Nederlandse en Belgische bedrijven werken moeizaam samen. De ervaring leert dat één nationaliteit de baas moet zijn. Als supermarktketens Delhaize en Ahold het eens worden over een ‘fusie’, dan is de kans groot dat Nederlanders de dienst uitmaken, stelt Z24’s Arend van den Berg.
De meeste Belgen spreken Nederlands. Maar daarmee houden de overeenkomsten meteen op: de cultuurverschillen tussen Nederlanders en Belgen blijken in de praktijk vaak levensgroot.
België kent een sterke hiërarchische cultuur waar de baas nog echt de baas is. Vraag het maar aan de Nederlandse bankiers van MeesPierson. Toen die in 1999 fuseerden met de Belgische banken Generale Bank en ASLK en Fortis Bank ontstond, was uit met de autonomie. Voortaan dicteerde ‘Brussel’ of beter gezegd graaf Maurice Lippens
In 2007 nam Fortis een deel van ABN Amro over. Dat liep zoals bekend verkeerd af.
Belgen en Nederlanders: één van beide moet de baas zijn
Maar Belgen kunnen wel degelijk succesvol zijn in Nederland, zo blijkt uit de ervaringen van de Belgische uitgever De Persgroep. Die nam in 2009 een meerderheidsbelang in het geplaagde krantenconcern PCM, bracht kennis in over marketing, drukken en distributie en wist de bedrijfsresultaten in no-time spectaculair te verbeteren.
Andersom geldt dat ook: ING nam in 1998 de bank BBL over en is sindsdien als ING België een grote partij op de Belgische bankmarkt.
Ahold en Delhaize: Nederlanders aan de top
In 2006 begin 2007 liepen gesprekken tussen supermarktketens Delhaize en Ahold stuk omdat de partijen het niet eens konden worden over een fusie op basis van gelijkheid.
Maar nu is de situatie anders. Delhaize werd toen nog geleid een familielied van de oorspronkelijke oprichters van Delhaize, Pierre-Olivier Beckers-Vieujant. Maar die maakte in 2013, na 15 jaar het bedrijf geleid te hebben, in 2013 plaats voor Frans Muller , een Nederlander die opgeleid is aan de Erasmus Universiteit en vijftien jaar bij de Duitse retailer Metro (Makro, Mediamarkt) werkte.
Afgelopen jaar voerde Muller een stevige reorganisatie door in België om de kosten te verlagen. Het leidde tot stakingen en verlies van marktaandeel. Maar hij behield alle steun van zijn commissarissen.
In de raad van bestuur van Delhaize is de Belgische invloed inmiddels fors beperkt: naast de Nederlandse topman bestaat het uitvoerende team uit een Fransman, een Griek, een Amerikaan en één Belg. Ter vergelijking: Aholds directie telt vier Nederlanders, onder wie bestuursvoorzitter Dick Boer, en verder twee Britten en een Amerikaan.
Ook de raad van commissarissen van Delhaize draagt niet langer een Belgische stempel. Slechts vijf van de elf leden, dus minder dan helft, hebben een Belgisch paspoort. Voormalig topman Beckers-Vieujant is nog steeds lid van deze ‘raad van bestuur’, maar zal eind deze maand de raad verlaten. De voorzitter – die in het Belgische bedrijfsleven zich actiever bemoeit met het bedrijf dan in Nederland - is de Zweed Mats Jansson. Hij werkte meer dan 20 jaar voor de Zweedse retailer ICA (dat overigens na zijn tijd ruim een decennium voor de helft eigendom van Ahold was).
Bij Ahold daarentegen domineren de Nederlanders ook in de raad van commissarissen: vijf van de acht hebben een Nederlands paspoort. Voorzitter is Jan Hommen. Hij is sinds 1 april weer terug op die post nadat hij even was teruggetreden vanwege zijn nieuwe baan als topman van KPMG.
Ahold groter dan Delhaize
Ahold is qua omzet anderhalf keer zo groot als Delhaize. De winstmarge bij de Zaandammers is iets hoger dan bij de Belgen – vooral dankzij de winst van Albert Heijn. Mede daarom zou een fusie tussen de twee niet meer zijn dan vriendelijke retoriek: als de partijen echt samen gaan, maken Nederlanders de dienst uit.
Dat is geen garantie voor succes. Delhaize en Ahold lijken griezelig veel op elkaar. Ze hebben dezelfde uitdagingen: hun marktaandeel staat op hun thuismarkt onder druk, terwijl ze in de VS – waar ze beide pakweg 60 procent van hun omzet halen - op moeten boksen tegen toenemende concurrentie van grootmachten als Walmart en in de toekomst mogelijk Amazon.
Beide bedrijven kunnen natuurlijk inkoopvoordelen halen in de VS en in de Benelux. Online winkel Bol.com kan versneld groeien in België via het netwerk van Delhaize.
Maar de supermarktbusiness blijft een lokale bedrijfstak: je moet aansluiten bij de plaatselijke voorkeuren. Albert Heijn kan Delhaize op dat vlak weinig leren in België.
Dus mochten Dick Boer en de zijnen ooit de dienst uitmaken in een nieuwe combinatie: ze moeten gewoon doen wat elke retailer weet: luisteren naar je klant.
Oeps! We konden je formulier niet vinden.
Lees ook
Hoe Albert Heijn de grote steden domineert
Eerste supermarkt zonder verpakkingen opent deuren in Groningen
Zo kan ‘slapende reus’ Aldi weer groeien: graffiti in supermarkt, focus op wijn
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl