- De hoofdwetenschapper voor artificial intelligence van Meta ziet niets in het reguleren van de technologie, omdat die helemaal niet zo ‘slim’ zou zijn.
- Daarnaast stelt hij tegenover The Financial Times dat pogingen tot regulering op dit moment eigenlijk alleen maar de macht van big tech versterken en innovatie belemmeren.
- Yann LeCun gelooft dat mensen wel degelijk in staat zijn om controle te houden over de nieuwe technologie.
- Lees ook: Tech is meer dan alleen AI: de ruimtevaart kan misschien wel een grotere impact hebben op de mensheid, volgens een analist
Een van de invloedrijkste stemmen op het gebied van artificial intelligence (AI) laat van zich horen, maar niet op een manier die je verwacht.
Yann LeCun is de hoofdonderzoeker voor artificial intelligence van Meta, het moederbedrijf van Facebook, Instagram en Whatsapp. Hij ontving onder meer de Turing award for breakthroughs samen met Geoffrey Hinton voor hun bijdragen op het gebied van machine learning.
LeCun stelt dat artificial intelligence nog lang niet slim genoeg is om enige vorm van regulering noodzakelijk te maken. “Het reguleren van onderzoek en ontwikkeling van AI is ongelooflijk contraproductief”, zegt hij in een interview met The Financial Times. “Ze willen regulering onder het mom van AI-veiligheid, maar ik denk dat dat erg arrogant is. Ik denk precies het tegenovergestelde.”
Hij vergelijkt de pogingen voor reguleren van toepassingen van artificial intelligence met het idee dat je luchtvaartindustrie in 1925 aan regulering zou hebben onderworpen, toen er nog helemaal geen passagiersvliegtuigen bestonden.
"Het debat over existentiële risico's wordt veel te vroeg gevoerd. Het heeft pas nut als we een ontwerp voor een systeem hebben dat zich kan meten met een kat op het gebied van leervermogen. Iets wat we op dit moment nog niet hebben", verklaart LeCun.
Open source AI heeft de toekomst
De uitspraken van de wetenschapper passen ook bij de manier waarop Meta met artificial intelligence omgaat. De techgigant omarmt een open source-benadering van AI.
Meta heeft bijvoorbeeld het intern ontwikkelde taalmodel LLaMa, een tegenhanger van onder meer OpenAI's GPT-4, open gesteld voor gebruik door derden.
Deze benadering heeft volgens LeCun een aantal voordelen. Er kunnen meerdere partijen meedoen aan de ontwikkeling, wat innovatie versnelt, stelt hij. Dat er onder die andere partijen kwaadwillenden kunnen zijn, neemt hij voor lief.
De drang om de negatieve impact van nieuwe technologie te reguleren was er in de begintijd van het internet ook niet. Die openheid zorgde er juist voor dat deze technologie kon uitgroeien tot wat het nu is, stelt hij.
Of we op termijn dan allemaal geregeerd worden terminators die aangestuurd worden door AI-software? "Intelligentie heeft niets te maken met het verlangen om te domineren. Dat geldt zelfs niet voor mensen", zegt LeCun tegen de Financial Times. "Als het waar was dat de slimste mensen anderen wilden domineren, dan zouden Albert Einstein en andere wetenschappers zowel rijk als machtig zijn, en dat waren ze geen van beiden."
Maar LeCun geeft wel toe dat hij verwacht dat AI in de toekomst slimmer zal zijn dan mensen. Maar hij ziet dat als een positief iets. Niet alleen zouden de robots ons kunnen helpen met het oplossen van problemen waar we zelf maar niet uitkomen, ook zouden ze hun intelligentie helemaal niet inzetten voor kwaadaardige doeleinden. We hebben volgens de wetenschapper namelijk wel degelijk controle over de manier waarop artificial intelligence wordt toegepast. Het doet dus precies wat wij ervan verlangen.