere EU-markten en Rusland en andere EU-markten, de mobiele betalingsdienst van AliExpress, vertalingstechnologie en het logistieke netwerk.
Verkopers worden geholpen met grote marketingcampagnes op de site en krijgen tools om hun producten te promoten.
En AliExpress rekent lage commissies van 5 procent tot 8 procent, terwijl verkopers op Amazon klagen dat ze tot soms wel een derde van hun opbrengst kwijt zijn aan commissie en andere kosten. Ook rekent AliExpress geen toetredingskosten en biedt het verkopers soms periodes zonder commissie aan.
Verder draagt AliExpress volgens Wang bij aan de transportkosten en komt het maandelijks met campagnes voor lokale verkopers en kortingen en andere voordelen voor kopers.
AliExpress probeert ook kopers te binden met het "shoppertainment" dat in Azië zo succesvol is. Zo kunnen klanten kortingen en beloningen verdienen door spelletjes te spelen in de AliExpress-app.

Zelfs van reclame en promotie wordt een win-win-situatie gemaakt. Het afgelopen mei gelanceerde AliExpress Connect spoort influencers en contentaanbieders aan samen te werken met AliExpress of er merken op te verkopen, door nieuwe inkomstenstromen voor hen aan te boren en door hun activiteiten onder de aandacht te brengen van nieuwe doelgroepen.
Volgens Wang helpt AliExpress bij het ontwikkelen van lokale economieën in Spanje en "laat het mensen beseffen hoe belangrijk digitale transformatie is." Maar het is geen liefdadigheid. AliExpress profiteert volop van de groei die het zelf stimuleert. Wang noemt dat "een netwerkeffect".
"Hoe meer bedrijven actief worden op het platform, hoe groter de keuze wordt. Daar profiteren vervolgens steeds meer klanten en verkopers van."
AliExpress wil het Spaanse model uitrollen in Europa
Als dit model in Spanje eenmaal verder is vervolmaakt wil AliExpress ook uitbreiden naar een nog niet nader genoemd ander land. Wang hint daarbij op Portugal: "Het gaat om Zuid- en West-Europa om je een idee te geven."
Het is de bedoeling om voorzichtig nieuwe markten te betreden, daar wegwijs te worden en vervolgens stap voor stap te groeien in plaats van gelijk met veel lawaai te beginnen. "Het is een nieuwe markt en wij zijn een nieuw team, dus ons uitgangspunt is om eerst uit te vinden hoe we samen moeten werken met nieuwe partners om klanten goed te kunnen bedienen.
"We proberen in alles wat we doen met lokale partijen samen te werken, van media en marketing tot logistiek en bankzaken. Zo deden we het in China en ik denk dat we dat ook moeten doen als we een nieuwe markt betreden", zegt Wang.
"Als we het goed doen, de klantervaring verbeteren en onszelf lokaler maken wat betreft leveranciers en diensten kunnen we zelfs nog succesvoller zijn."
AliExpress wil ook eten leveren
Aanpassen aan lokale markten betekent ook dat ingespeeld moet worden op de lokale vraag en aanbod. Daarom zijn mode, schoonheidsproducten en schoenen goed vertegenwoordigd in Spanje. Wang wil ook het aanbod op het gebied van eten uitbreiden, maar "we hebben de beste manier daarvoor nog niet gevonden".
Daar zit "een enorm potentieel, maar het is heel complex en niet makkelijk om te digitaliseren." Wang wil niet een "enorme entree" maken om zich daarna te realiseren dat het niet levensvatbaar is.
Sommige samenwerkingsverbanden met nationale banken, iconische retailmerken en handelsorganisaties zijn heel specifiek voor bepaalde markten. En AliExpress is niet zo ongebonden dat het helemaal zonder fysieke winkels kan.
Afgelopen jaar heeft het bedrijf twee winkels geopend in Madrid en Barcelona "als contactplek voor klanten", zegt Wang. "Als de pandemie voorbij is, gaan we beslissen of we dingen anders gaan doen."
Maar AliExpress zoekt ook de samenwerking met slimme techstartups die makkelijk opgeschaald kunnen worden en zich ook richten op internationale uitbreiding. "Het doel is om een ecosysteem van e-commerce te bouwen", zegt Wang. "We willen niet alles zelf doen."